PoëzieJanita Monna
Marwin Vos geeft rouw een plek in de taal
Marwin Vos schrijft omtrekkende, hoekig associatieve regels over rouw, ‘iets dat je niet kunt oppakken en laten zien’.
‘De dorst naar begrip is onlesbaar.’ Als een soort mantra vergezelde dit zinnetje me bij het lezen van de nieuwe bundel van Marwin Vos. Maar rouw, of die nu gaat om ‘verlies van een geliefd dier of persoon of omgeving’, is niet te begrijpen. Rouw is niet iets dat je ‘kunt oppakken en laten zien’. Rouw past daarom niet in een afgerond gedicht. Hoogstens laat die zich met taal te benaderen. En dat is wat Vos doet in wilde dood, met een titel waarin ‘wilde’ evengoed bijvoeglijk naamwoord als werkwoord kan zijn.
Haar vorige bundel het leven van sterren was in 2020 genomineerd voor de Grote Poëzieprijs. Als met een vuistslag maakten de gedichten daarin effecten van seksueel geweld tegen vrouwen en mannen zichtbaar. Vos’ nieuwe werk is minstens zo urgent, al was het maar omdat verlies zo’n onvervreemdbaar deel van het leven is. ‘het werd steeds moeilijker/ onze eigen rouw/ te horen/ en af te bakenen van rouw/ die overal rondwaarde/ vlucht klimaat covid toeslagen oorlog/ de verliezen zijn verschillend’.
Gedichten die over de paginagrens lopen
Ruimte voor die verliezen doet Vos in haar poëzie ontstaan. In gedichten die over de paginagrens lopen, in zinnen met een minimum aan interpunctie, regels die stromen en haperen, in meer talen dan alleen het Nederlands, in snippers tekst en flarden beeld, gevonden in films, boeken, series, de actualiteit.
Haar gedichten zoeken de spanning tussen het persoonlijke en het politieke. Vos confronteert haar lezers met een gids die worstelt met de vraag ‘waarom mensen naar dit mooie bos komen om hun leven te beëindigen’; met de brand in kamp Moria; met de collectieve rouw als die om de dood van George Floyd: ‘ze willen je verminken en doden/ maar je mag er niets van zeggen// je mag nauwelijks ademen’. Zoals ze schrijnend duidelijk maakt dat ‘niet om ieders leven wordt gerouwd’.
Maar al te vaak doen haar omtrekkende, hoekig associatieve regels pijn. Oorverdovend pijn, als ze voor die ongrijpbare, zich wijd vertakkende rouw woorden vindt als deze: ‘drie langspeelplaten/ tegelijk klinken als het juiste kabaal na het suïcideren en wegstoppen/ dat kans zoekt binnen uit te vouwen’. Waar rouw om verlies maar al te vaak wordt weggedrukt, geen tijd krijgt, geeft Vos ’m plek in taal: ‘het niet bestaande bestaat overmatig’.
omdat de dode niet bestaat of nog maar heel weinig
was dat wijzen ernaar van jou met een teken
voor anderen onbegrijpelijk
het onbegrijpelijke maakt onveilig
het maakte dat we alles deden
om het gevaar af te wenden
het is niet dat rouw steeds hetzelfde zegt
het is telkens iets anders
en ook welk woord ervoor past
het zegt de hele tijd iets anders
zodat je er niet aan kunt komen
dan is het werkelijk
het niet bestaande bestaat overmatig
Marwin Vos
Marwin Vos
wilde dood
het balanseer; 128 blz. €24
Janita Monna (1971) is journalist en recensent. Ze was redacteur bij Poetry International en nam het initiatief voor de jaarlijkse Gedichtendag. Voor Trouw schrijft ze over poëzie.