CultuurMevrouw Manet

Madame Manet kwam uit Zaltbommel

Edouard Manet schilderde zijn echtgenote uit Zaltbommel vaak. Hier op ‘La Lecture’ van Manet uit Musee d' Orsay Beeld Musee d‘Orsay
Edouard Manet schilderde zijn echtgenote uit Zaltbommel vaak. Hier op ‘La Lecture’ van Manet uit Musee d' OrsayBeeld Musee d‘Orsay

Hollands decor - Trouw bezoekt deze zomer plekken die belangrijk zijn in leven of werk van een kunstenaar. Vandaag: Schilder Edouard Manet had vooral oog voor één inwoonster van Zaltbommel: Suzanne Leenhoff. Aan de hand van biografe Thera Coppens zoeken we naar sporen in het stadje aan de Waal.

Redactie

Blond en rond was ze. Suzanne Manet, de kersverse vrouw van de schilder Edouard Manet, zal een opvallende verschijning zijn geweest tussen de slanke brunettes in het Parijs van 1863. Er was nog iets bijzonders aan haar: ze speelde prachtig piano. Ze had de schilder leren kennen, doordat ze zijn jongere broertjes pianoles gaf.

Suzanne Leenhoff kwam uit Zaltbommel, het stadje aan de Waal met de markante afgetopte kerktoren. Hoe komen een Parijse schilder en een Nederlandse pianiste bij elkaar? Het is een verhaal, waarvoor we met Thera Coppens naar Zaltbommel gaan. Coppens schreef de biografie ‘Suzanne en Edouard Manet. De liefde van een Hollandse pianiste en een Parijse schilder’.

Betoverd door de heldere klank van een carillon

We beginnen aan de Waalkade, waar we uitkijken op de brede rivier en de imposante Martinus Nijhoffbrug. “Hier kwam de pianist Franz Liszt in 1842 aan wal,” vertelt de biografe. “Hij was op weg naar Den Haag, maar liet het schip stoppen, omdat hij werd betoverd door de heldere klank van een carillon. Hij liep zijn oren achterna, door de Korte Steigerstraat, tot hij hier, voor de Gasthuistoren stond. Hij opende deze deur en beklom de wenteltrap. Boven trof hij de beiaardier aan, die met zwaaiende armen en benen het zware klavier bespeelde.”

De beiaardier, Carolus Leenhoff, nam Liszt mee naar huis en vroeg aan zijn dertienjarige dochter Suzanne: ‘Speel eens iets voor deze meneer.’ Liszt was onder de indruk en raadde haar aan in Parijs les te gaan nemen.

Toen een paar jaar later de aardappelpest en een vreselijke hongersnood uitbraken, bracht Carolus zijn gezin naar zijn moeder in Parijs. Daar kon Suzanne haar pianostudie vervolgen. Ze verdiende geld door pianoles te geven bij de familie Manet, die bevriend was met Marie d’Agoult, de geliefde van Liszt. Coppens: “Dat kan geen toeval zijn geweest. Er waren in die tijd wel 20.000 pianoleraren in Parijs, een stad met 1 miljoen inwoners. Liszt zelf moet dit voor haar hebben geregeld.”

Biografe Thea Coppens voor het stadhuis waar Manet in 1863 trouwde met Suzanne Leenhoff. Beeld Merlin Daleman
Biografe Thea Coppens voor het stadhuis waar Manet in 1863 trouwde met Suzanne Leenhoff.Beeld Merlin Daleman

Trouwzaal van Manet

Nu ze in de zon door de oude straatjes van Zaltbommel loopt, borrelen de verhalen als vanzelf bij Coppens op. Couleur locale is belangrijk voor haar; ze koestert de deur, waardoor haar hoofdpersonen naar de trouwzaal zijn gelopen en de tuin, waarin het meisje als kind heeft gespeeld. Ze stelt zich voor hoe de bruiloftsgangers in de regen door de straatjes liepen en wijst op het pand aan de markt waar de rijke familie Philips woonde en waar Suzanne ‘s zondags in de salon op hun vleugel speelde.

Daartegenover ligt het stadhuis waar Suzanne en Edouard in 1863 het burgerlijk huwelijk sloten. Het gebouw is dicht, maar als Coppens haar naam noemt bij de VVV gaan alle deuren open. Even later kunnen we door het restaurant naast het stadhuis de trouwzaal in.

Eerste impressionisten

Het bruidspaar is toen via de trappen van het bordes binnengekomen. Coppens: “Eenmaal binnen liepen ze onder deze gemarmerde poort door de trouwzaal in. Waarom hangt hier nou geen bordje, waarop staat dat Manet hier is getrouwd? Iedereen zou toch willen zeggen dat hij in dezelfde zaal is getrouwd als Manet ?” Het meisje dat ons rondleidt, kijkt haar glazig aan. Manet, van hem heeft ze nog nooit gehoord.

Manet, Degas, Renoir, Monet, Fantin-Latour. We hebben het over de eerste generatie impressionisten, die in het midden van de negentiende eeuw in Parijs een einde maakte aan de hegemonie van de neoclassicistische schilderkunst. In hun ateliers experimenteerden ze met kleur en vorm, ze lieten zich inspireren door Japanse prenten en fotografie. Er werd vaak geschokt gereageerd op hun werk, zoals op ‘Olympia’, Manets schaamteloos realistisch naakte vrouw, die de toeschouwer recht aankijkt.

Het was een compleet andere wereld dan die van Zaltbommel. In het marktstadje was Suzanne ‘een sterretje’, ontdekte Coppens. Op de zolder van stadskasteel Zaltbommel vond ze het album amicorum dat haar vriendinnen samenstelden, toen ze naar Parijs vertrok. “Haar meester schreef voor haar een gedicht, waarin hij voorspelde dat ze furore zou maken als zangeres en pianiste.”

In vuur en vlam

Ook het stadskasteel gaat buiten openingstijden open als Coppens aanbelt. Beheerder Majo Slosser zet koffie en even later zitten we in de tuin in de schaduw van een parasol. Coppens: “Direct naast het kasteel stond het huis van Suzanne’s familie. In deze tuin speelde ze als kind. Het kasteel was in die tijd in gebruik als pakhuis voor aardappelen en uien.”

Op haar zeventiende belandde Suzanne dan in Parijs, de stad waar de operettes van Offenbach de mensen in vuur en vlam zetten. Coppens: “Dat maakte Suzanne van dichtbij mee. Ze is toen iets te enthousiast in de armen gesprongen van een musicus en werd zwanger. Edouard Manet heeft het jongetje, Léon Edouard Koëlla Leenhoff, heette hij, aangegeven.” Later heeft Manet hem vaak geschilderd. Hij stond onder andere model voor het beroemde schilderij ‘De fluitspeler’.

Artiste musicien

Veel biografen geloven dat Manet ook de vader van dat kind was. Maar Coppens vond in Parijse archieven overtuigend bewijs dat ene Koëlla de vader was. Want Suzanne gaf, zowel bij de burgerlijke stand als bij de doop, op dat de vader Koëlla heette, beroep ‘artiste musicien’.

Het heeft het er voor Edouard en Suzanne niet makkelijker op gemaakt. Hoewel ze al snel heel close waren, duurde het elf jaar voor ze konden trouwen. Vader en moeder Manet waren tegen dit huwelijk. Pas toen zijn vader was gestorven, kon Edouard naar Zaltbommel komen om met Suzanne te trouwen. Die dag, 28 oktober, stortregende het. Onder paraplu’s gingen ze naar het stadhuis. Daarna liep de trouwstoet naar de grote Maartenskerk met zijn stompe toren. De dienst werd in het Frans gehouden, heeft Coppens nog maar kort geleden ontdekt. Vader Carolus, die er organist was, zal op zijn mooist hebben gespeeld.

Pal naast het kasteeltje stond het huis van de familie Leenhoff.  Beeld Merlin Daleman
Pal naast het kasteeltje stond het huis van de familie Leenhoff.Beeld Merlin Daleman

Bijzondere vrouw

Het echtpaar ging in Parijs wonen. Suzanne is nooit een groot pianiste geworden. Als madame Manet was het onmogelijk om een carrière te hebben. Maar ze speelde elke donderdag in haar salon, als ze haar gasten ontving. Ze was een bijzondere vrouw, geen uit de klei getrokken tutje, zegt Coppens. “Ze steunde de impressionisten toen die nog niet werden erkend, ze speelde Wagner die in Parijs werd verafschuwd. Emmanuel Chabrier droeg een impromptu aan haar op, Beaudelaire was dol op haar.”

Was het een gelukkig huwelijk? “Na tien jaar wachten zijn ze uit liefde getrouwd. Edouard hoopte op een kind. Maar hij had syfilis, er kwam geen kind. Toen is hij ingestort: hij voelde zich een mislukt kunstenaar en een mislukte echtgenoot. Later hebben ze wel een goede relatie gehad. Dat hij trouw was, geloof ik niet. Maar zijn verhoudingen waren steeds van voorbijgaande aard.”

Zijn liefde voor Suzanne vind je terug in de vele schilderijen die hij van haar maakte. “Hij schilderde haar naakt in ‘Suzanne en de ouderlingen’. Dat schilderij heeft hij nooit willen verkopen. Ze had het volume van een Rubensvrouw, dat vond hij fascinerend.”

In Musée Marmottan vond Coppens veertig brieven van Suzanne, die zij schreef toen haar man was overleden. “Heel bijzonder, ik hield de brieven die zij had vastgehouden in mijn eigen handen. Dan lees je hoe triest ze was toen hij overleed.”

Lees ook:

Hoe Frans Hals na eeuwen obscuriteit een voorbeeld werd

Eeuwenlang was Frans Hals uit de gratie, maar in de negentiende eeuw beleefde hij een comeback. Hij wees kunstenaars de weg naar het moderne schilderen.

Musée d’Orsay geeft zwarte vrouwen op schilderijen hun naam terug

In Musée d’Orsay krijgen Franse schilderijen een nieuwe naam, naar de zwarte modellen die erop staan afgebeeld. De expositie is een uitdaging voor de kijker, die telkens een standpunt in moet nemen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden