Taal
Maarten van den Toorn: een neerlandicus die alles gewoon wist
Op 23 november overleed Maarten van den Toorn, een neerlandicus die in de jaren 90 nationale bekendheid kreeg als juryvoorzitter van het Groot Dictee der Nederlandse Taal.
De echte kenners wisten al dat hij aan de wieg gestaan had van de 'Algemene Nederlandse Spraakkunst', een omvangrijk naslagwerk over de Nederlandse taal. Velen kenden ook zijn aulapocket 'Nederlandse taalkunde', waarin hij in een glasheldere stijl een vlotte schets van de moderne taalkunde had gegeven. Nog steeds zijn er scholieren en beginnende studenten die profiteren van zijn 'Praktische cursus zinsontleding', waarin hij samen met collega Maarten Klein de Nederlandse grammatica samenvatte.
In de necrologieën wordt hij gekenschetst als een beminnelijk en erudiet man. Ik kan dat uit de eerste hand bevestigen, want ik was een aantal jaren zijn student-assistent. Maar hij was vooral een geletterd man, of meer precies: een bewust geletterd man. Een geleerde, die binnen de neerlandistiek zowel in de taalkunde als in de letterkunde zeer belezen en bedreven was, en die hierover in heel precieuze formuleringen kon spreken en schrijven. U moet die aulapocket maar eens tweedehands aanschaffen, er zijn er heel veel van gedrukt.
Maar hij had ook een eigen, droge humor. Ik vergeet nooit dat hij in een team van drie taalkundigen meedeed aan het spelletje 'Tien voor Taal', en dat ze een meerkeuzevraag kregen over etymologie. De presentator (in mijn herinnering Marcel Vanthilt) stelde de gebruikelijke vraag: "En Maarten, waarom antwoord C?" Maarten antwoordde droogjes: "Dat weten wij gewoon."
Heeft u een taalvraag? Mail deze naar p.a.coppen@let.ru.nl.
Grammaticale geschillen, etymologische enigma's en andere taaltwijfels, worden voor u opgehelderd door Peter-Arno Coppen en Ton den Boon. Lees hier meer afleveringen van onze taalrubriek.