Liedjes uit een autistisch hoofd: ‘Nerd zijn is the way to be’
Trouw onderzoekt in een korte serie hoe kunstenaars aan een nieuw werk beginnen. Aflevering 1: Chris Verlaan is autistisch én cabaretier. Dat gaat best goed samen. ‘Ik ben eigenlijk altijd moe en sombertjes. Maar als ik optreed, ben ik helemaal in het moment.’
Opkomst
Hoe begint Chris Verlaan (34)? Eigenlijk met niks. Hij komt gewoon het podium op: een magere man in een zwart pak, met een nerdbrilletje en een bête grijns op zijn gezicht. Hij kijkt en hij zwijgt. En dan gebeurt er al iets in de zaal: de jonge cabaretier wordt bemoedigend toegelachen, sympathiek gevonden. Als hij dan ook nog de spot drijft met zichzelf, heeft hij het publiek mee. Eind november kreeg hij op het Camerettenfestival zowel de jury- als de publieksprijs; een eer die eerder ook Brigitte Kaandorp en Theo Maassen te beurt viel.
Die warme ontvangst is een bonus, zegt Verlaan in zijn woonkamer in Almere. “Ik straal iets hulpeloos uit maar ook iets strijdbaars. Ik vergroot een deel van mezelf uit, namelijk dat ik eigenlijk liever thuis zou willen zitten.” Misschien wil het publiek zijn ongemakkelijkheid wegnemen, hem over de drempel helpen, hem door de – bewust ingelaste – pauzes heen loodsen. Verlaan: “Ik noem het de gunfactor”.
Autistisch hoofd
Zijn hulpeloze uitstraling hangt samen met zijn autisme, een milde vorm van Asperger, waarover Verlaan ook in zijn voorstelling vertelt. “Ik heb best veel last van mijn autisme nu”, meldt hij bijvoorbeeld aan het publiek. “Ik denk: ik zeg het maar even, je kunt het niet aan me zien. Maar ik ben hier nu al tien minuten en jullie beginnen me al aardig te irriteren.” Om zich beter te kunnen concentreren slikt Verlaan medicatie, een soort ritalin, en krijgt hij af en toe hulp van een autismecoach. Ook daarover maakt hij een grap in zijn voorstelling. “Hebben jullie mijn coach gezien? Dat was die man die voorafgaand aan de voorstelling alle stoelnummers controleerde.”
Sinds hij Cameretten heeft gewonnen, treedt Verlaan zo’n drie keer per week op, samen met de andere finalisten. Dat doet hij naast zijn baan als data-analist bij de GGD. Heerlijk cijferwerk is dat voor Verlaan, die medische biologie studeerde: “Data uitpluizen, ik geniet ervan. Dat is het voordeel van een autistisch hoofd: dat werkt heel rechtlijnig, het klopt of het klopt niet.”
Hé nerd, zo begint het
Ja, hij is een echte nerd, anderen zien dat óók. Op straat riep een onbekende het hem gewoon na: ‘Hé nerd!’ Kort daarop zat Verlaan in de bus en kreeg hij het idee voor zijn lied ‘Nerd zijn is the way to be’. Dat begint met: “Je hoeft geen nachten door te halen, houdt geen barkrukken bezet, elke avond lig je veilig tijdig in je eigen bed. Je hebt geen last van soa, schoonfamilie, vrouwelijk gezeur. Nerd zijn stelt nooit teleur.”
Zo maakt hij cabaret: het begint altijd met een liedje. “Stand-up comedy is de norm in het theater, een pratende man of vrouw op het podium. Maar voor mij draait het om de liedjes. Daarnaast werk ik met pauze en rust. Ik probeer het advies te volgen van Pieter Bouwman, de regisseur van Cameretten. Die zei: Je moet zo lang mogelijk stil zijn, kijken wat er dan gebeurt.”
Ritueel: de kringloopwinkel
Zijn eerste voorstelling dit jaar is in Bodegraven (11 januari), daarna volgen Geertruidenberg, Lisse, Rhoon. Hoe bereidt hij zich op zijn optredens voor? “Ik begin hier thuis met het doorlopen van mijn set, heel snel hoor, ik ratel door de liedjes heen. De tussenstukken, waarin ik alleen praat, oefen ik niet, die moeten op het podium nieuw aanvoelen. Daarna pak ik mijn auto in – gitaar, luit, kostuum – en ga ik vroeg op pad, om een uurtje of twee ’s middags. Dan heb ik geen stress van files.”
En dan – vaste prik – brengt Verlaan een bezoekje aan de plaatselijke kringloopwinkel; van tevoren heeft hij het adres al opgezocht. “Ik ben dol op kringloopwinkels, daar kom ik tot rust. Die winkels geven me structuur: ik zoek altijd naar oude computerspellen en cabaretboeken.“Zijn laatste aanwinsten liggen op de salontafel: een dagboek van Wim Kan, een serie dvd’s van Herman Finkers en een boek over de geschiedenis van de oudejaarsconferences.
Om 17.00 ontmoet hij de andere finalisten in het theater, ze eten samen, daarna blijft Verlaan in zijn kleedkamer of maakt hij een wandeling. Ondanks zijn vaste ritme, ondanks de rustgevende kringloopwinkel, voelt hij zich een groot deel van de dag onprettig. “Ik ben eigenlijk altijd moe en sombertjes, ik voel me terneergeslagen. Maar als ik optreed, ben ik helemaal in het moment. Soms vraag ik mezelf af: ben ik op het podium dan wel eerlijk?”
Lege zalen
Met de Camerettenprijs op zak is Verlaans cabaretcarrière echt begonnen. En nu? Hoe gaat hij verder? Tijdens deze tournee spelen hij en de andere finalisten vaak voor uitverkochte zalen. “Maar ik hoor van anderen: hierna worden de zalen flink leger.” Zodra hij meer tijd heeft, gaat hij nieuwe liedjes schrijven, en echt niet alleen maar over autisme, voor zijn eerste avondvullende voorstelling.
Hij wordt nu al vergeleken met Hans Dorrestijn, ook van het hulpeloze en sombere slag, maar Verlaan is realistisch: “Over drie jaar zal blijken of ik een blijvertje ben.”
Lees ook:
De levenslessen van Rayen Panday: Pas sinds ik comedian ben, voel ik me begrepen
Na elf jaar rechtenstudie gaf Rayen Panday alsnog toe aan de roep van het podium. De comedian groeide op in Zaandam bij strenge ouders. ‘Inmiddels ben ik 35 en nog single, dus mijn ouders zijn allang blij als ik met íemand trouw.’