Column
Lekker lezen of literatuur?
Murat Isik won bijna twee weken geleden de Libris Literatuurprijs. Dat is mooi voor hem: 50.000 euro, en het boek zal vast een flink aantal weken in de CPNB top-60 staan.
Geld is voor een schrijver altijd fijn, omdat het daar nogal eens aan ontbreekt. Ik ken zijn roman niet, kan en mag er dus geen oordeel over hebben. Anderen hadden dat wel. Het boek, ‘Wees onzichtbaar’, zou niet literair genoeg zijn, het toekennen van de prijs aan Isik was een belediging voor de andere vijf genomineerden. Wat ik er, vanaf mijn Eifel-zijlijn, van begreep was dat de jury van de Libris-prijs gekozen had voor het verhalenvertellend vermogen van Isik, in het juryrapport dat ik op internet nalas, wordt gesproken over het omzetten van ‘een wereld die de lezer kent uit krantenartikelen en sociale studies’ in een boek. Hoe je definitie van literatuur ook is, wat je smaak ook is, een jury is een jury, bestaande uit een x-aantal mensen die samen tot een oordeel moeten komen. Ik heb zelf niet in veel jury’s gezeten, maar vooral die voor de Kerry Group Irish Novel of the Year liep uit op een verbeten strijd tussen het ene andere jurylid en mijzelf, feitelijk over de hoofden van de vijf genomineerde schrijvers (m/v) heen. Twee mensen in een jury, dat zou verboden moeten worden.
Zenuwen
Uit eigen ervaring weet ik dat er nog andere dingen meespelen bij het toekennen van de Libris Literatuurprijs. Libris, moeten we niet vergeten, is het samenwerkingsverband van ruim honderd zelfstandige boekhandels. Tijdens de uitreiking van de prijs, in het Amsterdamse Amstel Hotel, zijn de tafels voornamelijk gevuld met Librisboekhandelaren (m/v). Zo her en der zit een op zijn of haar paasbest geklede genomineerde zich te verbijten. Er wordt gegeten (dat eten zou voortreffelijk zijn, want ja: het Amstel Hotel, maar dat valt vies tegen, hoewel ik ook daar geen oordeel over kan en mag hebben, want het laatste waar je zin in hebt, is eten) en gedronken en gezellig gebabbeld. Maar gezelligheid is niet besteed aan de genomineerden, want die stikken van de zenuwen.
Twee keer heb ik het meegemaakt, van de eerste keer weet ik niet veel meer, en de tweede keer bevond ik me heel vaak buiten, want buiten mag je roken. Elke keer werd ik door een geagiteerde secretaris van de Prijs opgehaald en naar de eetzaal gesommeerd. De spanning steeg, de winnaar werd bekendgemaakt: Yves Petry, voor zijn boek waarin de ene Duitser de andere Duitser doodmaakt en opeet. Alle boekhandelaren aan mijn tafel trokken wit weg. Eén van hen durfde het hardop te zeggen: “O nee, dat boek is onverkoopbaar.”
Ik zocht het even op, ‘De maagd Marino’ heeft in 2011 welgeteld twee weken in de Top-60 gestaan. Twee weken! De Librisprijswinnaar! Boekhandelaren willen geen moeilijke, al te literaire boeken. Die willen een kloek, lekker leesboek. Maar ik kan me niet voorstellen dat dat als overweging aan de jury wordt meegegeven. Toch?
Gerbrand Bakker en Franca Treur schrijven om beurten over lezen, schrijven en het literaire leven.
Lees ook: Ik schrijf en ik lees op het moment niet, dus wat er overblijft is het literaire leven
De stad heeft een machtige aantrekkingskracht op kunstenaars. Maar juist daar dreigt ook het gevaar dat je wordt opgeslokt.