Lees je de coronacrisis door met nieuwe Nederlandse fictie én klassiekers

Meer naar binnen gericht worden we er natuurlijk wel van, van die coronacrisis. Zeker komen er ook belangrijke niet-Nederlandse auteurs met nieuwe romans komende maanden ­(Hanya Yanagihara in januari al), maar in de aanbiedingen zijn het, wat fictie betreft, vooral de Nederlanders die in het oog springen. Nieuwe romans van onder meer Nina Polak (over twee stadse vrouwen op het platteland), Bert Wagendorp (een historische roman over een landverhuizer), Dirk van Weelden (over het huwelijk van zijn ouders), Tom Lanoye (over Antwerpen) en Jonathan van het Reve (over een aanslag op een satirisch tv-programma die de presentator als enige overleeft). In april verschijnt Julia van ­(vertrekkend) Trouw-columnist Rosita Steenbeek, over de enige dochter van keizer Augustus die weigerde een pion in de machtspolitiek van haar vader te zijn. En nog zo’n mijlpaal: uitgeverij Cossee kondigt voor begin februari een nieuwe roman van voormalig Trouw-columnist Gerbrand Bakker aan, de schrijver die lang zei dat hij nooit meer romans zou schrijven. In De kapperszoon vertelt hij het verhaal van kapper Simon die zijn vader (ook kapper) nooit kende omdat die zijn biezen pakte toen Simons moeder zwanger was en in het KLM-vliegtuig zat dat in 1977 crashte op Tenerife. Een schrijver raakt gefascineerd door het levensverhaal van deze voortvluchtige kapper.

Feestedities

Me dunkt dat de boekenmarkt danig kan profiteren van deze crisis die mensen aan huis kluistert. Zelf neem ik nog gretiger de aanbiedingen door. Ook in klassiekers kan je deze winter je kans grijpen: zowel Ulysses van James Joyce als Het barre land van T.S. Eliot verschenen een eeuw geleden voor het eerst en De Bezige Bij komt met feestelijke edities. Dichter bij huis, en dunner, valt er ook wat te vieren: Bleekers zomer het debuut van Mensje van Keulen wordt vijftig en herdrukt.