In de Verenigde Staten van president Trump kunnen kunstenaars haast niet anders dan stelling nemen. Hun activisme is nu te zien in Kunsthal Kade in Amersfoort.
Hij vloog wel vaker uit de bocht, de oranje-rode Dodge Charger uit de Amerikaanse tv-serie ‘The Dukes of Hazzard’. Maar in Kunsthal Kade in Amersfoort lijkt het helemaal mis te zijn gegaan: de auto staat met een verfrommelde neus rechtop in het zand geboord. Total loss.
Het is een ideale blikvanger voor de tentoonstelling ‘This is America – Art USA Today’. Een icoon van de populaire cultuur, die glashelder verbeeldt hoe de vaste waarden van de Amerikaanse samenleving de laatste jaren op losse schroeven zijn komen te staan. Voor wie het destijds, begin jaren tachtig, gemist heeft: de auto speelde de hoofdrol in een jolige serie, waarin de niet al te snuggere neefjes Bo en Luke Duke achter het stuur zaten en in iedere aflevering wild achtervolgd werden door nog dommere agenten.
Niemand stoorde zich destijds aan de vlag die op het dak van de auto was geschilderd: de Confederate Flag van de Zuidelijke staten, die in de Amerikaanse burgeroorlog vochten voor het in stand houden van de slavernij. De bijnaam van de auto was ‘General Lee’ – vernoemd naar de militaire aanvoerder van het Zuiden. Zelfs de claxon refereerde aan die duistere periode; die toeterde het Zuidelijke volkslied ‘Dixie’s Land’.
Was de tv-serie propaganda voor wit superioriteitsdenken? Vast niet bewust, de symbolen werden gebruikt om het verhaal te situeren op een boers en simpel platteland in het zuiden van de VS. Zelfs de kunstenaar die de auto rechtop in een bak zand zette, Hank Willis Thomas, was destijds fan van ‘The Dukes’. En hij is een zwarte Amerikaan. Inmiddels is er volop discussie over oude tv-series en films die racistische of seksistische ondertonen hebben – kun je die nog wel uitzenden? Velen vinden dat politiek correct gezeur, maar Thomas maakt met de verongelukte General Lee (een kopie, uiteraard) een duidelijk statement. De tijd dat we zwarte bladzijden uit de geschiedenis schouderophalend als onschuldige nostalgie konden afdoen, is wat hem betreft voorbij.
De kunstenaar is een activist – in 2016 begon hij met collega Eric Gottesman het For Freedoms-project. Ze organiseren bijeenkomsten over de fundamentele vrijheden die president Franklin D. Roosevelt in 1941 formuleerde: vrijheid van geloof en meningsuiting en bevrijding van armoede en angst. Bij tussentijdse verkiezingen in 2018 plaatsten ze 200 billboards door het hele land met politieke leuzen en afbeeldingen die deze vrijheden maar weer eens onder de aandacht moesten brengen. Twee daarvan zijn op ware grote te bewonderen in Amersfoort, de rest in klein formaat.
Geëngageerde kunst
De tentoonstelling is volledig gevuld met dit soort geëngageerde kunst. Want daar barst het van in de Verenigde Staten, ontdekte Robbert Roos, de directeur van Kade. Hij maakte vorig jaar een roadtrip door het land en sprak met talloze kunstenaars en galeriehouders. De expositie is een weerslag van die reis. Kunstenaars lijken nauwelijks anders te kunnen dan stelling nemen in een land dat zo verdeeld en gepolariseerd is: arm tegenover rijk, wit tegenover zwart, conservatief tegenover progressief. Vaak slaan ze net als Thomas en Gottesman de handen ineen en vormen ze collectieven en actiegroepen.
Zo zet design lab Amplifier diverse kunstenaars aan het werk om posters te maken over actuele onderwerpen, momenteel over de coronacrisis: gratis kunst voor iedereen – ook in Kade mag de bezoeker een poster meenemen. De Guerrilla Girls zijn al tientallen jaren bezig. De groep anonieme vrouwelijke kunstenaars stelt met pamfletten de achterstelling van vrouwen en mensen van kleur in de kunstwereld aan de kaak. Collectivo Rezizte en LosDos maken muurschilderingen in de grensstreek met Mexico. Zo passeren thema’s die de VS in beroering brengen kleurrijk en prikkelend de revu: Black Lives Matter, #MeToo, de strijd van homo’s en transgenders, het lot van illegale immigranten en Native Americans.
Individueel roeren kunstenaars zich uiteraard ook. Alixa Garcia tekende 194 kinderen op een enorm groepsportret. Het blijken allemaal slachtoffers te zijn van vuurwapengeweld. Gregory Sale vraagt aandacht voor de overvolle gevangenissen. Samen met gevangenen maakte hij nieuwe identiteitskaarten, waarop ze konden laten zien wie ze zouden willen zijn in een leven buiten de gevangenismuren. Het is kunst die je in het Engels als hands-on zou omschrijven – soms weinig subtiel, maar recht op z’n doel af. En relevant. De activistische kunst maakt de problemen van gewone Amerikanen heel invoelbaar.
Voetballen met het hoofd van Trump
Natuurlijk richt veel werk zich op de man die al deze thema’s op scherp zet, Donald Trump. Indecline, een anonieme activistische groep, laat in een video een groep jongens voetballen met een akelig realistische kopie van Trumps hoofd. Op het randje, zo’n afgehakte kop met blonde haren die door de lucht getrapt wordt. Het geeft maar weer aan hoe hoog de emoties in de VS oplopen. Er is vanzelfsprekend meer anti-Trump werk te zien, maar er zijn ook kunstenaars die positief over de president denken. Jon McNaughton schildert heldenvoorstellingen van Trump in een hyperrealistische stijl. Zo zien we de president, gestoken in zwart motorpak, op een Harley Davidson de hoofdstad Washington in rijden. Melania zit achterop, Amerikaanse vlaggen wapperen. McNaughtons werk schijnt goed te verkopen.
Verreweg het interessantst is de enorme Trumpverzameling die fotograaf Andres Serrano bijeen bracht. Hij richtte een wandvullend rariteitenkabinet in met prullaria over Trump: petjes, stropdassen, mokken, poppetjes en bordspellen. Er zijn talloze tijdschriftcovers (vaak door Trump gesigneerd), waarop hij wordt gepresenteerd als succesvol zakenman, vrouwenverslinder, tv-persoonlijkheid – het toonbeeld van succes. De oudste voorwerpen stammen al uit de jaren tachtig. Serrano zegt hierover: “Waarom is hij president geworden? Niet omdat hij een paar jaar geleden begon met campagne voeren, maar omdat hij zijn hele leven al campagne voert.” Voor de kast draait het woord ‘Ego’ langzaam rondjes op een hoge sokkel, als het logo van een duur champagnemerk.
Gelukkig overschaduwt de president de tentoonstelling niet. Daarvoor trekken andere werken te veel aandacht. Zoals de filmpjes van Elliott Jamal Robbins, waarin hij Walt Disney’s Sneeuwwitje laat veranderen in een zwart jongetje en weer terug in de lelieblanke prinses. Zo toont hij doeltreffend hoe schadelijk het gebrek aan diversiteit in de filmwereld is: voor kinderen van kleur zijn er nauwelijks rolmodellen, prinsessen zijn nu eenmaal wit.
De kunstenaar voegt er nog een laagje aan toe. Hij wil best wakker gekust worden door een prins. Ook dat is een verhaal dat niet vaak in films verteld wordt. Het is reuze-effectief om zo’n Amerikaans icoon, de ultieme Disney-heldin, in te zetten. Net als bij de auto van The Dukes of Hazzard heb je de aandacht meteen te pakken. Dat snappen Amerikanen als de beste.
This is America/Art USA Today, tot en met 3 januari in Kunsthal Kade, Amersfoort. Robbert Roos schreef ook een boek over zijn roadtrip.
Lees ook:
‘Tell me your story’ toont Afro-Amerikaanse kunst die knettert van de actualiteit
De expositie in Amersfoort met Afro-Amerikaanse kunst had eigenlijk al voorbij moeten zijn, maar werd vanwege de coronasluiting verlengd. Gelukkig maar, want juist nu moeten deze werken gezien worden.