kritieken Nederlands keramiek bloeide dankzij fiscale regels

door Cees Straus

Niet één maar vele honderden bijzondere objecten werden het Haags Gemeentemuseum in de schoot geworpen, toen de complete collectie Nederlands vernieuwingsaardewerk van de overleden verzamelaar en jurist Jaap Douma (1917-2002) als een legaat aan het museum toeviel.

Omdat Douma met een bijzonder goede blik in de keramiekwereld rondkeek – een museumconservator waardig – is zijn collectie op een goede plek terechtgekomen.

Douma had een goed oog voor keramiek die een essentiële rol heeft gespeeld in de vernieuwingsperiode van het Nederlandse design. Die valt grofweg tussen 1880, toen de art nouveau en Jugendstil internationaal gezien doorbrak, en 1940, het jaar waarin een voorlopig eind kwam aan allerlei vormexperimenten.

Die periode van zo’n zestig jaar is toevallig ook de tijd waarvoor het Haagse museum een meer dan gemiddelde belangstelling heeft, anders dan de naoorlogse jaren waarin de toegepaste kunst een meer internationaal en gedifferentieerd beeld te zien geeft.

Vooral de eerste veertig jaar van deze periode zijn voor het Gemeentemuseum interessant, zodat je verwacht de nodige ’dubbelen’ aan te treffen. Niets is minder waar: beide verzamelingen vallen precies in elkaar, en dat mag een klein wonder heten. De Nederlandse keramiek stond zeker in de periode tot de Eerste Wereldoorlog op hoog niveau, zoals ook te zien is op de allereerste presentatie van de collectie Douma in de benedenzalen van het Haags museum.

Titus Elliëns, conservator in Den Haag en samensteller van dit overzicht, zag met genoegen dat ’zijn’ verzameling kon worden uitgebreid met aardewerk afkomstig uit bedrijfjes waarvan hij tot voor kort geen notie had.

Het zijn niet uitsluitend de bedrijven die de toon op deze presentatie zetten. Ook de namen van individuele ontwerpers die zich incidenteel lieten inhuren bij pottenbakkerijen, zijn in het Haags Gemeentemuseum goed vertegenwoordigd. Zo zie je uitermate kunstige ontwerpen van bekende keramisten als Bert Nienhuis, W.C. Brouwer, Gerrit de Blanken en Chris Lanooy, en de minder bekende echtparen Paul en Maria Hobbel-van Harten en Franz Rudolf en Marguerite Wildenhain-Friedlünder, die goed waren voor een Duits-experimentele instroom.

Waarom komt deze opleving juist rond 1880 en duurt ze op zijn minst enkele decennia? Elliëns schrijft de opleving toe aan de veranderingen in het economische klimaat. Tot diep in de 19de eeuw stak het fiscaal klimaat in Nederland zodanig in elkaar dat het voor investeerders niet aantrekkelijk was hun geld te beleggen in bedrijven. Toen dat rond de eeuwwisseling ten goede was gekeerd, kwam er veel geld los op grond waarvan keramisten een eigen bedrijf konden stichten.

Nieuwe bedrijven kondigden zich vrijwel allemaal rond 1904-1906 aan. Maar omdat ze vaak geen duidelijk bedrijfsplan kenden, werden ze weer snel opgeheven. Voorbeelden van zo’n kortstondige levensduur geven onder meer Plateelbakkerij Haga (1904-1907) waarvoor Lanooy nog heeft gewerkt, maar ook de DKP oftewel de Dordtsche Kunstpotterij (1903-1908), Amstelhoek (1897-1910), Purmerend (1903-1907), Plateelbakkerij L. Huisenga (1906-1907) en Plateelbakkerij Rozenburg (1883-1917,) die ondanks zijn enorme faam al in 1914 de poort sloot, om drie jaar later geliquideerd te moeten worden.

Op de kwaliteit en creativiteit van de individuele keramisten had dat weinig effect – die wendden zich eenvoudig naar een ander, een nieuw bedrijf. Weinige daarvan hebben de effecten van de Tweede Wereldoorlog weten te doorstaan.

De Porceleyne Fles, De Sphinx, Goedewagen, Mosa en niet te vergeten Mobach bestaan nog altijd, maar hebben in sommige gevallen de bakens verzet door zich behalve op gebruiksaardewerk ook te richten op de civiele sector (sanitair). Ook deze bedrijven huren op gezette tijdstippen kunstenaars in die hun keramiek de goede richting opduwen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden