Tekening van Kees de jongen door Dick Matena, binnenkort ook als muurschildering te zien in de Jordaan. Beeld Dick Matena
Tekening van Kees de jongen door Dick Matena, binnenkort ook als muurschildering te zien in de Jordaan.Beeld Dick Matena

Jubileum

‘Kees de jongen’ verscheen 100 jaar geleden. ‘Voor mij was hij Kees het meisje’

De roman Kees de jongen heeft veel schrijvers, artiesten en kunstenaars geïnspireerd. Wat is het toch dat het boek van Theo Thijssen, dat honderd jaar geleden verscheen, zo boeiend maakt?

Ally Smid

Als je het piepkleine Theo Thijssen Museum in de Amsterdamse Jordaan betreedt, word je een eeuw teruggeworpen in de tijd. Bijzonder om te bedenken dat dit het woonhuis was van Thijssen (1879-1943). Althans, de begane grond. In de kelder en op de bovenverdiepingen woonden nóg zeven gezinnen. De Jordaan was in die tijd de dichtstbevolkte en armste wijk van de stad.

Vrijwilligers zijn er bezig de nieuwe expositie in te richten rond Kees de jongen, Thijssens roman die honderd jaar geleden uitkwam. Gymnastiekschoentjes, schoolschriftjes, schermspullen, allemaal spullen die worden getoond zoals ze in de speelfilm Kees de jongen uit 2003 te zien waren.

Veel foto’s ook van Amsterdamse plekken eind 19de eeuw, de tijd waarin de roman speelt: paardentrams op de Dam, het in 1885 geopende Rijksmuseum, toen aan de rand van de stad, waar Kees over fantaseerde dat hij er gids werd voor toeristen. Hij zou ze gewoon aanschieten, bedacht hij: ‘Êtes-vous un français?’

Covercollage van de roman Kees de jongen. Beeld Theo Thijssen Museum
Covercollage van de roman Kees de jongen.Beeld Theo Thijssen Museum

Optimistisch en troostrijk ‘voor arme bliksems’

Thijssen-kenner en mede-museum-oprichter Peter-Paul de Baar (71) leidt rond, tussen zijn drukke werkzaamheden door. Want hij legt de laatste hand aan de eerste echte biografie van Thijssen die in september bij uitgeverij Van Oorschot verschijnt: Theo Thijssen (1879-1943), schrijver, schoolmeester en socialist.

Vijfentwintig van de zeshonderd pagina’s, vertelt hij, wijdt hij aan het boek Kees de jongen. Over het algemeen zien kenners dit als het beste dat Thijssen heeft geschreven, maar tot de literaire canon heeft het boek nooit behoord, wel tot de canon van Amsterdam, aldus De Baar. Dat het boek zo’n succes werd, verbaasde Thijssen. Maar hij wist ook: iedereen herkent zichzelf erin als kind, en het is optimistisch en troostrijk ‘voor arme bliksems’.

De Baar: “Het werd geen bestseller, wél een longseller”. In 2021 verscheen de negende druk bij uitgeverij Athenaeum Polak & Van Gennep, met een omslag van striptekenaar Dick Matena, die eerder ook de graphic novel maakte. Maar de roman is in totaal zeker veertig keer herdrukt.

Geestelijke weerbaarheid van Kees

Hoewel de ingrediënten in het boek volop aanwezig zijn – armoede, standenverschil en het belang van onderwijs om je te verheffen – is het nooit bedoeld geweest als socialistisch pamflet. Waar het Thijssen om ging waren de gedachten, de fantasiewereld en de geestelijke weerbaarheid van Kees.

De Baar: “Er zijn veel parallellen met het leven van Thijssen zelf, hoewel hij zelf nadrukkelijk heeft gezegd dat het geen autobiografisch boek was. Maar net als de vader van Kees stierf Thijssens vader toen hij jong was. Ook aan tbc. Ook Thijssens vader was schoenmaker in de Jordaan. De moeder van Kees werd na de dood van vader agente in koffie en thee, en Thijssens moeder werd depothoudster van de broodfabriek Holland.”

Abjecte halfzachtheid

Remco Campert en Simon Carmiggelt waren indertijd zeer onder de indruk van Kees de jongen. In zijn Parool-rubriek Kronkel schreef Carmiggelt in 1952: ‘Het mist volkomen de in wezen zo abjecte halfzachtheid die van de officieel erkende Bartjes, Jaapjes en Pietjes vaak zulke onverteerbare kereltjes maakt’.

Campert, die Kees op z’n oude dag laat figureren in zijn roman Het leven is vurrukkulluk, schreef: ‘Nooit is een boek zo vlees voor me geworden als dit verhaal over een paar jaar uit een jongensleven, loepzuiver verteld, zonder enige literaire franje of belangrijkmakerij. Alles herkende ik. En dan Rosa Overbeek! Zij was niet alleen Kees’ maar ook mijn eerste liefde. Ik durf zelfs te beweren dat wie niet verliefd is geweest op Rosa Overbeek niet weet wat verliefdheid is.’

Kleindochter van Theo Thijssen

Een van de vrijwilligers in het Theo Thijssen Museum is de 77-jarige kleindochter van Thijssen, Rik Thijssen. Ze vindt het jammer, zegt ze, dat ze haar opa nooit gekend heeft. Hij stierf drie jaar voordat zij werd geboren. Maar heel lang vond ze het vreselijk om ‘een Thijssen’ en ‘de kleindochter van’ te zijn, vertelt ze.

“Altijd werd ik met hem vergeleken. Mijn schrijfsels op de hbs konden nooit op zichzelf staan. Later dacht ik: ik had hem veel willen vragen. Mijn tante Geer heeft zijn erfgoed altijd bewaakt en zij vroeg me op haar sterfbed om het van haar over te nemen. Geweldig weer, deze expositie.”

Expositie 100 jaar Kees de jongen. Theo Thijssen Museum, Amsterdam. Opening 13 mei om 15.30 uur door burgemeester Femke Halsema. Info: theothijssenmuseum.nl. Een Kees de jongen-audiotour is in de maak.

Auteur/actrice Annemarie Oster (80)

Annemarie Oster.  Beeld ANP /  ANP Kippa
Annemarie Oster.Beeld ANP / ANP Kippa

Kees de jongen zijn de dagdromen van een kind, verteld in heel lieve, toegankelijke taal. Het is niet alleen voor jongens geweldig, voor meisjes ook. Kees het meisje, was hij voor mij eigenlijk.

Met die zwembadpas waarmee Kees zich door de stad bewoog, waar Amsterdammers zich meester van hebben gemaakt, heb ik niks. Die zelfvertedering van mannen, dat ze vroeger ook zo waren. Zo van: in mijn hart ben ik altijd een jongen gebleven, zoals Harry Mulisch ook zei. Alsof vrouwen niet zulke gevoelens kunnen hebben.

Als kind dacht ik net als Kees: als ik nu het toneel op spring, dan kijkt iedereen en dan word ik beroemd. En als ik mensen Frans hoorde praten, net als Kees, zei ik: ‘Bonjour!’ Dat mensen dachten: wat spreekt dat meisje goed Frans!

Ik reisde vroeger vaak met de trein van mijn pleegouders in Leusden naar mijn ouders, die acteurs waren in Amsterdam, en terug. Dan deed ik of ik een Engels kind was. Toen was ik acht.

Ooit had je een film met een soortgelijk leidmotief: een verlegen jongeman die in zijn dagdromen de stoere, nobele hoofdrol speelt: Walter Mitty met in de hoofdrol Danny Kaye. Maar Theo Thijssen groef dieper: Kees die bij een open raam naar vioolmuziek luistert in de hoop binnen te worden genood om zelf even te mogen spelen en dat meteen zo goed doet dat de mensen hun oren niet kunnen geloven.

Kees de jongen blijft een meesterwerk dat mij al een leven lang op de been houdt. Of andere meisjes dat hadden? Geen idee. Ik had het er niet over. Dat speciale gevoel kon ik steeds weer oproepen, dat heb ik altijd gekoesterd. Thijssen heeft de kinderziel (mensenziel) beter doorgrond dan menige psychiater.”

Acteur Hans Dagelet (78)

Hans Dagelet. Beeld Martijn Gijsbertsen
Hans Dagelet.Beeld Martijn Gijsbertsen

“In 1970 voerden we met Toneelgroep Centrum Kees de jongen op als toneelstuk. De bewerking was van Gerben Hellinga, die het karakter van Kees had opgesplitst in twee karakters: de reële Kees en de fantasie-Kees. Ik werd de fantasie-Kees. De voorstelling werd een groot succes en markeerde voor mij een belangrijk moment in mijn leven. Mijn vader was vlak voor de première overleden en heeft deze successtory niet meegemaakt. De vader in Kees de jongen overlijdt ook vroeg, en hij wordt gedwongen vroeg volwassen te zijn.

Ik kreeg voor deze voorstelling in 1971, op mijn 26ste, de hoogste toneelonderscheiding, de Louis d’Or. Dit succes bracht mee dat ik naast mijn schoenen ging lopen en dacht dat me niets kon gebeuren. Ik leefde erop los. Na zo’n honderd Kees de jongen-voorstellingen was ik totaal gevloerd. Na een herstelperiode van een halfjaar ging ik verder. Meer dan tweehonderd voorstellingen heb ik in totaal gespeeld.

Op een gegeven moment kwam ik ook in contact met een van de dochters van schrijver Theo Thijssen. Toen ik zelf kinderen kreeg, breide zij een truitje voor onze baby.

De taal van Thijssen heeft niets aan actualiteit ingeboet, vind ik. Eenvoudige woorden met veel humor. Als geen ander wist hij een ode te brengen aan het kind in ons, en aan de waarde van het hebben van een rijke fantasie. Fantaseren doe ik nog steeds graag. Maar onlangs moest ik wel inzien dat het halen van de Wimbledon-titel geen haalbare kaart meer is. Wat mijn werk betreft koester ik nog steeds dromen om een paar mooie theaterprojecten uit te voeren.”

Schrijver Geert Mak (76)

Geert Mak. Beeld ANP / EPA
Geert Mak.Beeld ANP / EPA

“Ik las het boek op mijn twaalfde, even oud als Kees. In een tijd dat de fantasie nog niet gedigitaliseerd was. Ook ik geloofde als kind in de jaren vijftig, net als Kees eind 19de eeuw, dat bepaalde schoenen een magische kracht konden hebben, waarmee je iedereen eruit liep.

Het boek Kees de jongen – zo knap gecomponeerd, zo gelaagd – en Theo Thijssen hebben laten zien hoe goed onderwijzers kunnen zijn. Hoe Thijssen kinderen zag, hoe hij op een warme manier door ze heen keek. Die goede docenten zijn er nog wel, maar ze worden vakkundig weggevaagd door het belang van eindeloze Cito-toetsen en de komst van managers op school. Ik ken er verschillende van het soort van Thijssen, goede docenten, die overspannen zijn afgevoerd. Het Theo Thijssen Museum zie ik als een stil protest tegen het onderwijs van nu, een klein monument tegen de managementterreur. Een kwart, meen ik, van de vijftienjarigen van nu kan niet goed lezen. Dat was in de tijd van Kees de jongen ondenkbaar, met alle beperkte middelen die ze hadden.

Los van de voordelen van smartphones, ze zijn wel de doodklap voor de fantasie. Die moet het hebben van dromen, van onvervulde wensen. Wensen worden bij kinderen van nu op het schermpje onmiddellijk vervuld. Ik zie het bij mijn kleinkinderen. Waar je kinderen nog ziet fantaseren? In arme landen, in een Grieks vluchtelingenkamp zag ik het, daar speelden kinderen met stokjes en steentjes, maakten ze hun eigen verhaal.”

Lees ook:

Journalist Peter-Paul de Baar: Ik droom vaak dat ik terug naar school moet

Vannacht veranderde ik een oosterse prinses voor haar eigen veiligheid in een visje en stopte haar in een oude klok.’

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden