Review
Katten zorgen voor liefde in intieme bundel van Astrid Roemer
De Surinaamse schrijfster Astrid Roemer was er in haar grote romans niet vies van om ook heel grote woorden te gebruiken. Ze hield ervan om in de Nederlandse taal te zwelgen. In haar laatste verspreid verschenen korte verhalen was een abrupte wending zichtbaar. Met uiterst sobere woorden wikkelde ze het plot af.
Deze lijn zet ze voort in de verrassende dichtbundel 'miauw'. De schijnbare eenvoud van de taal sluit mooi aan bij de intimiteit van het huiselijke leven, dat Astrid Roemer in 'miauw' beschrijft. Het onderwerp kan bijna niet Hollandser. Uitgangspunt zijn de twee katten van de ik-figuur. Het zijn echte huisgenoten die met haar slapen, eten, dichten en vooral voor regelmaat en liefde zorgen in een huis waaruit de echte geliefde weg is gegaan, maar nooit vergeten is.
De visie op katten als maatjes om wie je bezorgd bent, is opmerkelijk voor een Caribisch auteur. Honden en katten zijn in het Caribisch gebied erfdieren die naast, niet met de mensen leven en die een minimale verzorging krijgen. Astrid Roemer verwondert zich erover dat zij met haar katten op een westerse manier meevoelt.
Natuurlijk maakt Roemer, die altijd en overal de taal exploreert, volop gebruik van dubbele bodems. Zo is de 'kat' niet alleen een dier, maar ook een sneer:
In elk gedicht zit een kat
minstens één
soms is het de kleine
die krabt
vaak is het de grote die vlijt
Dichten met een sneer heeft therapeutische waarde voor Roemer, want ze rondt af met:
waar ik ben ook 's nachts
laten zij me niet
zitten met ver
borgen muizenissen
De Caribische macho-figuur die verwend is door zijn moeder is een van de figuren die een kat krijgt:
Moeder
woont in zijn
gedachten en hij
heeft haar kleuren op bij mij hij
moet steeds trappen naar mijn
schenen en hij doet mijn
poes met opzet
pijn
Roemer beschrijft uiteindelijk niet de kleine wereld van haar huis, maar een steeds killer wordende buitenwereld. Populieren worden voor haar deur omgezaagd en ,,geen mens/ heft de armen ten hemel'. Oude vaders worden door familie met een veertigdaags ticket op hun sterfbed doodgekeken en ,,de gek zei: hij is/ voor ons/gegaan'. 'Voor ons': voordat het vliegticket verlopen is.
Daartegenover de kat die haar leert waar het in het leven om gaat:
op de knieën ga ik met melk
zij valt op het vloerkleed
mijn hand in haar vacht
zij laat de drank
staan en miauwt
en spint en
spint
Is dat alles?