Jonge Lucebert was in de ban van het antisemitisme
Lucebert werkte niet gedwongen, maar vrijwillig in nazi-Duitsland. En hij stuurde anti-Joodse brieven naar huis.
Lucebert, een van de meest gelauwerde dichters van Nederland, heeft tijdens de oorlogsjaren vrijwillig in de Duitse wapenindustrie gewerkt. Daarnaast schreef hij in 1943 brieven naar Nederland met antisemitische strekking. Zijn biograaf Wim Hazeu kreeg vorig jaar ruim vijftig brieven in handen die Lucebert regelmatig ondertekende met Sieg Heil. De biografie ‘Lucebert’ verschijnt vandaag.
Volgens letterkundig journalist Hazeu was Bertus Swaanswijk, zoals Lucebert toen nog heette, een naïeve romanticus van 19 jaar oud die zijn ouderlijk huis ontvluchtte en zich door de Duitse propaganda liet overweldigen. Na zijn terugkomst is van antisemitisme volgens Hazeu in Luceberts werk geen spoor meer te vinden. Hazeu schreef eerder biografieën van Simon Vestdijk, Slauerhoff, Gerrit Achterberg en Marten Toonder.
Aan zijn toenmalige vriendin Tiny
De in 1994 op 69-jarige leeftijd overleden Lucebert was behalve dichter ook een begenadigd beeldend kunstenaar. Na de Tweede Wereldoorlog was hij een van de beeldbepalende dichters van de Vijftigers, die de literatuurwereld met experimentele poëzie op haar kop wilden zetten. Voor zijn poëzie ontving Lucebert de belangrijkste prijzen zoals de P.C. Hooft-prijs, de Constantijn Huygens-prijs en de Prijs der Nederlandse letteren. ‘Alles van waarde is weerloos’, is een van de bekendste dichtregels uit de Nederlandse literatuur.
Lucebert liet zich altijd aanleunen dat hij tijdens de oorlog gedwongen werd om in Duitsland te werken. Volgens Hazeu meldde hij zich echter in 1943 vrijwillig aan in het kader van de Arbeitseinsatz. Nooit maakte Lucebert nadere details bekend over de periode van juni 1943 tot mei 1944. De nieuwe feiten staan in ruim vijftig brieven die Lucebert in dat jaar schreef aan zijn toenmalige vriendin Tiny Koppijn, die voor haar overlijden besloot om ze aan Hazeu over te dragen.
'De Joodse sjacherige zwetsaard'
In die brieven vol met groot-Germaanse uitbarstingen schreef hij bijvoorbeeld: “De Joodse sjacherige zwetsaard heeft ons Nederduitsers erg, erg besmet, in plaats van een rustig kalm, langs stille grachten wandelende en in middags onbeschenen kamers peinzende stam, zijn we een klap en kletsvolkje, een grote troep machtjoden geworden en ook in plaats van dappere heldere idealisten en vechters gelijk met de joden laf en alleen beducht en belust op materiële goederen, niets geen ideaal, geen religie, geen hoop en verlangen.”
Lucebert liet zich neerbuigend uit over de ‘negercultuur’, waarmee hij de jazzcultuur bedoelde. Hitler noemde hij ‘onze Führer’.
Hazeu is er van overtuigd dat Bertus Swaanswijk na terugkomst in Nederland zijn foute keuze inzag. Nergens in zijn oeuvre is volgens de biograaf ook maar een zweem van nationaalsocialisme te bekennen. De onthulling van Hazeu is opmerkelijk in het licht van het gegeven dat de Beweging van Vijftig, maar ook Lucebert bekendstond als uiterst links, antiburgerlijk en antifascistisch.
Lees het volledige interview met Lucebert-biograaf Wim Hazeu: 'Was hij een romantische naïeveling? Totaal.'