'James Joyce was een schrijver vol paradoxen'

De roman schetst het leven in Dublin op 16 juni 1904, de dag waarop Joyce een afspraak had met Nora Barnes, zijn latere vrouw. Sinds de verschijning van 'Ulysses' in 1922 geldt de 16de juni als 'Bloomsday', zo genoemd naar de twee hoofdpersonen in de roman, Leopold en Molly Bloom. Ter gelegenheid van Bloomsday verscheen dit jaar 'Joyce Images', een prachtboek vol foto's en portretten van de beroemde schrijver, met een inleiding van Anthony Burgess. Veel foto's zijn bekend, zoals die van Gisle Freund, Brancusi en Man Ray.

Maar er zijn ook kiekjes opgenomen uit het familie-archief, vakantiefoto's uit Zwitserland, op het strand van Scheveningen en de Engelse badplaats Torquay. Het boek opent met een serie nooit eerder gepubliceerde portretten van Joyce, in 1937 gemaakt door Josef Breitenbach. Ze laten een kwestbare Joyce zien, geplaagd door oogkwalen en zorgen om zijn krankzinnige dochter Lucia, maar ook onverzettelijk. Ondanks alle fysieke handicaps voltooide hij in 1938 zijn 'Finnegans wake', zijn tweede meesterwerk. Anthony Burgess noemt in zijn inleiding Joyce een schrijver vol paradoxen: “Bijna blind, net als Homerus en Milton, twee van zijn voorgangers in de epische vertelkunst, wist hij als geen andere schrijver beeldende kunstenaars te inspireren, zowel schilders, fotografen als filmregisseurs.