Review

Ingrijpen om natuur te behouden

De laatste jaren wordt geprobeerd landbouwgronden terug te brengen tot wat ze oorspronkelijk waren: 'woeste gronden' om met onze voorouders te spreken. In de wandeling heet dat 'natuurontwikkeling', maar je zou beter kunnen spreken van 'natuurherstel'. In dat geval moet je weten hoe de bodem vroeger was. Dan kun je nagaan wat er vroeger groeide en wat je moet doen om die vegetatie eventueel terug te krijgen. Daarbij helpt de 'Atlas van plantengemeenschappen in Nederland', waarvan zojuist het tweede deel is verschenen.

door Henk van Halm

Planten groeien niet overal. Zij stellen eisen aan grondsoort, zuurgraad, chloridegehalte en mate van vochtigheid, beschaduwing en voedselrijkdom. Planten die als enige eis aan hun groeiplaats stellen dat er veel stikstof in de bodem aanwezig is, zijn in ons overbemeste landschap algemeen. Kieskeurige planten worden steeds zeldzamer.

Planten die dezelfde eisen aan hun groeiplaats stellen, groeien bij elkaar. Ze vormen een gemeenschap, een associatie. Daarover gaat deze atlas.

De meeste plantengemeenschappen in dit tweede deel van de atlas hebben hun zwaartepunt in halfnatuurlijke landschappen; graslanden, zomen en droge heidevelden. Oorspronkelijk waren die terreinen bebost, maar de mens veranderde deze voor zijn eigen doeleinden. Graslanden en heidevelden werden in het verleden intensief geëxploiteerd. Ten bate van een zo groot mogelijke agrarische productiviteit werden er voortdurend organisch materiaal en voedingsstoffen aan onttrokken. Daardoor verschraalde de bodem en vestigden zich uiteindelijk laagproductieve plantengemeenschappen. Als voorbeeld kan de heide dienen. Het voortdurend afplaggen van de toplaag en de begrazing door schaapskudden, die hun mest niet in het veld, maar in de schaapskooi deponeerden, bood alleen mogelijkheden aan een vegetatie die uitsluitend gedijde als er weinig voedingsstoffen beschikbaar waren.

Dynamisch

Zo is vroeger eigenlijk heel Nederland beheerd. Tot de bosrestanten toe, want daar werd strooisel en brand- en timmerhout gewonnen. De resultaten van zulk beheer zijn wij gaan waarderen als zeldzaam en bijzonder, de moeite waard om te behouden en te onttrekken aan de ontginningshonger. Lange tijd heeft men gedacht dat de natuur het zelf wel zou redden in die natuurreservaten. Maar de natuur is dynamisch en al snel werd duidelijk dat het landschap dat men wilde behouden, veranderde in iets dat men niet wenste.

Vijftig jaar geleden drong het besef door dat het vroegere beheer moest worden voortgezet als men een bepaald landschap en daarmee bepaalde plantensoorten wilde behouden. Dat betekent nieuwe petgaten graven in veenweidegebieden met kwel om trilvenen te laten ontstaan, afvoeren van maaisel in graslanden (hooilandbeheer) en periodiek afplaggen van heidevelden, zoals dat vroeger werd gedaan. Begrazing met schapen, paarden of runderen is ook een beheermethode, die het landschap in een gewenst successiestadium kan houden, maar dat hangt vooral af van het type landschap en vegetatie dat men voor ogen heeft. Vastgesteld is dat de soortenrijkdom door begrazing fors toeneemt.

Zonder ingrijpen door de mens zouden de gewenste begroeiingen binnen enige tientallen jaren veranderen in struwelen en bossen. Dat is het lot van de meeste heidevelden. Hei, gagel, kruipwilg, heidemossen en bodemkorstmossen verdwijnen als beheer achterwege wordt gelaten. Uiteindelijk wordt alles bos, als de natuur haar gang gaat. Kustduinen en het overstromingsgebied van de rivieren zijn de enige plekken waar bepaalde vegetatietypen zich langere tijd zonder ingrijpen door de mens kunnen handhaven.

Bijzondere atlas

De laatste jaren zijn diverse gemeentelijke, provinciale, nationale en zelfs Europese verspreidingsatlassen verschenen. Die atlassen betroffen uitsluitend zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën, vissen, libellen, dagvlinders, loopkevers, weekdieren, planten of paddestoelen. De 'Atlas van de plantengemeenschappen in Nederland' is een heel andere werk. Niet eerder verscheen in Nederland een atlas die de landelijke verspreiding van plantengemeenschappen tot onderwerp heeft. Die verspreiding wordt getoond op kaartjes die zijn verdeeld in zogenaamde uurhokken van 5x5 kilometer. Van elke gemeenschap worden twee kaartbeelden gepresenteerd; een historisch beeld van de verspreiding voor 1975 en een recent beeld uit de periode daarna. Bij elke gemeenschap wordt een lijst gegeven van kenmerkende soorten. De verspreidingsgegevens van deze soorten maken een indicatie mogelijk van het gebied waar het voorkomen van de gemeenschap waarschijnlijk is. Er wordt een schatting gemaakt van de plaatsen waar de gemeenschap nog zou kunnen voorkomen en mogelijk door beheermaatregelen te herstellen is.

Dat laatste lukt niet altijd. De atlas geeft als voorbeeld de mislukte pogingen blauwgrasland te herstellen. Het zaad van 75 procent van de kenmerkende soorten van blauwgrasland blijft kort kiemkrachtig en vormt dus geen zaadbank in de bodem. Hoewel de overbemeste toplaag werd verwijderd, verschenen er nauwelijks soorten van het blauwgrasland op de oorspronkelijke bodem.

Grootschaligheid

Het past niet meer in deze tijd om zoals vroeger kleinschalig te werk te gaan. Uit oogpunt van kostenbeheersing gebruikt men moderne middelen op een ander schaalniveau, wat niet altijd tot het gewenste resultaat leidt. De atlas geeft tal van voorbeelden hoe op zichzelf goede bedoelingen stukliepen. Op geroerde grond in bij ruilverkavelingen opgevulde laagten bijvoorbeeld. Op zulke bodems kunnen uit zichzelf alleen ruigtevegetaties met brandnetels en distels groeien, die tientallen jaren blijven voortbestaan.

Niet alleen voor beheerders is de atlas van belang. Meer nog dan afzonderlijke plantensoorten geven plantengemeenschappen een beeld van de kwaliteit van de natuur. Plantengemeenschappen doen daarom uitstekend dienst als milieu-indicator, maar het leren kennen van de samenhang tussen de verschillende plantensoorten maakt natuurbeleving vele malen intenser dan alleen het herkennen van soorten.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden