SchrijverscolumnFranca Treur
In de natuur, die niet je vriend is, heb je alleen jezelf
De corona-leestips vliegen je op het moment om de oren. Schrijvers en boekhandelaren willen je laten geloven dat het hele internet is lamgelegd. Terwijl de meeste mensen, als ze al iets lezen, toch vooral de nieuwsblogs aan het volgen zijn. En die zijn ook superspannend: meer gevallen hier, meer doden daar. Nog een maatregel, een grens dicht, een vliegtuig dat moet omkeren, Trump die iets gezegd heeft. Alles wordt de hele tijd erger.
Verder zijn we ook nog eens goed voorzien van opiniemakers. Mensen die straten vol lijkwagens voorspellen, mensen die zeggen dat de regering het verkeerd doet. Mensen die vinden dat andere mensen geen verstand hebben. Het is eindeloos, en we lezen het allemaal. Dat zien ze aan de bezoekersaantallen van die sites.
Ook ik kwam de afgelopen tijd niet erg aan boeken toe. Ik was mijn hoofd aan het breken over de vraag hoe ik met de baby in mijn schrijfhuisje zou kunnen komen. Daar zit een stuk tuin bij en ik heb zin om naar buiten te gaan. Daar kan het, zonder dat je in de buurt van anderen komt.
Het is alleen een uur en een kwartier fietsen van ons vandaan, en de baby kan nog niet in zo’n fietsstoeltje. Uiteindelijk heb ik een fietskar gekocht, die gelukkig meteen werd opgestuurd, maar vervolgens kwam hij vast te zitten in het distributiekanaal van post.nl. Eerst kreeg ik nog berichten over vertraging, maar ook dat is gestopt.
Eikenprocessierups
Mijn vriend is daar stiekem blij mee. Hij is bang dat we op de tuin zitten en dat er dan ineens een lockdown wordt afgekondigd. Zitten we dan in de rimboe met de teken, de steekwespen en de eikenprocessierups, maar zonder dokter. Ik denk: daar kunnen we tenminste worteltjes zaaien, en boontjes en pompoenen.
Zoals de hoofdpersoon van ‘De wand’, die enge roman van Marlen Haushofer. Daarin vertrekt een vrouw voor een korte vakantie naar een hut in de bergen. Na de eerste nacht ontdekt ze dat er een onzichtbare wand staat tussen haar en de bewoonde wereld. Zij kan nog net zien dat aan de andere kant van de glazen muur alle mensen en dieren versteend zijn. Vervolgens moet ze zich in haar eentje zien te redden, met een kat, een hond en een koe.
Ik las het al een tijd geleden, maar het is me heel sterk bij gebleven als een boek over een eenzame en hachelijke situatie. De dingen die gebeuren zijn over het algemeen niet spectaculair: het weer, wat de dieren doen, hoe de vrouw aan het werk gaat om voorraden aan te leggen voor de winter. Maar het is het gegeven zelf, dat je in de natuur, die niet je vriend is, alleen jezelf hebt. En dat je beslissingen moet nemen die als ze verkeerd uitpakken de dood tot gevolg hebben.
Lichtpuntje
Vanaf het begin is het onheilspellend. Op het moment dat de vrouw de glazen wand ontdekt, staat er: “Aarzelend probeerde ik het nog een keer en opnieuw was het of mijn hand het glas van een raam voelde. Toen hoorde ik een luid gebons en ik keek om me heen, totdat ik begreep dat het mijn eigen hartslag was die in mijn oren dreunde. Mijn hart was al bang geworden voordat ik het wist.”
Halverwege het boek blijkt de koe zwanger. Hoera, eindelijk een lichtpuntje, want melk. Toch weet Haushofer er nog iets verdietigs van te maken. Als het kalf er is, schrijft ze: “Die twee gingen helemaal in elkaar op en ik voelde me een beetje verloren en buitengesloten.”
Ik zou het boek nu maar niet gaan lezen. Maar dat was u vast al niet van plan.
Gerbrand Bakker schrijft met Franca Treur om beurten een column over lezen, schrijven en het literaire leven. Lees ze hier terug.