Review
'Ik schrijf, ik ga naar bed, ik schrijf, ik ga naar bed'
Renate Dorrestein: Een sterke man. Contact, Amsterdam/Antwerpen; gebonden uitgave ¿ 49,90, paperback ¿ 34,90.
Haar nieuwe boek, 'Een sterke man', is een knap opgebouwde thriller waarin vier vrouwen een getuigeverklaring afleggen over de dood (ongeluk? moord?) van het slachtoffer, wiens identiteit pas op drie kwart van het boek wordt onthuld nadat de lezer eerst nog even op het verkeerde been gezet is.
Het is haar elfde boek en een twaalfde staat alweer op stapel. Ondanks de ziekte die haar leven drastisch heeft veranderd, ME (myalgische encephalomyelitis); ze beschreef dat in haar vorige boek, 'Heden ik'. Een chronische aandoening, vreest ze, die haar ongeveer vier 'verticale uren' per dag geeft, vier uren waarin ze niet in bed ligt en waarvan ze er twee à drie aan schrijven besteedt. Alle andere bezigheden heeft ze uitbesteed en uitgaan is er ook amper meer bij. “Ik schrijf, ik ga naar bed, ik schrijf, ik ga naar bed. Zo kan ik een boek per jaar produceren. Dat is ook het behoud van mijn geestelijke gezondheid. Ik denk dat ik anders knettergek zou worden.”
Eenzaamheid is een duidelijk thema in haar nieuwe boek. “Eigen ervaringen zijn nu eenmaal het basismateriaal waarmee je werkt. Vijf jaar geleden had ik zo'n boek nooit geschreven, want toen kende ik die eenzaamheid niet. Je kunt door zo'n ziekte weliswaar in zekere zin droog komen te staan omdat je weinig nieuwe impulsen opdoet, maar anderzijds maak je weer heel andere dingen mee die je als gezond mens gemist zou hebben. Mijn repertoire is, vreemd genoeg, door mijn ziekte, vergroot. Hopelijk is dat scala gevarieerd genoeg om er langdurig uit te kunnen putten.”
“Eenzaamheid was ook een drijfveer om dit boek te schrijven. Het prachtige en het paradoxale is dat existentiële eenzaamheid een ervaring is die juist alle mensen met elkaar verbindt. In diepste eenzaamheid beleef je iets dat iedereen vroeger of later een keer overkomt. Op het moment dat je eenzaamheid zo ervaart, heft die zichzelf ook op. Dat is ongelooflijk bevrijdend. Maar voor het zover is, ben je door diepe dalen aan het modderen. Chronisch ziek zijn is een zeer vereenzamende bezigheid.”
De ziekte, oordeelt ze, heeft invloed op haar schrijven, ook al heeft ze dat lange tijd niet voor zichzelf willen erkennen. “Die ziekte is al erg en ingrijpend genoeg voor mijn hele bestaan, die mag, vond ik, mijn werk niet aanraken. Maar iets dat zoveel ruimte in je leven inneemt, raakt je schrijverschap, dat kan niet anders.”
Haar meeste boeken zijn, ook door haarzelf, wel getypeerd als gothic novels, diabolische sprookjes zoals ze in de achttiende-eeuwse Engelse literatuur werden geschreven, spelend op afgelegen plaatsen, eilanden, spookachtige decors. Bijna steeds, de ene keer meer uitgesproken dan de andere, is in haar boeken haar zusje terug te vinden, het zusje dat op twintigjarige leeftijd van het dak van een flatgebouw sprong.
In 'Een sterke man' komt een identieke tweeling voor, twee zusjes die volkomen aan elkaar verknocht zijn, zelfs samen, elkaar aanvullend, schilderen. Totdat een van hen plotseling besluit dat het beter is om uit elkaar te gaan, nu eindelijk eens ieder hun eigen leven te leiden. Toch weer dat zusje, toch weer een beeld van die abrupte scheiding?
Renate Dorrestein: “Ik denk het. Mijn uitgeefster vond dat gezamenlijke, haast automatische schilderen van die twee zusters een prachtig beeld, vroeg me hoe ik daar nou op kwam. Ik weet nooit hoe ik ergens aan kom, ik denk er ook nooit over na. De volgende ochtend werd ik wakker en dacht: Wel verdomme! Daar is ze weer!”
“Het sterke vind ik dat ik het zelf niet eens registreer. Het is kennelijk een vanzelfsprekend onderdeel van alles wat ik inzet en het duikt vroeger of later weer op, of ik dat nu wil of niet. Blijkbaar is het een onderdeel van mijn handschrift geworden, een onvervreemdbaar onderdeel van mij. Hier kom ik nooit meer van af. Maar het is de vraag of dat moet. Misschien moet je een geliefd persoon op de een of andere manier toch altijd bij je houden. Misschien moet je meer daarnaar streven dan naar de afrekening. Die afrekening betreft voornamelijk je eigen tekortkomingen, je eigen negatieve gevoelens over zo'n zelfmoord.”
In haar meest autobiografische boek, 'Het perpetuum mobile van de liefde', beschrijft ze ineens te beseffen “hoe vaak er in mijn werk sprake is van personages die van daken, balkons en rotsen springen of worden geduwd, maar dan niet te pletter vallen, zoals mijn zusje. Er zijn altijd wonderlijke omstandigheden of hulpmiddelen die maken dat mijn personages veilig wegvliegen. (. . .) Geen moeite is mij te veel om de bons waarmee het lichaam tegen de wereld stuk slaat, niet te hoeven horen.” Dit keer echter, in 'Een sterke man' valt er wèl iemand te pletter.
Even stilte. Dan: “Je bent de eerste die dat tegen me zegt. Ik heb er eentje dood laten vallen . . . Misschien is dat toch wel een nieuw geluid. Niet meer te hoeven redden.”
Je hebt dat niet bewust gedaan?
“Nee. Nee. Vallen is voor mij nog altijd iets vreselijks. Ik kan het niet aanzien als er in een film iemand van een dak valt. Nu heb ik gewoon iemand van de trap laten vallen. Dat is toch wel sterk. Ben ik waarschijnlijk toch weer een stap verder gekomen in het proces. Zie je, ik snap er zelf ook geen bal van. Dit soort dingen kan voor jezelf op een gegeven moment verklaren waarom je zo'n innerlijke noodzaak had om een bepaald boek te schrijven. Mijn onderbewustzijn wilde mij kennelijk duidelijk maken dat er een fase is afgesloten. Dat ik in een boek iemand dood kan laten vallen.”
Ook, en dan wat je zusje betreft, in die andere, figuurlijke betekenis?
“Nee, ik geloof niet dat ik die gevoelens jegens mijn zusje heb. Het is wel zo dat die vreselijke betrokkenheid vermindert. Onverschilligheid kun je het niet noemen, dat zou een te sterk woord zijn. Op de een of andere manier zingt het leven je los van wat er gebeurd is.”
De vrouwen in 'Een sterke man' adoreren de figuur die als zodanig in de titel wordt aangeduid. Hier duikt de weliswaar feministische maar jegens vrouwen zeker niet onkritische Dorrestein op. “Een van de grootste handicaps van vrouwen is dat wij in diepste wezen verlangen naar een man om op te steunen en er maar niet aan kunnen wennen dat die soms niet wordt aangeleverd door het bestaan. Het gevoel dat het leven voor een heteroseksuele vrouw pas compleet is als daar een heer aan vastzit.”
“Bewondering is een heel gevaarlijke emotie, vergelijkbaar met haat. Je gaat iemand idealiseren, je maakt een god van hem, maar vervolgens blijkt helaas dat het gewoon een mens is, met zijn fouten en feilen die je hem heel erg kwalijk gaat nemen. Ik weet nog dat ik vroeger, toen ik veel optrad, bang kon worden voor zalen waaruit mij honderden aanhankelijke ogen tegemoet staarden. Ik had dan het gevoel dat als ik iets zou doen wat niet bij het verwachtingspatroon van het publiek paste, ze me zouden lynchen.”
Heeft het feit dat het een man is die van de trap valt te maken met feministische denkbeelden?
“De bewonderde persoon moest hier een man zijn, want ik wilde het hebben over een van die zwakke kanten van vrouwen, de behoefte aan een sterke man. Dus moest hij ook het slachtoffer van de bewondering worden. Dat was onvermijdelijk.”
Via het redelijke aantal vrouwen in het nieuwe kabinet en de veel geprezen minister van volksgezondheid mevrouw Borst komen we weer bij ME uit. Renate Dorrestein heeft een ME-fonds opgericht en een (binnenkort uit te reiken) prijs, de International ME Award, voor de beste wetenschappelijke publikatie over deze ziekte. “ME wordt nog steeds niet als ziekte erkend, waardoor mensen ten onrechte geen uitkering krijgen. Terwijl het een echte fysieke kwaal is, waardoor mensen kunnen worden getroffen, zoals anderen door leukemie of suikerziekte.”
Even later: “Vreemd dat ik altijd in situaties beland waarin ik de barricade op moet. Het idee: dit neem ik niet, hier moet ik wat aan veranderen, dit treft, met mij, duizenden anderen. Ik ben een typisch produkt van de vrouwenbeweging: als iets je niet zint, ga je handelen. Dat is mij met de paplepel ingegoten.”