HeropeningFotomuseum Den Haag
Honderd berenportretten in Fotomuseum Den Haag: ‘Wie heeft er nou geen beer in huis?’
Fotografe en kunstenares Helena van der Kraan is op haar tachtigste verjaardag overleden. Haar laatste wapenfeit was een tentoonstelling over oude teddyberen, die zij vastlegde zoals ze ook mensen portretteerde. Eind mei ging Trouw, toen de musea weer voorzichtig open gingen, bij een tentoonstelling kijken.
Eindelijk mogen we ons – op gepaste afstand – weer onderdompelen in kunst en cultuur. Maandag openen veel musea de deuren. Trouw kiest twee gloednieuwe tentoonstellingen die vrolijk maken en ontroeren.
Opeens zaten en stonden ze voor de ramen, aan het begin van de quarantainetijd. Groot, klein, gekleed of puur natuur. Met een online locatiekaart konden de allerkleinsten, aan de hand van hun ouders, op jacht. Berenjacht.
Wie heeft er nou geen beer in huis? Veel volwassenen koesteren hun teddybeer hun leven lang. Dat is ze vaak aan te zien: ze missen een oog, een arm, hun vacht is versleten. Kunstenaar Helena van der Kraan (Praag, 1940) portretteerde de afgelopen vijf jaar zo’n tweehonderd innig geliefde beren. Elke door haar uitverkoren beer heeft een eigen persoonlijkheid die bijna menselijk is, vindt de fotograaf. Bijna honderd van die portretten zijn nu te zien in Den Haag. Bescheiden afgedrukt in zwart-wit in gelijke grootte.
Alle aandacht gaat zo naar de uitdrukking. Sommige beren zie je in hun geheel of juist in close-up, alsof ze zelfverzekerd stonden te praten en de fotograaf ze op het juiste moment wist te vangen. Anderen lijken verlegen, hebben net een vervelende dag achter de rug of zijn onzeker of de fotograaf wel weet wat ze doet. Nou, dat weet ze.
Een goede fotoserie begint bij de casting. In het boek bij de tentoonstelling, dat simpelweg ‘Portretten’ heet, vertelt de kunstenaar over haar selectiecriteria. ‘Niet iedere beer is geschikt als model. Een goede beer heeft enkele beweegbare ledematen, een draaibaar hoofd en ten minste één oog. Ze moeten kunnen poseren.’ Van der Kraans modellen zouden gezien hun leeftijd de catwalk niet meer opkomen. De jongste beer is dertig, de oudste is meer dan honderdvijftig jaar oud.
Bij alle musea moeten vooraf op het internet kaarten worden besteld, u kunt niet zomaar naar het museum toe. Aan de kaarten zijn vaste bezoektijden gekoppeld. In de musea is voor iedere bezoeker minimaal tien vierkante meter beschikbaar, vaak meer. Dat is dus voldoende om anderhalvemeter afstand te houden.
Controleer vooraf of de garderobe van het museum geopend is en hou er rekening mee dat tassen het museum niet in mogen. Op de websites van de musea staat uitgebreide informatie over een veilig bezoek.
Geliefd kan, lief niet
Knuffels mag je ze van Van der Kraan ook absoluut niet noemen. Dit zijn béren. Van knuffels neem je afscheid, beren blijven. Van der Kraan kreeg haar beer Bebbeba toen ze zes maanden oud was, in Praag in 1940. Ze kwam als afgestudeerd schilder en grafisch ontwerper in 1968 in Nederland terecht, na de mislukte revolutie in Tsjechoslowakije. Ze had maar één tas bij zich, Bebbeba werd haar later opgestuurd. Ze trouwde met de Nederlandse kunstenaar Axel van der Kraan.
Bebbeba was Van der Kraans eerste model. Vrienden waren onder de indruk; kon ze hun beer óók zo fotograferen? Zo kreeg ze een heel berenvriendennetwerk. In 2014 begon ze deze reeks. Van der Kraan werkt volledig analoog. Nu ze tegen de tachtig loopt, gaat dat niet zo snel meer. ‘Ideale zitters’ noemt ze de beren. “Ze zijn geduldig, lopen niet weg zoals kleine kinderen en ik hoef ze niet steeds vragen de ogen open te houden en de mond dicht.”
Een hoogopgeleide vrouw had vertelde dat haar beer de liefste was van de hele wereld. “Dat kan natuurlijk niet”, stelt Van der Kraan in het boek. “Een beer kan niet lief zijn. Wat zij bedoelde is, dat hij de meest geliefde beer van de wereld is. Dat kan.”
Het maakt niet uit waar je kijkt in de tentoonstelling, elke beer heeft een eigenschap die hem of haar bijzonder aantrekkelijk maakt. Een scheve neus. Een halve neus. Gigantische lakschoenen. Een gloednieuw broekje over de versleten vacht, uitbundige vrolijkheid ondanks een bruut afgerukte arm. Hoofd gedraaid of een tikje scheef, de blik gaat recht naar de diepste gevoelssensoren van de bezoeker – voor zover de stand van de berenogen dat toelaat.
Van der Kraan heeft deze schepsels, die ons ondanks hun gehavende lijven zo monter aankijken, zo menselijk gefotografeerd dat het is of ze het zich allemaal herinneren: onze vroegste grote emoties, de onbeholpenheid, verdriet en liefde die ze hun leven lang meedragen. Ook als deze beren in werkelijkheid al uit elkaar zijn gevallen, en wij ook, tonen deze foto’s die gevoelens beter dan wij ooit kunnen.
Helena van der Kraan, Beer & Teddy, tot 1 november in Fotomuseum Den Haag.
Nog steeds te zien
Vlak voor de coronasluiting besprak Trouw diverse exposities. Ze kunnen nog bezocht worden, de meeste zijn verlengd.
Hier, zwart in Rembrandts tijd
Museum Het Rembrandthuis, Amsterdam (te zien tot en met 6 september).
In de 17de eeuw was er al een zwarte gemeenschap in Amsterdam. Geen slaven, maar trotse zeevaarders. Ze werden geschilderd door Rembrandt en zijn tijdgenoten.
Nam June Paik, The Future is Now
Stedelijk Museum Amsterdam (te zien tot en met 23 augustus).
De Koreaans-Amerikaanse kunstenaar Nam June Paik voorspelde in 1974 de ‘elektronische snelweg’. Zijn installaties met beeldschermen en camera’s zijn nog steeds indrukwekkend.
Jan Beutener. After All
Museum More in Gorssel (te zien tot en met 20 september).
Jan Beutener is een buitenbeentje in de hedendaagse kunst. Hij schildert alledaagse beelden: een tuimelraam, een verfrommelde zakdoek, twee knokige knieën voor een windscherm. Hij wil niet in een hokje gestopt worden. “Ik ben mijn eigen stroming.”
George Stubbs – De man, het paard, de obsessie
Het Mauritshuis, Den Haag (te zien tot en met 30 augustus).
Het werk van George Stubbs (1724-1806), de beroemdste paardenschilder van Engeland, is voor het eerst te zien in Nederland.
Lang Leve Rafaël
Teylers Museum, Haarlem (te zien tot en met 30 augustus).
Het is vijfhonderd jaar geleden dat Rafaël overleed. De kunstenaar was eeuwenlang een voorbeeld voor andere kunstenaars. Het Teylers Museum laat zien hoe tijdgenoten en navolgers zijn werk interpreteerden.
The Absence of Mark Manders
Bonnefanten Museum Maastricht (te zien tot 23 augustus).
Mark Manders maakt beelden die zo weinig mogelijk met het hier en nu te maken hebben, met materialen die eenvoudig en vluchtig lijken: hout en klei, met draad aan elkaar gebonden.
Caravaggio-Bernini
Rijksmuseum Amsterdam (te zien tot en met 13 september).
Surf met Bernini, Caravaggio en tijdgenoten mee op de emotionele golven van de barok.
Maarten Spruyt
Het Hem, chapter Three, Zaandam (te zien tot en met 1 augustus).
De tentoonstelling die vormgever Maarten Spruyt maakte, wás al coronaproof: alleen of met z’n tweeën moet de bezoeker ondergronds door de vroegere schietbaan, en daar langs de werken van hedendaagse Nederlandse kunstenaars lopen. De vragen die Spruyt stelt, leiden prettig af van de menselijke tunnelvisie.
Other Worldly
Fries Museum Leeuwarden (te zien tot en met 3 januari).
De bezoeker neemt een duik in de onderwaterwereld. Films, foto’s en installaties laten de betovering zien die de mens aan die wereld toedicht.
Lees ook:
Een kleurrijk feest van afhechtdraden in de heropende Kunsthal
Eindelijk mogen we ons – op gepaste afstand – weer onderdompelen in kunst en cultuur. Maandag openen veel musea de deuren, zo ook de Kunsthal in Rotterdam.