null Beeld Werry Crone
Beeld Werry Crone

Klassiek & zoPeter van der Lint

Hoe hoger de noot, hoe heviger het kippenvel, ook al staat die haast nooit in de partituur

Peter van der Lint

Bezoekers van de dernière van Donizetti’s opera Anna Bolena bij De Nationale Opera hadden puur geluk. Aan het eind van die laatste voorstelling, afgelopen zondagmiddag, bekroonde prima donna assoluta Marina Rebeka de waanzin van Anna Boleyn met een stratosferische slotnoot. Een noot, die Donizetti in 1830 evenwel nooit met zijn ganzenveer in de partituur krabbelde. Volgens mensen die erbij waren, was deze hoge Es een huiveringwekkende, spatzuivere kreet die door het hart sneed.

Een enkeling die mij erover vertelde, kreeg tijdens dat relaas met terugwerkende kracht opnieuw kippenvel bij de herinnering aan die noot. Ik zag de voorstelling zelf twee keer, maar toen zong Rebeka precies wat er in de partituur stond – en dat is al vermoeiend en ingewikkeld genoeg. In geen enkele andere voorstelling kwam die hoge Es voor, behalve dus bij die allerlaatste. Kennelijk voelde Rebeka zich ontspannen genoeg, was ze vocaal in topvorm en dacht dat ze toch niets meer te verliezen had. En bam: daar was-ie!

Ten onrechte uitgejouwd

Hoge noten, en dan vooral slotnoten – er is al veel over geschreven en gediscussieerd. Operaliefhebbers zitten er massaal op te wachten, verpest als ze zijn door al die opnamen waarop uitstekende zangers zich die vrijheid permitteerden. Maar zoals ik al zei, het komt zelden voor dat zo’n noot in de partituur staat. Lekker is het uiteraard wel. Een opgewonden woede-aria, een waanzinsscène, een wanhoopsdaad – heerlijk als die door een diva (letterlijk: godin) bekroond wordt met een noot die voor ons stervelingen onmogelijk is.

Op een bepaald moment was er bij sopranen zo’n wildgroei aan hoge C’s, Cissen, D’s, Essen en E’s (zelfs een enkel F’je fietste er weleens tussendoor), dat dirigent Riccardo Muti ze in zijn voorstellingen verbood. We spelen en zingen naar de letter van de componist was zijn devies. Met het gedwongen uitblijven van zo’n topnoot was de liefhebber op menig Italiaans schellinkje het dan weer niet eens, en werd een zanger zeer ten onrechte uitgejouwd. Die kon misschien die noot heus wel zingen, alleen mocht zij dat van de maestro niet.

Muti had overigens wel een punt. Er waren zangeressen die hele aria’s naar beneden lieten transponeren, opdat ze aan het eind lekker uitkwamen voor die ene, glorieuze topnoot. Dus als de componist bijvoorbeeld een aria in F-groot had geschreven, lieten sopranen die naar Es-groot transponeren, omdat ze een hoge Es nog net op hun stembanden hadden zitten, en een hoge F niet meer. En daarmee hielpen ze dan een door de componist zorgvuldig opgebouwd harmonisch schema volledig naar de gallemiezen. Brava!

Geen hoge noot, maar hoge nood

Jaren geleden zong Nelly Miricioiù de rol van Anna Bolena in de Vara-Matinee, zoals die toen nog heette. Het werd een groot succes. Tot die slotnoot. De lievelingssopraan van de Matinee zette zich schrap voor de hoge Es, maar er kwam niks. De stembanden protesteerden tegen zoveel overmoed. Hoge noot werd hoge nood. Tijdens de uitzending op de radio de maandag erop zette ik me schrap voor die noot die niet kwam. En tot mijn verrassing klonk er een schitterende hoge Es. Bleek dat Miricioiù op de generale repetitie wel glansrijk het einde haalde, en dat die gelukte topnoot in de opname gemonteerd was.

Aan het eind van deze maand geeft Miricioiù, vorige maand 70 geworden, haar allerlaatste openbare optreden. In de Londense Wigmore Hall. Topnoten of niet, daar ben ik bij.

Peter van der Lint schrijft iedere week met aanstekelijk enthousiasme over de wereld van de klassieke muziek. Lees zijn columns hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden