Review

Hoe Armando 'ivoorzwart' maakt

Een beschrijving van het ontstaan van kunst kan meer duidelijkheid geven dan een interpretatie achteraf. Dat blijkt uit 'Verf', waarin veertien schilders over hun werkwijze vertellen. Deze interviews, met korte introducties, geven niet alleen een duidelijk beeld van hun werk maar ook van de makers zelf.

Louise de Haan

Zo is de tachtigjarige Co Westerik een voorzichtige en precieze schilder. Hij werkt volgens een strak systeem met een logboek waarin het ontstaan van elk doek wordt bijgehouden. In dit technische archief kan hij later nog eens opzoeken hoe een bepaald effect bereikt werd. Hij begint met een lullig krabbeltje. Om de essentie daarvan te behouden, vergroot hij dat nauwkeurig op doek. Elke verdere stap is weloverwogen; er wordt niets aan het toeval overgelaten.

Armando daarentegen is niet zo rationeel. Hij neemt nauwelijks besluiten, het overkomt hem. In plaats van een kwast gebruikt hij een plamuurmes, want het resultaat moet eruitzien alsof het 'immer da schon gewesen war'. Zijn antwoorden zijn net zo no nonsense als zijn werken. Vrijwel de enige kleur die hij gebruikt, heeft hij in de loop van de tijd gevonden. Het heet 'Ivoorzwart'. ,,Zoveel kleuren zwart zijn er niet, dus het is nogal simpel dat je daarop uitkomt.''

Dat is wel iets heel anders dan het zoeken naar het juiste zwart door Rob van Koningsbruggen. Jarenlang bouwde hij uit verschillende kleurmengsels steeds andere soorten zwart op. ,,Het is een fascinerend proces, dat zwart maken, bijna alchemistisch.''

Maar er zijn niet alleen maar verschillen, er zijn ook veel overeenkomsten. Bijvoorbeeld de wil om routine of 'een truc' te vermijden. Voorts is weerbarstigheid in het werk belangrijk, makkelijk mooi is taboe. Charlotte Schleiffert heeft hiervan haar handelsmerk gemaakt. Zij werkt in een anti-esthetische stijl die 'bad painting' heet. Haar antihouding is modieus cool.

Maar bij de oudere kunstenaar Ger van Elk is de recalcitrantie ingebakken in zijn karakter en daardoor in zijn werk. Typerend is zijn uitroep: ,,Jezus, wat ben ik blij dat ik geen kunstenaar ben.'' Hij ziet zichzelf liever als dichter. Om hem als schilder te beschouwen is ook wat vergezocht. Van Elk beschilderde vooral foto's en ooit een minuscuul blokje hout voor de tentoonstelling 'Sonsbeek buiten de perken' in 1971. Voor deze expositie van gigantische beelden maakte hij dit kabouterformaat. Van Elk zet zich graag af tegen de traditie, die hem overigens wel fascineert. Zijn bewondering voor de 17deeeuwse landschapsschilder Jan van Goyen wordt merkwaardig genoeg gedeeld door Rob van Koningsbruggen.

Bijna alle geïnterviewden blijken geïnspireerd door de grote meesters. De Engelse schilder Francis Bacon is belangrijk voor Emo Verkerk, Marc Mulders en Marlene Dumas. De ontdekking van een schilderij van de late Titiaan was voor Constant zelfs aanleiding om na zijn conceptuele periode weer te gaan schilderen.

Inspiratiebronnen, psychologische oorlogsvoering tegen jezelf, de worsteling met het materiaal, of destructie. Het zijn allemaal onderdelen van de strijd die in groezelige ateliers wordt uitgevochten. 'Verf' toont dit proces, dankzij de ontwapenende openheid van de kunstenaars.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden