Review

Hij zag het niet meer zitten in de kerk

J. Jonker, 'In de kerk zie ik het niet zitten' - Een poging tot herstel van het gesprek; Kampen (Kok), 1996, ¿ 24.90.

GERARD DEKKER

Is hier werkelijk sprake van een oplevende religiositeit of is het alleen maar een media-gebeuren? Het kan ook zijn dat het gaat om een religiositeit die niet meer verankerd is in het kerkelijke leven en daardoor meer van zich laat horen.

Er is in Nederland altijd een nauwe relatie is geweest tussen godsdienstigheid en kerkelijkheid: de godsdienst van de mensen kreeg gestalte in de kerken. Er was weliswaar geloof buiten de kerk (evengoed als ongeloof in de kerk), maar dat was altijd uitzondering.

Tegenwoordig is er sprake van een groeiende kloof tussen de kerken en het - vooral bij jongeren - bestaande geloofsleven. Niet alleen zijn er buiten de christelijke godsdienst allerlei vormen van religiositeit ontstaan. Maar ook binnen de christelijke wereld ontstaan er niet-traditionele vormen van godsdienstigheid, die geen aansluiting meer vinden bij de traditionele, in de kerk georganiseerde godsdienstigheid.

Pijn

Dit is een voor het godsdienstig leven ernstige situatie. Een geloofsleven heeft immers een of andere vorm van sociale ondersteuning nodig om in stand te blijven. Dat is wat sociologen noemen de noodzaak van institutionalisering: zonder enige vorm van institutionalisering dreigt geloofsleven op den duur verloren te gaan.

Maar bij die noodzaak van institutionalisering ligt nu juist ook de pijn. Het godsdienstig leven wordt vaste vorm gegeven, maar bij snelle veranderingen in het godsdienstig leven zelf is de vorm al spoedig verouderd. De kerk verliest dan het contact met veel gelovigen, omdat zij vervreemdt van die gelovigen.

Een zeer open en eerlijke beschrijving van zo'n vervreemdingsproces is te vinden in het zojuist verschenen boekje van de in 1915 geboren J. Jonker, dat als veelzeggende titel heeft 'In de kerk zie ik het niet zitten'. In een korte biografie beschrijft hij, hoe hij ('na vijftig jaar actief kerkelijk meeleven') vervreemdt van de georganiseerde kerk. Dat komt, omdat hij het evangelie anders leerde verstaan en dus anders ging geloven, én omdat voor die geloofswijze geen plaats bleek te zijn in de kerk waarin hij zich altijd had bewogen: zijn persoonlijk geloof in Jezus en in de 'op menselijkheid bedachte' God botste met het kerkelijk bedrijf.

Dit zeer persoonlijk getinte verhaal - alleen het hoofdstuk over 'het tijd- en cultuurgebonden karakter van de kerk' is wat onpersoonlijk en bovendien langer dan nodig is - loopt uit op de vraag hoe het nu verder moet. Want Jonker vindt het noodzakelijk dat de vervreemding tussen de kerk en hen die wel geloven, maar voor wie de kerk van geen betekenis meer is, zoveel mogelijk opgeheven wordt. Daarom wil hij een handreiking geven voor het gesprek tussen kerkelijken en zij die 'het in de kerk niet zien zitten'.

Klacht

Veel mensen - zo schrijft de hoogleraar godsdienstpedagogiek Ploeger in een voorwoord - zullen zich in Jonkers klacht herkennen. Maar ook als men een andere ontwikkeling in het geloofsleven heeft doorgemaakt dan Jonker, en ook als men het niet in alles met hem eens is (bijvoorbeeld dat de mens 'ongeneeslijk religieus' is), blijft staan dat de kerken zich veel van zo'n verhaal en zo'n aanklacht moeten aantrekken. Het is maar al te waar dat de kerkelijke organisatie vaak een doel in zichzelf is geworden en dat er 'vaker een machtsstrijd uitgevochten (wordt) over de juiste omschrijving van het doel dan dat het doel wordt nagestreefd' (Ploeger). Men maakt zich druk over binnen-kerkelijke zaken en verliest de samenleving uit het oog. Wie moet hier niet denken aan bijvoorbeeld de interne discussies in de rooms-katholieke kerk en aan het Samen op Weg-proces in de protestantse wereld? Daar hebben de mensen die Jonker op het oog heeft geen enkele affiniteit mee. Bij hen heeft de kerk alleen nog maar een kans als 'we afleren zo'n gesprek te beginnen vanuit het kerkelijk denken. De invalshoek zal de menselijke ervaring moeten zijn'. Het bestaan van de kerk is hiermee ook gemoeid. Want (om nog een laatste citaat te geven): 'Als een georganiseerde godsdienst in haar vele gedaanten voor grote aantallen mensen vandaag niet meer aanspreekt, geen adequate antwoorden weet te geven op de bij hen levende levensvragen, noch aansluit op hun levenservaring, dan zal zo'n organisatie afkalven en uiteindelijk verdwijnen. Als vraag (waaronder persoonlijke levenservaring) en aanbod (van de kerk) niet meer op elkaar aansluiten, dan blijft de vraag, maar is een beter aansluitend aanbod nodig.'

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden