Review
Het lijkt wel vakantie, want mamma is ontslagen
Argentinië, 24 maart 1976. Aangevoerd door Jorge Videla plegen de generaals van de land-, lucht- en zeemacht een staatsgreep. Tot opluchting van velen, want onder leiding van Peróns derde echtgenote, Isabel, was het land onbestuurbaar geworden. Een poosje militaire discipline om de zaken terug op orde te stellen, en dan weer een burgerregering: Argentinië was het zo gewend.
Dat het ditmaal anders zou uitpakken, had niemand verwacht. De junta zou meer dan duizenden politieke tegenstanders, voornamelijk afkomstig uit de arbeidersbeweging, vervolgen, folteren en vermoorden. Onder hen ook de ouders van de tienjarige Harry, het hoofdpersonage van ’Kamtsjatka’, en zijn vijf jaar jongere broertje Hummel.
Op een dag worden de jongens midden in de les van school gehaald. Het advocatenkantoor van hun vader, dat zich bezighoudt met de verdediging van politieke gevangenen, is ’s ochtends door de politie doorzocht. Daarbij is een collega meegenomen voor verhoor. Het gezin besluit geen risico’s nemen en vlucht halsoverkop naar een vakantiehuis buiten Buenos Aires. Er is geen tijd om Harry’s risk-spel en Hummels Goofy op te halen. De broertjes zeuren hun moeder de oren van het hoofd, zich nauwelijks bewust van de talrijke patrouillewagens die haar de stuipen op het lijf jagen.
Aangekomen op het onderduikadres, neemt de familie een nieuwe identiteit en andere gewoontes aan. Voortaan gaan ze elke zondag naar de kerk en draagt mama mantelpakjes in plaats van een slobbertrui en een jeansbroek.
Over het waarom van al deze veranderingen krijgt Harry weinig uitleg. Zijn ouders proberen de werkelijke omvang van de dreiging zo goed mogelijk voor hem verborgen te houden. Ze kopen een nieuw spel risk voor hem, laten hem urenlang televisie kijken of gaan met z’n allen een weekendje naar oma en opa. Afleidingsmanoeuvres die de lezer enigszins aan ‘La vita è bella’ herinneren. In deze controversiële film van Roberto Benigni uit 1997 maaktt een joodse vader zijn vierjarig zoontje wijs dat het concentratiekamp waarin ze opgesloten zitten, het decor is van een levensecht spel.
Ondanks de inspanningen van zijn ouders, doorziet Harry bepaalde ‘raadsels’. Zoals wanneer oom Rodolfo plots ‘sterft’: ,,Ik heb papa nooit gevraagd hoe oom Rodolfo was gestorven. Dat was niet nodig. Niemand gaat op zijn dertigste dood van ouderdom’’.
Schrijnende details over de folteringen en executies die de personen rondom Harry wegmaaien, blijven achterwege. ‘Kamtsjatka’ gaat dan ook niet over dé dictatuur: de geschiedenis van de vermissingen en duizenden, in trieste statistieken geboekstaafde slachtoffers is onderhand helaas genoegzaam bekend. Schrijver Marcelo Figueras, die in 1976 zelf veertien was, vertelt over de dictatuur zoals ze beleefd wordt door een tienjarig kind. Als shit, wanneer hij door ’die nieuwe president met zijn grote snor en boevengezicht’ van school moet veranderen. Als een langgerekte aflevering van ‘The invaders’ waarin hij zich, bij elk onbekend gezicht moet afvragen of het een vriend of vijand is. Als vakantie, want mama is ontslagen op de universiteit en ze is nu veel meer thuis. Als een spelletje risk met papa, die zich nooit gewonnen geeft, ook al staat hij er slecht voor en heeft hij enkel nog legers in het afgelegen Kamtsjatka.
Harry’s microgeschiedenis van het Videla-tijdperk lardeert wrange inzichten met luchtige kwajongensstreken en plaatst hartverwarmende familiale geborgenheid tegenover kille geweren. Het is tegelijk luchtig en beklemmend, optimistisch en ontmoedigend. Hierdoor staat het wellicht dichter bij de realiteit dan de vele biografieën en studies die naar aanleiding van het Zorreguieta-schandaal in Nederland verschenen.