Review

Het eenzame sterven van Pier Paolo Pasolini

Hans Oranje

‘Intra-Muros’ door Muziektheater Transparant en Blindman in co-productie met Toneelgroep Amsterdam en Concertgebouw Brugge. 27/4 Rotterdam (Schouwburg), 1/5 Eindhoven (Parktheater), 6/5 Amsterdam (Stadsschouwburg).

Bovenop de eerste rijen van de toeschouwersruimte zijn twee kooien gebouwd. In de ene zit Hugo Koolschijn, die als het personage van de dichter, schrijver en filmer Pier Paolo Pasolini een monoloog houdt over zijn leven dat weldra zal eindigen in zijn moord op het strand van Ostia door een jongen met wie hij betaalde seks heeft, zoals hij dat talloze malen heeft gehad, rijdend in zijn Alfa Romeo naar de jongens in het cruising gebied. In de andere kooi zit Kitty Courbois als zijn moeder. Zij zwijgt, maar leeft met heftige gezichtsmimiek mee met de eindafrekening over het bittere en grondeloos eenzame leven van haar zoon.

De voorstelling ’Intra-Muros’ is muziektheater van componist Eric Sleichim, die ook de voorstelling heeft geregisseerd, op een tekst van Peter Verhelst. Muzikaal het meest interessant, maar ook het ontroerendste onderdeel zijn ’madrigalen’ in het Italiaans die Verhelst door de hele voorstelling heeft gevlochten. Zij worden schitterend gezongen door de jonge countertenor Jonathan De Ceuster. Beginnend bij madrigalen van het gezicht (de mond, de ogen en de neus) dalen zij af naar de navel, het geslacht en de aars. Bij deze laatste aangekomen, zijn wij beland in het laatste deel van de voorstelling waarin Pasolini’s persoonlijke verhaal is geëindigd. De beide acteurs gaan vanuit de kooien het speelvlak op. Koolschijn gaat terzijde zitten, maar op drie televisieschermen zien we zijn gezicht en face. Courbois neemt nu de rol op zich van de vertelster uit Pasolini’s laatste en gruwelijkste film, ’Salò of de 120 dagen van Sodom’. Een ieder die de film gezien heeft zal, als hij de ogen niet gesloten heeft of is weggelopen, de afgrijselijke beelden nog op zijn netvlies hebben staan. In het laatste bolwerk van de fascisten, Salò, worden de kinderen van linkse intellectuelen gemarteld in de orgieën van de maniën, de uitwerpselen en het bloed en tenslotte de dood in gedreven. In de voorstelling worden deze gebeurtenissen slechts verklankt door de vier strijkers en de vier zangers van Blindman, een formatie van zestien musici die in staat worden gesteld op een onorthodoxe manier hedendaagse muziek te brengen waarin klank en lichaamstaal samensmelten. Zo treden zij in ’Intra-Muros’ op, slechts gekleed in schaars ondergoed, zoals ook de kinderen in ’Salò’ naakt of in een voddig onderbroekje gehuld de martelingen van de bankier, de hertog, de rechter en de monseigneur ondergaan.

’Intra-Muros’ is een heftige voorstelling waarin de kakofonische klanken van het kwartet pijn aan de oren doen, zoals alles hier pijn doet. En toch gaat er van deze Pasolini een grote kracht uit, zoals hij zijn brandende liefde voor mannen trots verdedigt: „Geef me één stad in dit land waar de mannen elkaar niet op straat beminnen”.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden