Expositie
Het Cobra Museum pakt uit met eindtijdkunst, ‘aansporing om het roer om te gooien’
De oorlog in Oekraïne doet velen vrezen voor de apocalyps. Verhalen over het eind der tijden zijn zo oud als de mensheid, bewijst een expositie in het Cobra Museum. Het goede nieuws: er komt altijd weer een nieuw begin.
Misschien wel de bekendste mythe over de ondergang van de wereld is die van Noach en de ark, een joods en christelijk verhaal dat ook in de islam een variant kent. De Heer verzucht in het Bijbelverhaal dat de mens slecht is, waarop hij al het leven op aarde laat verdrinken in een veertig dagen durende regenbui. Alleen de vrome Noach en zijn gezin worden gespaard.
Noach, toch al zo’n 600 jaar oud op dat moment, moet wel eerst een ark bouwen met daarin van elke diersoort een koppel. In het Cobra Museum in Amstelveen verbeeldt de Japanse kunstenares Yuriko Fujita Yamaguchi het tafereel in een aquarel volgens de principes van het minimalisme, met een abstract vormgegeven ark. Linksboven is een regenboog zichtbaar, als teken van Gods toezegging dat hij de aarde niet nog eens door een vloed zal vernietigen. “Ik was zeer geraakt door die plechtige belofte”, legt Yamaguchi uit in een e-mail. “En heb de regenboog, ofschoon klein afgebeeld, door kleurgebruik centraal willen stellen als uiting van hoop.”
De zondvloed van Zeus
In de Griekse mythologie bestaat een soortgelijke zondvloedmythe. Oppergod Zeus is razend over het gebrek aan gastvrijheid in het ondermaanse en besluit in overleg met de andere goden de mensheid te vernietigen. Waarop Zeus’ collega-goden zich wijselijk afvragen hoe het dan verder moet met de aarde. Wel, daarin wordt voorzien. Twee lieden, Deucalion en Pyrrha, worden gered, net als Noach dankzij een boot. Omdat ze te oud zijn om zich voort te planten gooien ze, op goddelijk advies, stenen over hun schouders. En zie: de stenen veranderen geleidelijk aan in mensen.
Yamaguchi (1948) treft de essentie van deze mythe door twee zwarte stenen te schilderen in het midden van haar aquarel. Daaromheen een wirwar van kolkend paars. “Paars is geen primaire kleur, maar een mix. Ik heb daarvoor gekozen omdat in deze Griekse mythe de mensheid ten onder gaat door een mix van rampen”, vertelt de kunstenares in haar email, waarin ze verder beschrijft dat ze weg wil blijven van populair-culturele verbeeldingen.
Yamaguchi schilderde haar aquarellen op basis van mythes die de Nederlandse auteur en literatuurwetenschapper Mineke Schipper (1938) uit verschillende tradities en werelddelen opdiepte. Het tweetal, dat elkaar kent van een artists in residence-verblijf in 2009 in Italië, bundelde de verhalen en aquarellen in het pas verschenen boek Humanity’s end as a new beginning. Dat is de dubbele boodschap achter elke ondergangsmythe: na het bitter volgt het zoet. “Het idee dat alles en iedereen verdwijnt, dat kunnen we als mensheid niet aan. Daarom blijven er in al die mythes altijd een paar mensen over”, legt Schipper uit in het Cobra Museum.
Happy end
Maar zijn we door klimaatverandering, de oorlog in Oekraïne en ga zo maar door inmiddels niet zó ver dat we helemaal niet meer hoeven rekenen op een happy end? Schipper bladert in haar boek en citeert de Chinese filosoof Mencius (4de eeuw v. Chr.): “Als de hemel rampen stuurt, is er nog hoop dat we ons kunnen weren. Als de mens de rampspoed over zichzelf afroept, dan is er geen hoop meer op ontsnapping.” De schrijver klapt het boek dicht en concludeert: “Dat lijkt me een duidelijke aansporing om het roer om te gooien.”
In het museum hangen aan de ene wand vijftien aquarellen van mythische rampen die al onderdeel uitmaken van ons collectieve geheugen, zoals de zondvloed, en aan de andere wand evenzoveel aquarellen die ons waarschuwen voor wat er nog te gebeuren staat, zoals de Bijbelse Apocalyps, opgetekend door de evangelist Johannes. Hoe komt het toch dat het mensdom zo heilig gelooft in de ondergang van de aarde?
“Mensen hebben door de eeuwen heen het gevoel gehad dat hogere machten slecht gedrag niet onbestraft kunnen laten”, zegt Schipper. “Zo komt de zondvloed in allerlei tradities voor, te beginnen bij de Sumeriërs, een van de oudste beschavingen ter wereld. Mensen maken een overstroming mee en denken: dit kan iedereen overkomen. Joden en christenen hebben dat universele zondvloedthema overgenomen.”
Volgens de auteur hebben de eeuwenoude mythes ons nog steeds iets te zeggen: “Het zijn verhalen die ons verbinden, tot welke cultuur we ook behoren en of we nu gelovig zijn of niet. Als je niet letterlijk in het Laatste Oordeel gelooft, zoals beschreven in het Bijbelboek Openbaring, kun je je waarschijnlijk wel de angsten inbeelden die in zo’n verhaal besloten liggen. Kijk naar onze tijd. De statistieken tonen aan dat de aarde steeds verder opwarmt. Steeds meer bosbranden en vervuiling. In sommige steden in China bestaan al zuurstofbars, waar je schone lucht kunt opsnuiven. Dat alles tezamen kun je toch makkelijk opvatten als een oordeel, en wel eentje dat we over onszelf afroepen.”
Een vrolijk liedje
Toch lees je ook mythes waarvan je je afvraagt of de wereld niet te streng wordt bestraft. Bijvoorbeeld in het verhaal van de Fang, een West-Afrikaans volk, over de drie-enige God Nzame, Mebere en Nkwa. De schepping wordt volledig verwoest, nadat Fam, het enige menselijke wezen op aarde een, zo te horen, tamelijk vrolijk liedje heeft gezongen. “Tralala”, neuriet het ventje. “Nzame in de hemel. De mens op aarde (…). Ieder in zijn huis, ieder voor zichzelf.” Nzame evenwel reageert furieus: “Wie zingt daar?”, roept hij. “Raad eens, ik ben het”, antwoordt Fam gevat. Waarna donder en bliksem losbreken, door Yamaguchi verbeeld in angstaanjagend rood en zwart. Is dat niet een enigszins overtrokken reactie van de goden?
Schipper: “Op het eerste gezicht kun je dat zo zien, ja, maar dan vergeet je dat in Afrika de hiërarchische verhoudingen anders liggen dan hier. De goden zijn geschokt dat Fam eigengereid zijn gang gaat. Ze voelen zich niet gerespecteerd en denken: we hebben slechts één schepsel gecreëerd en zie het gaat het al mis. Maar, groot probleem, vernietigen kunnen ze Fam niet, want ze hebben hem eeuwigheidswaarde geschonken. Dat beletsel zie je ook in andere mythes terug: goden zitten in hun maag met de oneindigheid van de mensheid. Dus sturen ze dan eens een ziekte dan weer een overstrominkje.”
Te veel mensen
“Veel zoden aan de dijk zet het niet, want de mens blijft zich voortplanten. Neem de mythe uit India over Brahma en Dood. De godin aarde zinkt weg in de wateren onder de zware last van te veel mensen. Dat is wel een volstrekte parallel met het heden, nietwaar? De aarde van nu is overbevolkt en dreigt te bezwijken. Deze mythe attendeert ons erop hoe zoiets kan aflopen.”
Offers brengen om de goden tevreden te stemmen, zoals in de Oudheid, doen we niet meer in de westerse cultuur. Maar daar zou, volgens Schipper, iets voor in de plaats kunnen komen. “Minder consumeren bijvoorbeeld. Als we willen dat onze kindskinderen nog een plek hebben, zullen we toch eens moeten ophouden met vlees eten en vliegen. Maar helaas, net als in oude mythes doen we alsof dreigende rampen ons niet aangaan. Toch houdt het geduld van de goden een keer op, zo leren de mythes ons. Wij kunnen dat als metafoor zien voor het geduld van de natuur dat eveneens eindig is. Mythes waarschuwen: zorg dat je aan de goede kant staat, ga behoedzaam om met de aarde. Anders eindig je als Deucalion en Pyrrha, stenen gooiend over je schouder. Alleen zal dat in óns geval niet voor nieuw leven zorgen.”
Humanity’s end as a new beginning, Cobra Museum Amstelveen, tot en met 19 juni. Mineke Schipper geeft zondagmiddag 22 mei om 14.30 uur een lezing in het museum.
Lees ook:
Verhalen over onsterfelijke goden tonen onze eigen worsteling met de dood
In de week van de klassieken leest Marjoleine de Vos over de onverteerbare dood in antieke mythes. ‘Wat opstaat is nooit meer dat wat stierf.’