Vandaar dit boek
'Hadden wij maar een woord voor fachsimpeln'
Gaston Dorren (1965) is taaljournalist en schreef eerder onder meer 'Vakantie in eigen taal' (2016).
Lingua. Dwars door Europa in 69 talen
Gaston Dorren
Athenaeum-Polak & Van Gennep; 369 blz. € 19,99
'Lingua' bestaat uit korte portretten van 69 Europese talen en ik belicht in elk portret op één aspect van die taal, waardoor je al lezend een redelijk overzicht krijgt van het Europese taallandschap.
Aan het Frans valt me op dat het zo dicht mogelijk bij het Latijn wil blijven en hard zijn best doet om de sporen ervan zichtbaar te houden met allerlei medeklinkers die je niet uitspreekt maar wel schrijft - een geval van ongezonde moederbinding, vind ik.
Een ander voorbeeld is de vraag waarom de Zwitsers een heel ander Duits spreken dan de Duitsers. Dat blijkt een historische en ook politieke kwestie te zijn, want dat zijn ze eigenlijk pas in de 20ste eeuw gaan doen, om zich zo duidelijk mogelijk te onderscheiden van het Duitse militarisme van de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Ze wilden niet dat de buitenwereld hen daarmee zou verwarren.
Mooi
Het Nederlands vind ik mooi omdat ik die taal het allerbeste spreek en me er het nauwkeurigste in kan uitdrukken, van heel plechtstatig tot heel populair, voor iemand van 50 dan. En als ik Limburgs praat, voelt dat heel eigen, want dat is de taal van mijn familie en mijn vriendjes op het schoolplein. Duits vind ik heel mooi om de grammatica. Jazeker, er bestaan mensen die Duits mooi vinden! En het Engels heeft een grote woordenschat en veel mogelijkheden om je uit te drukken. Als het op de klank aankomt, vind ik Portugees en Italiaans het mooiste.
Gagaoezisch
Heel vreemd is het Gagaoezisch, een Turkse taal uit Moldavië. Maar dan niet zozeer vreemd als taal, maar omdat de naam zo naar Kuifje en Lady Gaga klinkt en ik er nog nooit van had gehoord. Ik vermoed dat ik de enige niet ben.
Grammaticaal gezien zijn Keltische talen behoorlijk raar, dat zijn de buitenbeentjes in de familie van Indo-Europese talen. Hetzelfde geldt aan de andere kant van Europa voor het Armeens. En de tientallen Europese gebarentalen wijken heel sterk af van de gesproken talen, dat spreekt vanzelf.
Smrătsafrătsano
Ik heb uit al die vreemde talen woorden verzameld die wij niet hebben, maar wel zouden moeten hebben: ze zijn nuttig omdat ze bondiger of beeldender zijn. Neem het Scandinavische woord voor grootmoeder van moederskant: mormor. Of het Bulgaarse woord voor 'slecht gemaakt': smrătsafrătsano. Het Duits heeft een mooi woord voor praten als een vakidioot: fachsimpeln; dat werkwoord mis ik echt vaak in het Nederlands.
Verder maken veel talen zoals het Galicisch handig onderscheid tussen volle neven en nichten, en neven en nichten in de zin van oom- en tantezeggers; het Nederlands is daar nogal raar in.
Oprukkend Engels
Er verdwijnen veel talen, maar het Nederlands heeft nog eeuwen en het zal ongetwijfeld de taal van het dagelijkse leven blijven.
De vraag is welke status het Nederlands houdt en of het een rol blijft spelen in het hoger onderwijs. Ik was laatst bij de Universiteit van Tilburg, waar men zich tot twee keer toe verontschuldigde dat een bepaalde bijeenkomst in het Nederlands werd gehouden. Ik vind dat misplaatst. Het oprukkende Engels in het hoger onderwijs baart me zorgen: uit internationaal onderzoek blijkt dat de kwaliteit van dat onderwijs daalt als mensen het in een vreemde taal genieten, ook al kennen ze die taal vrij goed.
Ook merk ik dat de jongere wetenschappers niet zo goed meer in het Nederlands over hun eigen vak kunnen praten en veel Engelse woorden gebruiken. Ik zou het slecht vinden als de intellectuele elite haar activiteiten en deskundigheid straks niet meer kan uitleggen in de taal van de rest van de samenleving.
Wat is uw favoriete boek van 2017? Laat het ons weten!