RecensieDe Nationale Opera

Geen afgehakt hoofd, geen dans met zeven sluiers, maar ‘Salome’ slaat in als een bom

Jennifer Holloway als Salome met achter zich het Rotterdams Philharmonisch Orkest en dirigent Cornelius Meister. Beeld Milagro Elstak
Jennifer Holloway als Salome met achter zich het Rotterdams Philharmonisch Orkest en dirigent Cornelius Meister.Beeld Milagro Elstak

Opera
De Nationale Opera
Salome
*****

Peter van der Lint

Wat waren het andere tijden in juni 2017. De Nationale Opera (DNO) presenteerde toen in het Holland Festival een nieuwe productie van Strauss’ ijzingwekkende eenakter Salome. Daniele Gatti stond nog gewoon in de bak subliem het Concertgebouworkest te dirigeren, boven hen op de bühne raakten de zangers elkaar nog ongegeneerd aan, zongen in elkaars gezicht, en van corona had geen mens ooit gehoord.

Maar de geplande reprise van deze zeer succesvolle Salome, in de regie van Ivo van Hove – acht geënsceneerde voorstellingen vanaf 29 januari – was het zoveelste slachtoffer van de pandemie. DNO zag gelukkig een ontsnappingsgaatje na de laatste versoepelingen van de overheid, en tuigde heel snel drie concertante voorstellingen van Strauss’ opera op.

Geen decors dus, geen kostuums, geen lillend, leegbloedend lijk van Johannes de Doper aan het slot, maar alleen de glorieuze muziek en zang. Toch sloeg deze Salome in als een bom. Door de uitstekende zangers in avondkledij voor het al even uitstekende orkest. Zingend uit het hoofd, en met minimaal maar effectief acteerwerk.

Lichamelijk contact

Wel jammer dat het enthousiaste slottumult van een meer dan halflege zaal lang niet zo euforisch aankomt als bij een stampvol auditorium. Je gunde Jennifer Holloway, die een stralende en intelligent opgebouwde titelrol zong, zo graag een grote vloedgolf aan applaus en luid brava-geroep. Het was er – zeker – maar met zo weinigen klonk het toch wat ielig.

Toen alle zangers in een rij op de bühne stonden voor dat slotapplaus, gebaarde Holloway dat iedereen elkaar een hand moest geven, om naar voren te stappen. Tot ze zich ineens realiseerde dat lichamelijk contact eigenlijk verboden was. Geschrokken liet ze de handen van de mensen naast zich los. Rare tijden.

Holloway zette niet alleen vocaal een stevige Salome neer, maar acteerde haar personage ook mooi uit. Toen ze over haar zogenaamde weerzin voor de profeet zong, klonken er harptingeltjes in het orkest en wreef Holloway verlustigd over haar blote armen, kennelijk vol kippenvel. En mooi hoe haar gezicht reageerde op het eenzame trillertje van de klarinet toen Herodes haar alles beloofde als ze voor hem zou dansen. Dat trillertje en die blik tekenden het doodvonnis van Johannes de Doper, in deze opera Jochanaan genoemd.

Glorieus goed

Holloway hield zich in de eerste confrontatie met deze Jochanaan vocaal in. De hoogte was er, maar mooi afgedekt. Ze gaf niet alles weg, want ze wist immers wat er allemaal nog komen ging. En dat wat uiteindelijk kwam klonk glorieus goed. Er zat een prachtig verinnerlijkte kracht in die stem, die toch met gemak boven het honderdkoppige orkest uitkwam, maar nergens haar grenzen over ging. Nu gelukkig eens niet een sopraan als een straaljager.

Thomas Blondelle zette een zwaar karikaturale Herodes neer. Daar miste je nou een goede regisseur, die hem erop zou hebben gewezen dat less much more is. Maar de Belgische tenor heeft wel een stem om U tegen te zeggen. Puur vocaal kwam deze complexe rol als nooit tevoren uit de verf. Zijn echtgenote Herodias was er in 2017 ook al bij, en nog steeds weet Doris Soffel alle aandacht op zich te vestigen. Als ze zingt, maar ook als ze zwijgt. Pure klasse.

Opvallend was dat de Jochanaan van Brian Mulligan meer indruk maakte als hij vanuit de coulissen zijn raadselachtige profetieën zong. Wat een machtig en mooi geluid kwam daar vandaan. In de confrontatie met Salome zag je dat hij zijn stem flink aan het oppompen was. Zijn vervloeking van de prinses van Judea was er dan weer een uit het boekje. Net zoals het orkestrale pandemonium dat daar op volgde.

Goed uitgemolken spanning

Niet het Concertgebouworkest zorgde deze keer voor dat muzikale fundament, maar het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Chef-dirigent Lahav Shani, die zijn debuut zou maken in Nationale Opera & Ballet, vond de voorbereidingstijd evenwel te kort en trad terug. Begrijpelijk bij zo’n complexe partituur. Zijn vervanger was Cornelius Meister, een opera-routinier die al vele malen partituren van Strauss onder zijn zeer kundige handen heeft gehad.

En dat hoorde je. Als een orkest op de bühne zit, en niet in bak, moet je de dynamiek nog beter in de gaten houden, willen de onversterkte zangers hoorbaar blijven. Meister deed dat grandioos. Hij ademde, en zong met de zangers mee, draaide zich steeds half naar hen toe. En wat een geweldig goed uitgemolken spanning (chapeau voor de bespeler van de grote trom) vóór het moment dat het afgehakte hoofd zichtbaar moet worden.

Dat bleef hier gelukkig achterwege, net als de dans met de zeven sluiers – meestal een nogal gênant gebeuren als de sopraan die dans moet uitvoeren. Nu bleef het toneel leeg, en konden onze oren zich vergapen aan dat prachtige Rotterdamse orkest, werkelijk ideaal voor een Strauss-partituur als deze.

Nog te zien op 12 en 14 februari. Er zijn nog kaarten. www.operaballet.nl

Lees ook:

Sublieme sluipmoord op Salome

Met spanning werd uitgezien naar hoe Ivo van Hove en Daniele Gatti de shockerende Salome van Strauss zouden aanpakken. De première werd een triomf voor beiden.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden