InterviewVoorstelling

Gebarentaal is heel geschikt voor het theater: ‘Het is een soort pantomime’

De nieuwste voorstelling van Tg Signum (gespeeld door Steef Kersbergen en Marcin Karwinski en geregisseerd door Fonge Frieling) gaat over identiteit en gender en is toegankelijk voor doven, slechthorenden en horenden. 
 Beeld Inge van Mill
De nieuwste voorstelling van Tg Signum (gespeeld door Steef Kersbergen en Marcin Karwinski en geregisseerd door Fonge Frieling) gaat over identiteit en gender en is toegankelijk voor doven, slechthorenden en horenden.Beeld Inge van Mill

De makers van theatergezelschap Tg Signum gebruiken elementen uit de dovencultuur om het theater te verrijken. Langdurig oogcontact bijvoorbeeld, maar ook gebarentaal. ‘Het is heel theatraal. Alles doet mee: lijf, gezicht, adem.’

Sander Hiskemuller

Graaien, graaien, graaien. Gebarentolk Irma Sluis liet tijdens de coronapersconferenties aan miljoenen huiskamers zien hoe je het woord ‘hamsteren’ uitbeeldt. Het gifje met Sluis’ verbeten kin en grijpgrage klauwhandjes ging het internet over en werd als lichtpuntje in een donkere periode blijmoedig rondgeappt.

Die extra aandacht voor gebarentaal is fantastisch, vinden de leden van theatergezelschap Tg Signum, dat tweetalige voorstellingen maakt in het Nederlands én in gebarentaal. “De gebarentolkopleidingen worden sinds de optredens van Sluis overspoeld met aanmeldingen”, zegt acteur en dramaturg Steef Kersbergen. “Maar er komt zoveel méér bij kijken om de horende en dovenwereld met elkaar in contact te brengen. Hoe ga je als doven en horenden met elkaar om, hoe maak je meer ruimte voor elkaar?”

Om de toenadering te bevorderen heeft Kersbergen samen met acteur Marcin Karwinski en regisseur Fonge Frieling de inclusieve voorstelling 2000 stukjes puzzel gemaakt. Het resultaat is online te zien tijdens het Delft Fringe Festival voor jonge theatermakers. De leden van Tg Signum (Latijn voor ‘teken’ of ‘gebaar’) vinden dat de dovencultuur een verrijking is voor het theater. Wat Irma Sluis onderstreepte: gebarentaal barst van de visuele power.

Gebarentaal is theatraal

“Gebarentaal gaat niet per se uit van letters, maar bestaat uit beelden, pictogrammen en bewegingen”, zegt Karwinski, zelf slechthorend geboren en nu doof. “Het is een soort pantomime.”

Dat is in beginsel theatraal, vindt Kersbergen, die zelf horend is. “Je kunt niet alleen met je handen gebaren, alles doet mee; lijf, gezicht, adem. Neem oogcontact. Horende mensen zijn gewend om na vijf seconden hun blik af te wenden. Zodra je in gebarentaal het oogcontact verbreekt, is het gesprek voorbij. Wanneer je dit principe inzet door op toneel blikken langer vast te houden, tussen acteurs onderling én met het publiek, bouw je een ander soort relatie met elkaar op. Samenwerking tussen doven en horenden kan leiden tot mooie, nieuwe vormen van communicatie.”

Omdat Karwinski moet kunnen liplezen, zijn de mondkapjes die tijdens de repetities worden gedragen doorzichtig. Ook is er een schrijftolk aanwezig die alle aanwijzingen consciëntieus overtypt, zodat ze verschijnen op het scherm van een centraal geplaatste tablet.

Of de interviewer alsjeblieft direct naast de tolk wil plaatsnemen? Frieling: “Marcin kent jouw gezicht nog niet goed, dus is het gemakkelijker als je dicht bij de tolk zit. Zo zijn er allerlei ruimtelijke structuren waarvan je je in de dovencultuur bewust moet zijn. Op toneel houden we daarom veel rekening met zichtlijnen, maar we spelen er ook een beetje mee. Het levert een bepaalde suspense op als er zich buiten Marcins blikveld iets afspeelt, waarvan je als publiek weet dat hij dit niet kan volgen.”

Elkaar echt verstaan

Het zijn vaak kleine dingen die de voorstellingen van Tg Signum voor iedereen toegankelijk maken. De muziek die wordt gebruikt bevat veel bastonen, want die vibratie is beter voelbaar voor doven en slechthorenden. Soms worden er apparaatjes onder de stoelen van de toeschouwers geplaatst, om geluiden om te zetten in trillingen.

Er wordt in de voorstellingen gebarentaal gebruikt, maar ook ‘gewoon’ gesproken. Dit wordt door de acteurs op de bühne vertaald. De schrijftolk wordt ingezet om gebaren als woorden op een scherm te laten verschijnen. Doordat gebarentaal niet werkt met letters maar met woorden of beelden, ontstaat er in de schriftelijke vertaling een speels en onverwacht taalgebruik. Frieling: “We stellen daarmee de onderliggende vraag: wat is taal nou eigenlijk?”

Dat is de crux, stelt Karwinski, als het om communicatie tussen de horende en de dovenwereld gaat. “We kunnen taal naar ons gevoel optimaal gebruiken, maar dat hoeft niet te betekenen dat we elkaar ook echt verstaan. De voorstelling is een uitnodiging om open te staan voor iets anders dan waarvan we klakkeloos uitgaan.”

Acteurs Steef Kersbergen en Marcin Karwinski hopen op toenadering tussen doven en horenden. Beeld Inge van Mill
Acteurs Steef Kersbergen en Marcin Karwinski hopen op toenadering tussen doven en horenden.Beeld Inge van Mill

Zulke openheid is meestal ver te zoeken, ondervindt Karwinski. Wanneer hij zegt dat hij doof is, krijgt hij regelmatig de reactie: ‘hoezo, je kunt toch praten?’ “Dat is kennelijk de afspraak: als je doof bent, kun je niet praten. Dus doet men vervolgens alsof ik niet doof ben. Je wordt als dove gedwongen om in een hokje te blijven zitten. Zo ben ik vaak gekwetst in de kern van mijn bestaan, als dove en homoseksuele man. Mijn Poolse familie weigert zowel mijn seksuele geaardheid als mijn doof-zijn te accepteren.”

In 2000 stukjes puzzel wordt soms aangrijpend, dan weer poëtisch maar altijd lichtvoetig, gespeeld met veronderstellingen met betrekking tot doof-zijn, seksualiteit en gender. In een weerbarstige genderbender zien we Karwinski parmantig ronddraaien op torenhoge hakken, terwijl Kersbergen als The Fonz uit Happy Days de stoere nozem speelt. De rollen gaan over en weer, totdat hun identiteit tot op de naakte huid is gestript: zie, dit zijn ze werkelijk.

Kersbergen, die zich identificeert als non-binair: “De thematiek van de voorstelling ligt dicht bij onszelf. Ik ben geen vrouw en geen man. Mensen proberen dat wel steeds van mij te maken.”

Frieling: “Onze boodschap is: kijk en luister naar deze mensen op het toneel, naar wat er gebeurt, en zie hoe je daaraan vanuit je gevoel betekenis kunt geven. Een mens bestaat uit vele puzzelstukjes. Niemand is alleen doof óf horend, man óf vrouw, hetero óf homo.”

‘Diversiteit is niet alleen maar voor de leuk’

Als theatermakers van de toekomst willen de Signum-leden alle facetten van het mens-zijn recht doen. Kersbergen: “Diversiteit is niet alleen voor de leuk. Zo van: ha, iedereen mag gezellig meedoen. We hebben nogal wat op te lossen met elkaar, de wereld staat voor grote uitdagingen. Door nieuwe connecties te maken, kan er iets anders ontstaan. Diversiteit brengt iets nieuws aan tafel.”

Helaas is het Nederlandse theater daar bepaald geen voorloper in, constateert de groep. Kersbergen: “Er zijn enkele gezelschappen die projecten organiseren om mensen met een beperking toegang te geven tot het theater. Het enige gezelschap dat werkte met dove acteurs, het Handtheater, is wegbezuinigd. Je kunt als doof iemand geen auditie op de toneelschool doen omdat je een bepaald taalniveau moet hebben. Doofgeboren mensen halen dat vaak niet. Maar dat betekent niet dat ze geen taal tot hun beschikking hebben.”

Frieling vult aan: “…of mooi theater kunnen maken! Het werkt twee kanten op. Theater wordt ook door veel doven zelf gezien als iets wat niet voor hen is.”

Karwinski heeft een tekenend voorbeeld van toen hij als testpubliek bij een voorstelling van een belangrijk nationaal gezelschap werd gevraagd. “Inderdaad als testpubliek, als dove acteur maak je geen kans. Enfin, de ondertiteling was zo hoog boven het toneel geplaatst dat ik het niet kon lezen. Men had kennelijk gedacht: er komen doven, laten we het geluid extra hard zetten. Terwijl je juist heel subtiel met geluid om moet gaan. Ik was na afloop misselijk van de vibraties door mijn lijf.”

Als we theater nieuw leven in willen blazen, moet op alle niveaus inclusiever worden gewerkt, meent de groep. Frieling: “Vanaf het begin, en samen het proces aangaan. Alleen zo kom je erachter wat werkt en wat niet. Als een gezelschap denkt: we hebben deze voorstelling en die maken we toegankelijk, dan zit het er niet in. Wij zijn nu drie jaar bezig en leren nog steeds. Simpelweg omdat we die ander niet zijn. Om het werk inclusief te maken, moet je met veel verschillende mensen samenwerken. En je werk aan de wereld tonen, zoveel je maar kunt.”

Delft Fringe Festival

Het Delft Fringe Festival (27 mei t/m 6 juni) richt zich op nieuw theatertalent. Volgens de organisatie is dat noodzakelijk in een tijd waarin het aantal speelmogelijkheden voor jonge makers is verminderd.

Theatermaker Nannette Poortinga brengt op het festival een persoonlijk en aangrijpend verhaal over proberen en mislukken. Cabaretier Lisa Ostermann won het Leids Cabaret Festival en haar programma Wat de ander wil horen is een mix van scherpe grappen, mooie liedjes en sexy dansmoves. En wie over de top wil, krijgt met het popconcert Messe van Roi Soleil een ‘katholiek superbowlevent dat probeert te inspireren zoals grootse popiconen dat doen.’

Deze tiende editie van het festival vindt digitaal plaats. Kijken kan via www.delftfringefestival.nl.

Lees ook:

Zo complex is gebarentaal: een opgetrokken wenkbrauw geeft al een andere betekenis

De Nederlandse gebarentaal bestaat ruim tweehonderd jaar, maar pas onlangs is de eerste complete grammatica verschenen. Deskundige Ulrika Klomp: “Wat dove mensen met hun handen deden, werd vroeger niet gezien als volwaardig communicatiemiddel.”

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden