Review

Gastarbeiders vertellen over toen

HARDERWIJK - Turkse en Marokkaanse eerste-generatiegastarbeiders leren in Harderwijk op een originele manier Nederlands: ze vertellen hun verhaal bij een expositie over henzelf.

Hanneke Goudappel

Ali Celen (52) en Mursel Nazligul (53) staan bij de ingang van het stadhuis en beantwoorden vragen over de expositie: hun moeilijke beginjaren in Nederland. Bezoekers die hun paspoort of rijbewijs komen halen, kunnen niet om ze heen. Links en rechts staan grote panelen met de levensverhalen en foto's van de negen mannen die meedoen aan het project 'Nu over Toen en Later'.

Projectleider René Koldenhoven: ,,Je kunt deze mensen niet meer in de schoolbanken zetten en zeggen: gaat u de Nederlandse taal maar leren.'' Daarom is gekozen voor deze expositie. De oudkomers leren om de schaamte voor hun gebrekkige Nederlands opzij te zetten, hun verhaal te vertellen én in contact te komen met de stadhuisbezoekers.

De eerste generatie Turkse en Marokkaanse gastarbeiders werd in de jaren zestig en zeventig naar Nederland gehaald. Door de grote welvaart waren extra fabrieksarbeiders heel welkom. Oorspronkelijk kwamen ze met het idee hier veel geld te verdienen en dan terug te keren naar het moederland. Van die plannen kwam weinig terecht.

,,Een vergeten groep'', zegt Koldenhoven. Hij merkt dat heel veel mensen niet weten hoe de gastarbeiders het hier destijds hadden. ,,Mannen die kei- en keihard werkten. Sommigen hebben in tien jaar wel twintig jaar gewerkt. Ze maakten soms zestien uur per dag, zes dagen in de week.''

Celen kwam op zijn zeventiende naar Nederland om geld te verdienen voor z'n familie in Turkije. Vier dagen zat hij in de trein. In het weekeinde kwam hij aan, en op maandag begon hij in de knopenfabriek. ,,Het was heel moeilijk'', vertelt Celen. ,,Ik kende de taal niet, het werk was zwaar en het wonen ongezond.''

De gastarbeiders sliepen in pensions met slechte voorzieningen. Een paar gaspitjes, één wasmachine, enkele douches en één tv voor zestig man. Als de mannen een keer te laat op hun werk kwamen, of ziek werden, kwamen ze meteen op straat te staan. Jaren achtereen zagen ze hun vrouw en kinderen niet. ,,Het was niet goed hoe we binnengehaald werden'', zegt Nazligul over die periode. ,,We werden niet goed verzorgd.''

De mannen zijn blij dat ze nu hun kant van het verhaal kunnen vertellen. En de bezoekers waarderen het. ,,Een heel goed initiatief dat kan bijdragen aan beter wederzijds begrip'', schrijft Laurens de Kleine in het gastenboek. De pakweg dertig reacties zijn allemaal erg positief. ,,Geweldig! Acht bijzondere Harderwijkers'', is de reactie van Henk Schipper.

Celen vindt het nu makkelijker om in Nederland te wonen. Maar werk heeft hij niet meer. Ook Nazligul niet. Anders dan hun kinderen zijn de mannen nog weinig geïntegreerd. ,,Er was geen tijd en geen cursus om de taal te leren'', zegt Celen een beetje triest. Als ze over hun kinderen vertellen, leven de mannen op. Nazligul: ,,Nederland is hun moederland, Turkije noemen ze hun 'opa-oma-land'.''

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden