RecensieHet beloofde leven
Femmetje de Wind laat geen ruimte voor mysterie of reflectie
Het Beloofde Leven van Femmetje de Wind, over vrouw die het orthodoxe Jodendom omarmt, zet te weinig aan het denken.
Net als de dit voorjaar verschenen romans van Maurits de Bruijn (Ook mijn Holocaust) en Judith Fanto (Viktor) biedt Het beloofde leven een zoektocht naar een eigen plek in de Joodse geschiedenis. Het blijft hét centrale thema van deze generatie, kinderen en kleinkinderen van ouders en grootouders die antwoorden op moeilijke vragen schuldig bleven.
In Het beloofde leven trekt Sophie de Leeuw, alter-ego van de auteur Femmetje de Wind, naar Israël. De aanleiding voor haar reis is de man met wie ze wil trouwen, de kunsthandelaar Max Polak, een man in wie de studente haar grote liefde ziet. Om te kunnen trouwen moet Sophie, die een Joodse vader heeft maar een niet-Joodse moeder, eerst volledig Joods worden. Alleen dan zullen hun kinderen ook Joods zijn. Aan een jeshiwe verdiept ze zich in de religie en haar gebruiken. Dat je niks op een sidoer, een gebedenboek, mag leggen, bijvoorbeeld. Als ze dat per ongeluk wel doet, wijst haar kamergenoot haar terecht. “Je wilt niet de toorn van Hashem over je afroepen.”
Eenmaal op gang gekomen, vervaagt Sophie’s wens om met Max te zijn maar gaat ze helemaal op in haar nieuwe leven. Ze wordt een modelleerling. Met Max bellen op sjabbat, wat verboden is, kost haar steeds meer moeite. Haar eerste Jom Kipoer overweldigt haar. “En dan voel ik het, Zijn aanwezigheid. En ook al was het maar weinig, ik voel me verwarmd, gezien en compleet.”
De Wind schetst een levendig beeld van het rommelige Israël, waar de belangrijkste religieuze instellingen vaak gevestigd zijn in de lelijkste betonnen gebouwen. En waar de 613 geboden zwaarder tellen dan een afspraak met een sterveling. Het brengt de uitgever ertoe deze roman op de achterflap aan te prijzen met: ‘Een soort ‘Unorthodox’, maar dan andersom’. Die vergelijking met de succesrijke Netflix-serie naar het boek van Deborah Feldman klinkt gelikt, maar blijkt niet erg treffend. Sophie verlangt helemaal niet naar de muffe, wereldvreemde, streng religieuze gemeenschap die filmpersonage Etsy ontvlucht. Ze is ook veel te modern om die traditionele vrouwenrol te ambiëren. Wel wil ze in de traditie van haar vader komen te staan.
Dit gold ook voor De Wind zelf die als twintiger naar Israël vertrok en daar de zogenaamde gioerprocedure doorliep om Joods te worden. De tekst van de roman is dan ook doorspekt met Hebreeuwse gebeden en Joodse leefregels. Wil zich wil verdiepen in de orthodoxe Joodse leer komt hier zonder meer aan zijn trekken.
De vaart waarmee Femmetje de Wind Sophies verhaal noteert houdt het lang spannend, maar wordt op den duur toch een zwakte. De vele dialogen en korte zinnen stuwen het verhaal weliswaar voort, maar Het beloofde leven mist mysterie, ruimte voor reflectie, iets waar dit onderwerp wel om vraagt. Femmetje de Wind dient een en ander vlot en pasklaar op, legt alles uit tot in alle details, maar zet je niet aan het denken.
Femmetje de Wind
Het beloofde leven
The House of Books; 333 blz. € 22,99
Lees ook:
Hoe bewijs je dat je Joods bent?
Judith Fanto debuteert met een levendig, raak portret van haar Joods-Oostenrijkse familie.
Maurits de Bruijn schrijft over het oorlogstrauma van zijn moeder dat ook het zijne wordt
Het verhaal van Maurits de Bruijn (1984) kent, net als ieders verhaal, meer dan één begin.