RecensieWonderfeel
Even ontsnappen op openluchtfestival Wonderfeel: ‘Het voelt als een verboden vrucht’
Op het klassieke muziekfestival Wonderfeel valt alle stress van je af. Topuitvoeringen in een idyllisch kader, wat wil een mens in crisistijd nog meer? ‘Het voelt alsof we een appeltje stelen, een verboden vrucht.’
Midden in een hectische passage uit de West Side Story landt er een bromvlieg op het hoofd van klarinettist Bart de Kater. Tja, zoiets kan gebeuren op Wonderfeel, een driedaags openluchtfestival vol klassieke muziek op het weelderige natuurterrein Schaep en Burgh bij Hilversum. De muzikant blaast dapper verder. Pas als hij een korte tel rust heeft, jaagt hij het insect met een vlug handgebaar weg. Ziezo, opgelost.
Toeschouwers merken het nauwelijks, ze gaan volkomen in de muziek op. Het Nieuw Amsterdams Klarinet Kwartet schittert deze vrijdagmiddag met hoogtepunten uit Bernsteins West Side Story, een waar genot. Tussendoor vertelt dichter Robert Grijsen gloedvol het bijbehorende verhaal over een tragische liefde, doorkruist door rivaliserende straatbendes. De klarinettisten spelen nu eens brutaal swingend, dan weer hartverscheurend teder, steeds in samenklank met de lyrische viool van Nadia Wijzenbeek.
“Fenomenaal om hier te spelen”, zegt De Kater na afloop. Hij is blij dat het festival ondanks corona kon doorgaan. “Het voelt alsof we een appeltje stelen, een verboden vrucht. Ook nog met zulk mooi weer, terwijl het zuiden van het land net is ondergelopen.”
Hink-stap-sprong
Wonderfeel doet inderdaad onwezenlijk vredig aan. Rondom woeden natuurrampen, moord en doodslag en een vierde coronagolf. Zelfs in de rij voor de festivalingang is het nog even peentjes zweten als blijkt dat de verplichte 24-uurstest door enorme NS-vertraging nog maar drie minuten geldig is. Maar zodra je het park inloopt, komt er een weldadige rust over je heen. Hoge beuken, eiken en kastanjes rijzen op. Beekjes kabbelen, vijvers glinsteren. Weidse velden tonen hun vergezicht. Een paradijs, een ontsnapping.
Directeur Georges Mutsaerts is ‘superblij’ dat het feest na de annulering van vorig jaar weer kon doorgaan. “Het was een hink-stap-sprong om de vergunningen rond te krijgen”, vertelt hij. “We hebben in de rats gezeten, vooral over de definitie van ‘placeren’. We moeten iedereen nu een vaste zitplaats kunnen bieden.”
‘Placeren’ houdt ook in dat tijdens de muziek niemand mag opstaan om koffie te halen of om naar een ander podium te wandelen. Die waarschuwing klinkt voortdurend. “Ik moet u helaas vragen of u alstublieft wilt blijven zitten”, benadrukt presentatrice Maartje Stokkers ’s ochtends via haar vers ontsmette microfoon. “Anders zijn we in overtreding en krijgen we een boa op ons dak.” Veruit de meeste mensen houden zich aan de oproep.
Coronaslank
De pandemie vereist nog meer aanpassingen. Medewerkers moeten elke ochtend door een teststraat. Deze Wonderfeel-editie is bovendien ‘coronaslank’: diverse podia zijn gesloten of samengevoegd, het symfonische openingsorkest is teruggebracht tot een strijkensemble en het aantal bezoekers is een derde van normaal. “We hebben overdag 850 bezoekers en ’s avonds zo’n zelfde aantal”, aldus Mutsaerts. “Alles is uitverkocht. Financieel kan het waarschijnlijk net uit doordat we hebben bezuinigd op publiciteit en podia.”
Zes artiesten hebben op de valreep afgezegd omdat ze positief bleken. Desondanks ontbreekt het niet aan topoptredens. Alleen al op de openingsdag komt het Nederlands Kamerkoor voorbij met een warmbloedige en tegelijk transparante Trois chansons van Debussy. Twee fijngeslepen liederen van Saint-Saëns blijken ook een voltreffer: Les fleurs et les arbres en Calme des nuits bezingen de troostende schoonheid van de natuur en van verstilling – hoe toepasselijk in dit rustieke decor.
En dan is er het Bruckner Quartet, vier trombonisten onder wie Sebastiaan Kemner, die vorig jaar werd onderscheiden met de prestigieuze Nederlandse Muziekprijs. Ze zetten de tegenpolen Beethoven en Rossini tegen elkaar af: het symfonische zwaargewicht versus de koning van de komische opera. Rossini steelt de show met zijn guitige Barbier van Sevilla-ouverture en zijn tongbrekende staccatogalop uit Wilhelm Tell. Maar het is Beethoven die tot tranen roert. Zijn drie gedragen Equali, in 1827 gespeeld in de Weense rouwstoet van het genie zelf, ontstijgen het aardse.
Het hemelt ook bij Asko|Schönberg met de Nederlandse première van A Dust in Time, een meditatief strijkkwartet van de Chinees-Amerikaanse componist Huang Ruo. Vanuit een fluisterzacht duet van cello en altviool ontwikkelt zich uiterst langzaam een pulserend visioen, dat na verloop van een uur weer net zo traag oplost in het niets. Fascinerend, en een indrukwekkend staaltje concentratie van de spelers.
Jammer alleen van de ronkende straalvliegtuigen – ongetwijfeld vol besmette toeristen – die om de paar minuten overvliegen en het subtiele spel wegdrukken. Zo dringt de buitenwereld zich toch nog op. Volledig eraan ontsnappen lukt waarschijnlijk nergens, maar op Wonderfeel kom je in elk geval een heel eind.
Lees ook:
Het publiek is terug, en het operafestival in Aix-en-Provence geeft toeschouwers meteen een elektroshock van durf en creativiteit
Na anderhalf jaar operastilte is het internationale festival in Aix-en-Provence groter dan ooit. Met twee keer zoveel opera’s, want ‘met een bangige, teruggeschroefde programmering’ krijg je het publiek niet terug.