InterviewRobert Meijerink, programmeur
Eurosonic Noorderslag viert zijn jubileum digitaal: ‘We zijn de aanjager van het ecosysteem, dat mag niet stilvallen’
Een jaar overslaan is geen optie, dus viert Eurosonic Noorderslag zijn zevende lustrum online. Een geluk bij een ongeluk: nu kan iedereen erbij zijn, helemaal gratis.
Normaal gesproken schuifelen bezoekers tot diep in de nacht van Grote Markt naar Vismarkt en weer terug, om in tientallen volgepakte poppodia, kroegen en omgebouwde schoolkantines nieuw muziektalent te spotten.
Dit jaar gaat het anders, zoals alles anders gaat. Niet de Groningse binnenstad, maar het scherm van uw laptop vormt van morgen tot en met zaterdag het toneel van Eurosonic Noorderslag (ESNS), de aftrap van het nieuwe popseizoen.
Voor programmeur Robert Meijerink moésten het festival en de bijbehorende conferentie doorgaan, in wat voor vorm dan ook. Vanaf het moment dat de pandemie zich aandiende, werkte de organisatie met drie scenario’s: een reguliere editie, een digitale en iets ertussenin, corona-proof volgens de geldende regels. “We zijn de aanjager van het ecosysteem van muzikanten, festivals, poppodia, media en muziekprofessionals. Dat mocht niet stilvallen, we moeten onze missie voortzetten.”
Voor wie nog nooit op het festival is geweest, biedt de digitale editie een unieke kans: iedereen kan vier dagen lang gratis naar de vooraf opgenomen optredens kijken, die op vier kanalen worden uitgezonden. Als extraatje is er een vijfde kanaal met hoogtepunten van de afgelopen 35 jaar. Er zijn geen wachtrijen, je hoeft niet door de regen te lopen en drankmuntjes zijn overbodig, maar een blokkenschema is er wel. Een goede voorbereiding loont dus: ook in de digitale opzet moet je meer missen dan je kunt zien.
Er treden 189 acts op uit Nederland en de rest van Europa. Geen gering aantal, maar het zijn er aanzienlijk minder dan de ongeveer 350 die in normale jaren naar Groningen afreizen. Dat is een keuze, zegt Meijerink. Online is de spanningsboog kort, veel mensen zitten voor hun werk al heel de dag achter een scherm. De halvering van het aantal artiesten heeft dus niets te maken met een kleiner aanbod.
Allang blij
“Ik vind het lastig te zeggen of daar überhaupt sprake van is. We hebben niet ons best gedaan om zoveel mogelijk aanmeldingen te krijgen, zoals anders. Er waren een paar bands die twijfelden, die liever een jaar later kwamen, maar de meeste artiesten waren enthousiast. Ze waren allang blij dat er iets mogelijk was.”
Dat enthousiasme tekent de houding in de culturele sector, al sinds het begin van de coronacrisis: er wordt vooral gekeken naar wat er wél kan. Toch is de vraag hoe zinvol het is om dit jaar op ESNS te staan. Het is niet denkbeeldig dat er komende zomer nog steeds geen festivals zijn. Waar doe je het dan voor?
“Artiesten komen niet alleen naar Groningen omdat ze hopen dat ze een paar maanden later op Best Kept Secret of Rock Werchter mogen optreden. De doelstellingen gaan veel verder. Je kunt je in de kijker spelen bij een boeker, een platenmaatschappij, een managementbureau, de media. Concerten en festivals komen volgend jaar wel weer.”
Wat opvalt is dat het programma inhoudelijk niet noemenswaardig verschilt van voorgaande jaren. Het is net zo breed en gaat van metal tot r&b, van folk tot elektronica.
Meijerink was vooraf bang dat hij alleen maar singer-songwriters zou kunnen programmeren. Voor hen liggen een videoregistratie en een liveshow dichter bij elkaar dan voor een punkband of een opzwepende hiphop-act. In die genres is hossend publiek een onmisbaar element.
“Toch hebben we nadrukkelijk gezegd: doe wat je op een normaal festival ook zou doen en laat geen akoestische versie van jezelf zien. Voor sommige artiesten was het lastig om de juiste vorm te vinden. Wonder boven wonder is er maar één groep die heeft afgezegd, omdat het niet lukte om aan de eigen creatieve voorwaarden te voldoen. In verschillende Europese steden hebben lokale poppodia en omroeporganisaties meegeholpen met de opnames. Het zijn echt goede concertregistraties geworden.”
Goede registraties of niet, het zal voor een muziekprofessional toch lastig worden om aan de hand van een opname te kunnen bepalen of een artiest zich straks in een zaal of op een festival kan waarmaken.
“Dat valt wel mee, hoor”, zegt Meijerink. “Ik heb in het afgelopen half jaar een stuk of zes digitale festivals meegemaakt om talent te scouten en ik kan prima beoordelen of het wat is. Dat zal voor de meeste mensen gelden. Als je een tijdje meedraait, kijk je er wel doorheen.”
Vreemde bochten
Een flinke hobbel vormden de uiteenlopende coronamaatregelen in verschillende landen. Sommige artiesten hebben zich in de vreemdste bochten moeten wringen om alles voor elkaar te krijgen.
In IJsland konden ze pas op het laatste moment opnemen, omdat het eerder simpelweg niet mocht. Dan waren er nog bands waarvan de leden in verschillende steden woonden en niet naar elkaar toe konden komen. Meijerink noemt het ‘een klein wonder’ dat iedereen de deadline heeft gehaald.
En dan was er nog brexit. Het Verenigd Koninkrijk is al jaren een van de hofleveranciers van het festival. Voor Britse artiesten is de digitale opzet van dit jaar misschien wel een zegen: het is de vraag of ze anders naar Groningen hadden kunnen afreizen.
“Daar is veel onduidelijkheid over. We willen de Britse artiesten er graag bij houden: we organiseren een festival voor heel Europa, niet alleen voor de Europese Unie”, zegt Meijerink. “Onze partners in het Verenigd Koninkrijk zeggen zich geen zorgen te maken. ESNS is gemarkeerd als een belangrijk evenement, omdat er nou eenmaal iets te halen valt. Maar je weet nooit hoe de politieke wind waait. Als ik eerlijk ben, voelt het niet helemaal lekker.”
Vijf keer in een andere taal
Wie de smakelijke maar uitputtende uitdaging aangaat om zich door het enorme aanbod heen te luisteren, zal merken dat opvallend veel artiesten hun eigen taal verkiezen boven het Engels, de traditionele voertaal van de internationale popmuziek. Het is een trend die in Nederland ook al een tijdje gaande is. Mogelijk ligt er een herwaardering van de eigen identiteit aan ten grondslag. Het zal ook helpen dat de starre radio, waar je in het Engels altijd een streepje voor had, het tegenwoordig af moet leggen tegen de streamingdiensten. Vijf anderstalige artiesten om in de gaten te houden.
Melenas (Spanje): Dit kwartet uit Pamplona maakt van die heerlijk rammelende gitaarmuziek met zwoele galm zoals die al sinds de jaren tachtig gemaakt wordt. In het Spaans klinkt het een stuk vrolijker dan toen Gang of Four het deed.
Lina & Raül Refree (Portugal): Samenwerking tussen een klassiek geschoolde fadozangeres en een elektronica-artiest. Ze halen de traditie van Amália Rodrigues niet totaal overhoop, maar geven er een frisse draai aan.
Alyona Alyona (Oekraïne): Als er een genre is waarin de teksten ertoe doen, dan is het hiphop. Toch doet deze Oekraïense rapper het buitengewoon goed in landen waar ze geen woord van haar verstaan. De kracht schuilt in de zware beats, de razendsnelle rapstijl en de buitengewoon banale videoclips.
Vildá (Finland): Dit duo combineert de traditionele joik-zang van het Sami-volk uit Noord-Finland met accordeonmuziek en westerse radiopop. Het resultaat is zeker geen allemansvriend, maar dat het bijzonder is zal niemand ontkennen.
Nürnberg (Wit-Rusland): IJskoude maar opzwepende wave waar fans van Depeche Mode en The Cure wel raad mee zullen weten. De teksten schijnen de vervallen industrie en de depressieve stadswijken van de Sovjet-Unie te bezingen. Je hoeft het niet te verstaan om het te kunnen voelen.
Eurosonic Noorderslag is 13 t/m 16 januari vanaf 20.00 uur digitaal en gratis te bezoeken op www.esns.nl.
Lees ook:
In je moerstaal de wereld over
Zingen in de Nederlandse taal? Dat deden vroeger vooral volkszangers en kleinkunstenaars, geen popartiesten. Maar het Nederlands is in opmars, blijkt op popfestival Eurosonic/Noorderslag in Groningen. Maar liefst 40 procent zingt in de moerstaal. ‘In het Engels raakt er toch iets verloren.’