Review

Een familie van ’losers’

Niet over de rijken, maar over de armen wilde Giovanni Verga (1840-1922) schrijven. Dat werd ’I Malavoglia’, waarin de botsing met het moderne leven een vissersfamilie noodlottig wordt.

Ronald de Rooy

Na een reeks ’mondaine’ romans over de Noord-Italiaanse bourgeoisie en aristocratie, wilde Giovanni Verga een romancyclus schrijven over ’I vinti’: verliezers, individuen die in de kolkende maalstroom van de geschiedenis ten onder gaan. Deze aandacht voor kanslozen viel samen met Verga’s groeiende artistieke belangstelling voor het leven in zijn achtergebleven geboortestreek Sicilië. De novellenbundel ’Landleven’ (1880) vormt een eerste proeve van deze nieuwe literatuuropvatting en vertelhouding, waarmee Verga in feite de door Luigi Capuana (1839-1915) ontwikkelde theorie van het Italiaanse verismo in de praktijk bracht.

Verga begint zijn epos van losers helemaal onderaan de maatschappelijke ladder. Hier ligt namelijk voor de schrijver-observator relatief de eenvoudigste taak: „Op dit lage niveau is het mechanisme van de hartstochten dat [aan menselijk handelen] ten grondslag ligt niet zo complex, zodat het met grote nauwkeurigheid geobserveerd kan worden.” Hoe hoger de sociale regionen die de schrijver bestudeert, hoe lastiger hun nauwkeurige artistieke weergave. En zo werd ’I Malavoglia’ (1881), het verhaal van de teloorgang van de straatarme vissersfamilie Malavoglia uit Aci Trezza, het eerste en tevens beroemdste deel van de nooit voltooide cyclus.

De roman speelt in de periode 1863-1878 waarin de negatieve sociaal-economische gevolgen van Italië’s eenwording voor Sicilië zich steeds duidelijker laten voelen. De archaïsche vissersgemeenschap wordt keihard getroffen door telkens nieuwe belastingen en door de dienstplicht. Jonge, sterke armen die de plaatselijke economie draaiend hielden, moesten opeens voor langere tijd een onbekend vaderland gaan dienen.

De spanning tussen oude en nieuwe tijd wordt in de roman vertaald naar een generatieconflict tussen opa en kleinzoon, beiden ‘Ntoni genaamd. De eerste is een goudeerlijke man, voor wie werk en familie ronduit heilig zijn. Zijn wereld houdt op bij Aci Trezza, en bij de bezittingen die de Malavoglia’s hebben weten te vergaren: het huis bij de mispelboom en de vissersboot De Voorzienigheid. In een poging de fortuin te keren met een ogenschijnlijk lucratief handeltje in lupinebonen, stort hij de familie onverhoeds in het ongeluk: De Voorzienigheid lijdt schipbreuk waarbij zijn zoon Bastianazzo om het leven komt.

De jonge ‘Ntoni is in veel opzichten de tegenpool van zijn arbeidzame grootvader. Via de dienstplicht ontdekt hij een rijkere, modernere wereld. Alles is aantrekkelijker buiten zijn geboortedorp en na terugkeer wordt hij verteerd door ontevredenheid en frustratie. De eeuwenoude normen en waarden die zijn opa belichaamt, hebben voor hem geen enkele betekenis meer. Terwijl opa zich vastklampt aan het verleden, heeft ‘Ntoni schoon genoeg van zwoegen en ploeteren om met moeite het hoofd boven water te houden. Hij wil vooruit in het leven en het liefst met zo min mogelijk inspanning. En terwijl de oude man doorploetert om cent voor cent zijn schuld af te lossen en de familie voor verdere hoon en rampspoed te behoeden, raakt ‘Ntoni steeds verder op het verkeerde pad.

Uiteindelijk sleuren de beide ‘Ntoni’s met hun hang naar welvaart en verandering de familie naar de afgrond. Het zal niet de laatste keer zijn dat de wil om zaken te veranderen in de Siciliaanse context kapot slaat tegen een eeuwenoud mengsel van fatalisme en pessimisme.

Naast het tragische, meeslepende verhaal rond de familie Malavoglia, heeft Verga’s klassieker grote merites op het puur literaire vlak. Verteltrant en stijl van ’I Malavoglia’ zijn fascinerend, maar tegelijkertijd een nachtmerrie voor iedere vertaler. Aangezien Verga de talige werkelijkheid van het archaïsche Aci Trezza wilde weergeven én de roman leesbaar wilde houden, smeedde hij een boeiende maar strikt genomen onvertaalbare legering van Italiaans en Siciliaans. Als een volkse verteller ging hij ’midden tussen zijn personages staan’ en sloot hij zich aan bij het koor van dorpsbewoners dat de Malavoglia’s frequent over de tong laat gaan. De volkse taal is doorspekt met wijze spreekwoorden, sprekende eigennamen en bijnamen.

In deze vertaling zijn vooral bijzonder knappe en natuurlijk klinkende oplossingen gevonden voor de talrijke spreekwoorden en gezegden. Ook de toon is over het algemeen goed getroffen, al kon het misschien hier en daar iets volkser. De overige elementen die de couleur locale van het origineel in sterke mate bepalen, in het bijzonder de (min of meer) sprekende eigennamen en bijnamen, stellen ook de meest ervaren en bekwame vertalers voor dilemma’s die wellicht onoplosbaar zijn. De merkwaardige titel had echter eenvoudig beter gekund; uit alleen de vertaalde bijnaam wordt amper duidelijk dat dit een kroniek is van de ’familie’, het ’geslacht’ der Leeglopers.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden