null Beeld
Beeld

Klassiek & zoPeter van der Lint

Een donderend-razende notenlawine die haast nooit hoorbaar is

Peter van der Lint

Iemand die me heel na staat, noemde het onlangs de mooiste muziek die hij kende. Achter die ontboezeming hoorde ik een zweem van een vraagteken. Alsof er een bevestiging mijnerzijds verwacht werd. We zaten in de auto en op de radio klonk de Messa da Requiem van Giuseppe Verdi. Als iemand zo’n bekentenis doet, luister je ineens met heel andere oren naar die zo bekende muziek. Ik probeerde terug te gaan naar het moment dat ik het stuk voor het eerst hoorde, en wat dat destijds met me gedaan had.

Dat is best ingewikkeld als je daarna zoveel mooie uitvoeringen hebt gehoord, en zelfs in ettelijke Verdi Requiems hebt mogen meezingen. Elke maat, elke frasering, elke huivering die Verdi in zijn dodenmis stopte, ligt in je geheugen opgeslagen. Van sommige favoriete opnamen weet je precies waar en hoe een noot wordt aangevlogen, en of die donderend-razende notenlawine in de strijkers tijdens het Tuba mirum wel duidelijk hoorbaar is in al dat kabaal. Ik kan u verklappen, niet vaak.

Verdi was er ineens overal

De uitvoering op de radio was van de Berliner Philharmoniker met dirigent Daniel Barenboim, internationale solisten en het Berliner Rundfunkchor waarvan Gijs Leenaars nog altijd chef-dirigent is. Het klonk geweldig allemaal. In mijn oren zat ook nog de prima uitvoering vorige maand van het koor Laurens Symfonisch en het Residentie Orkest met de nieuwe chef Anja Bihlmaier. En als u dit leest heb ik (vrijdagavond) Verdi’s geniale noten in Utrecht opnieuw gehoord in de interpretatie van Karina Canellakis, het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor.

Verdi was er dus ineens overal. Samen met die ontboezeming in de auto hield de ‘opera in kerkgewaad’ me behoorlijk bezig. En met dat alles in het hoofd wil ik u wijzen op nóg een Verdi Requiem, zondag. Een historische reconstructie van uitvoeringen die elke beschrijving tarten.

In 1943 en 1944 klonken er zestien uitvoeringen van Verdi’s Requiem in concentratiekamp Theresienstadt. De gevangen Tsjechische dirigent Raphael Schächter stelde een koor van 150 lotgenoten samen. Joden, die in een modelkamp zaten. Althans, zo wilden de nazi’s de buitenwereld doen geloven. Een modelkamp waar muziek maken nog mogelijk was.

De kracht van muziek

De Amerikaanse dirigent Murry Sidlin raakte onder de indruk van het verhaal en schreef het concertdrama Defiant Requiem. Daarin vormt het Verdi Requiem de hoofdmoot, maar wordt de muziek afgewisseld met videofragmenten van interviews met overlevenden uit Theresienstadt, theatrale monologen en historische filmbeelden. Een samengesteld stuk als aanklacht tegen de Jodenvervolging, maar ook over de kracht van muziek als middel om je menswaardigheid te bewaren. Te zien zondagavond in de Beurs van Berlage, en op 23 juni op NPO2. Een beladen datum. Op die dag in 1944 was de laatste uitvoering van het Requiem in het kamp.

Die donderend-razende notenlawine in het Tuba mirum is er niet geweest daar in Theresienstadt, omdat er geen orkest met strijkers was. Maar dat de symbolische ‘laatste trompet’ voor de uitvoerenden in Theresienstadt wel heel dichtbij was, is haast onverdraaglijk. En dan die laatste, haast gefluisterde woorden van sopraan en koor: Libera me – Bevrijd mij. Huiveringwekkend. Een woord dat de lading amper dekt.

De mooiste muziek ooit? Voor al die mensen daar en toen was het de enige muziek, en ja, waarschijnlijk de mooiste muziek die ze ooit hoorden, of nog zouden horen.

Peter van der Lint schrijft iedere week met aanstekelijk enthousiasme over de wereld van de klassieke muziek. Lees zijn columns hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden