null Beeld
Beeld

Tv-columnWillem Pekelder

Een bijzondere traan van Maarten van Rossem

Willem Pekelder

Door de bank genomen ben ik niet zo dol op tv-tranen. Vooral omdat ze vaak dienen als trofee van op kijkcijfers beluste presentatoren. Zaterdagavond evenwel viel er een bijzondere traan. Maarten van Rossem, toch vooral bekend als stoïcijn, haalde zijn zakdoek tevoorschijn en zei met gebroken stem: “Zet dit maar uit. Ik kan hier niet tegen.”

Harry de Winter had zojuist Schuberts Impromptu nr. 4 opgezet, gespeeld door Arthur Rubinstein. Een verzoeknummer van Van Rossem zelf. Zijn tranen waren dus niet het resultaat van effectbejag van een presentator maar echt, en daarom mooi. “Ik draai dit normaal gesproken alleen als ik in mijn eentje ben. Hoe ouder ik word, hoe meer het me raakt”, legde de historicus uit.

Ouderdom en dood zijn belangrijke ingrediënten in Wintertijd, een programma dat ooit begon in 1999 en nu bij Max een eenmalige comeback maakt (tot 9 april). Die rentree heeft alles te maken met de toestand van Harry de Winter. Hij heeft asbestkanker en is ten dode opgeschreven, vertelde hij dit weekend in het AD. Daarom wil hij in zijn laatste reeks praten met BN’ers over de zin van het leven.

Voor Van Rossem ligt die in schilderijen van Lucian Freud, omgang met zijn kleinkinderen en wandelen. En in muziek natuurlijk, nog altijd het belangrijkste bestanddeel van Wintertijd. Van Rossem heeft een brede smaak, variërend van Fats Domino en The Beatles tot Georges Brassens en Amy Winehouse. Verrassend genoeg ook de vrolijke tonen van Doris Day, wat deze kijker niet meteen had vermoed achter de immer in zwart gehulde geschiedkundige.

Openhartig

Van Rossem vertelde meer dan waarop je zou durven hopen bij deze ietwat gesloten tv-ster. Ongetwijfeld nodigde het warme decor van Wintertijd daartoe uit. Het lijkt op een studentenkamer uit de jaren zestig: boeken en platen knus op tafel, nostalgische radio’s en een ouderwetse draaitafel. Over Van Rossems jeugd ging het (veel gepest), zijn gang naar de psychiater (zuigelingentrauma), zijn karakter (tobberig) en de keren dat de tv hem had geboycot (onder meer nadat hij Nancy Reagan een ‘doodeng vrouwtje’ had genoemd).

Zijn vroegere excessieve drankgebruik, waarover het in het begin even ging, keerde gek genoeg niet in de uitzending terug. Evenmin, en dat was ernstiger, de vraag waarom en op welk moment zijn favoriete muziek voor hem belangrijk was geweest. Opmerkelijk, want dat geldt toch als de centrale vraag van dit programma over de soundtrack van je leven. Wie weet komt de kwestie beter uit de verf bij Hedy d’Ancona, een van de volgende gasten.

Eerst zagen we de oud-politica zaterdagavond in Verborgen verleden (NTR), waarin ze op zoek ging naar de sporen van haar vader Elias. Ze ontdekte dat hij samen met zijn Joodse vrouw Jeanne de Leeuw (niet d’Ancona’s moeder) na een huwelijksreis door Amerika in oktober 1939 was teruggekeerd naar Nederland. Een halfjaar voor de oorlog. “Ze gingen hun eigen hel tegemoet”, peinsde D’Ancona.

Elias d’Ancona overleefde het werkkamp, maar overleed op weg naar de vrijheid in februari 1945. Het waarom van zijn noodlottige keuze uit 1939 werd niet duidelijk. Maar D’Ancona was trots op haar vader, omdat hij, zoals zij, een strijder was tegen onrecht. Ze zei het ontroerd, zonder tranen.

Een keer per week schrijft Willem Pekelder over televisie.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden