Mooi!Moderne folly's
Dwaasbouw: een folly bouw je voor je plezier
Soms zit er een diepere gedachte achter, soms hebben ze enig nut. Maar eigenlijk bouw je een folly gewoon voor de lol.
Follies, heten ze in het Engels, maar het Nederlandse woord is nog leuker: dwaasbouw. Rare, onverwachte gebouwtjes, op landgoederen, in parken, gewoon in de openbare ruimte. Zonder functie, zou je kunnen zeggen, al is dat laatste volgens Andrea Hijmans nu ook weer niet altijd zo. “Een hondenhok is op zich een functioneel gebouw. Maar zet er een torentje op, of bouw er een zuilengalerij omheen, toevoegingen waar de hond geen boodschap aan heeft, en je hebt een folly.”
Zulke aangeklede hondenhokken bestaan – zij het voor zover bekend zonder zuilengalerij. Andrea Hijmans en Edith Gerritsma, respectievelijk journalist en fotograaf, vonden een mooi exemplaar in het Friese Haskerdijken, een rijksmonument nog wel, met een groot tuitvormig ornament boven de ingang. Het is een van de 150 folly’s, verspreid door heel Nederland, die ze opnamen in hun boek Voor de gek! Follies in Nederland. Er staan oude, maar ook heel modern ogende folly’s in, waarbij soms de scheidslijn tussen kunst en folly dun is.
De eerste folly’s waren puur romantisch. Denk aan Romeinse tempeltjes, kluizenaarshutten of aan nepruïnes, gebouwd om de buitenplaatsen van de Britse achttiende-eeuwse elite op te luisteren. “Ze pasten in het verlangen naar een nieuw Arcadië”, zegt Hijmans. “En er was ook een verband met de Grand Tour die jongeren uit de Engelse bovenklasse maakten naar het continent, om zich te ontwikkelen en kennis te maken met de cultuur. Ze konden geen tempeltje mee terugnemen, maar er wel zelf een laten bouwen.”
In de loop van de achttiende eeuw democratiseerden de folly’s – ook minder vermogende mensen begonnen ze te bouwen – en maakte de trend bovendien de oversteek naar het Europese vasteland, inclusief Nederland. Dat ging door in de negentiende, de twintigste en ja: ook in de 21ste eeuw. Hijmans: “Je hebt in Norg zelfs een jaarlijks follyfestival. Dan wordt er een prijsvraag uitgeschreven, en de winnende ontwerpen worden gebouwd, tijdelijk.”
Andere staan er permanent, zoals drie folly’s, ware blikvangers van kunstenaarsduo Frank Bolink en Gerard Koopman, langs toegangswegen naar de Noordoostpolder (zie pag 20 links). Ze markeren de overgang van vasteland naar voormalige zeebodem. Hijmans: “Folly’s staan vaak op de overgang van twee landschappen. Theekoepels bijvoorbeeld staan langs de weg of aan het water. Als een soort bermtoerisme, om uit te kijken, maar ook om zelf gezien te worden, je rijkdom te etaleren.”
Soms komt er een diepere gedachte kijken bij een folly. Zeker moderne folly’s willen nog weleens een statement maken – zoals fort ’t Hammetje dat Amersfoorter Willem Ham bouwde als protest tegen de oprukkende nieuwbouw. Hijmans: “Maar de meeste worden toch gebouwd vanwege het plezier.”
Edith Gerritsma en Andrea Hijmans
Voor de gek! Follies in Nederland
208 blz. € 34,95
Te bestellen op de website: folliesinnederland.nl