Review
'Duras is van mening dat...'
'Je doodt me. Je doet me goed', zegt de naamloze Française tegen haar anonieme Japanse geliefde in de film 'Hiroshima, mon amour': 'tu me tue, tu me fais du bien'.
Dit beroemde citaat uit het scenario van de Franse schrijfster Marguerite Duras toont de typisch Durassiaanse paradox: het soort bezweringsformule waarom Duras door tegenstanders is verguisd als een orakel dat slechts opgeklopte lucht verkoopt, en door haar bewonderaars is geprezen als een schrijfster die als geen ander in staat is de schijnbaar strijdige gevoelens in liefde, verlangen, eenzaamheid en versmelting in woorden uit te drukken en tegelijk onoplosbaar te laten.
,,Een biografie stelt echter andere eisen dan de poëzie'', meent de Franse journaliste en historica Laure Adler, wier boek over Marguerite Duras juist om haar onthulling van opzienbare 'waarheden' achter Duras meerduidige, poëtische teksten in Frankrijk veel tumult veroorzaakte. Adlers zeer smeuiëe en lezenswaardige, bijna 700 pagina's tellende, genuanceerde portret van de controversiële schrijfster verscheen in juni in Nederlandse vertaling en de biografe bezocht op uitnodiging van Maison Descartes Amsterdam om haar werk toe te lichten.
Zeven jaar besteedde Adler, inmiddels biografe af (,,dat nooit meer!'') en directeur van de belangrijke culturele radiozender France Culture, aan het schrijven van dit imposante boekwerk over de schrijfster die in 1995 op 81 jarige leeftijd overleed. Na veel aandringen verwierf Adler de aarzelende instemming van haar onderwerp. Duras haatte het idee dat iemand in haar leven zou gaan ploegen en eiste dat Adler eerst al haar romans en teksten zou herlezen in chronologische volgorde. Want de geschiedenis van mijn leven bestaat niet, stelde ze, alles over mijn leven zit al in mijn boeken. Getuige het motto dat Adler aan haar boek heeft meegegeven is dat nu precies wat de biografe betwijfelt. 'Door veel te schrijven heb ik van mijn leven een fantoomleven gemaakt', citeert Adler de toneelschrijver Strindberg bij aanvang van haar studie. En in haar voorwoord noemt ze Duras streng de 'vakvrouw van de bekentenisliteratuur, die er als geen ander in slaagde ons te doen geloven in haar leugens'.
Van deze 'leugens' ontmaskert Adler er verschillende. Ze reisde naar Indochina, verbleef aldaar langdurig in de bibliotheek en voerde gesprekken met een buurjongentje en met de neef van de Chinese minnaar uit 'L'amant', de roman waarmee Duras in 1984 de prestigieuze Prix Concourt en internationale roem verwierf en waarvan meer dan een miljoen exemplaren over de toonbank gingen. Ze ontdekte dat deze Chinees bepaald niet de gepassioneerde eerste liefde was die de tekst oproept. Duras verdroeg de omgang met de veel oudere, rijke minnaar onder druk van haar autoritaire, liefdeloze moeder. De man stopte de noodlijdende familie geld toe en betaalde uiteindelijk (opgelucht) hun terugreis naar Frankrijk.
Ook Duras' oorlogsverleden, haar aandeel in de al in meerdere biografieën besproken illustere verzetsgroep die zich rond François Mitterrand had verzameld, werd door Adler van kanttekeningen voorzien. Voor zij tot het verzet toetrad werkte Duras van 1941 tot 1942 als secretaris van het door de Duitsers gecontroleerde Comite d'Organisation du Livre en selecteerde zij in die functie wie wel of niet papier kreeg om te publiceren. Geen onbelangrijk administratief baantje, zoals eerder werd verondersteld, maar een invloedrijke, censurerende functie die Duras overigens wel naar eer en geweten vervulde door de schrijvers die zij bijzonder achtte van de noodzakelijke spullen te voorzien.
In de Franse pers werd Adlers studie aanvankelijk opgehangen aan deze onthullingen. Ten onrechte werd de indruk gewekt dat het om een biografie tegen Duras zou gaan, een judasbiografie, waaruit Duras naar voren kwam als een megalomane, verwarde narcist, die niet alleen in haar autobiografische teksten een loopje nam met de werkelijkheid, maar vervolgens ook nog zelf in die mythes ging geloven. Hoewel Laure Adler met haar motto, voorwoord en in interviews bijdroeg aan deze algemene nadruk op de ontluisterende waarheid achter de poezie, was haar doel absoluut niet het 'schandaalboek' dat nu uit de recensies naar voren komt.
,,Natuurlijk heeft een schrijver het recht om te verzinnen. De plicht zelfs!'', antwoordt ze op de vraag of 'leugens' niet te sterk is uitgedrukt in het geval van Duras, die toch fictie schreef, ook al putte ze daarbij uit haar eigen leven. ,,Wat ik in mijn boek slechts heb willen benadrukken is dat Duras op gegeven moment ging geloven in haar eigen uitvindingen. Duras vond een personage uit dat ze zelf ging zijn. Ze reconstrueerde haar leven in haar romans en kon uiteindelijke dat imaginaire leven en het reële leven niet meer scheiden. In interviews presenteerde ze 'L'amant' en andere teksten expliciet als autobiografisch en anderzijds ging ze over zichzelf in de derde persoon spreken. 'Duras is van mening dat...', een nogal opgeblazen presentatie van zichzelf die veel weerstand opriep. Het was echter niet mijn bedoeling om haar mystificaties te veroordelen, slechts om ze aan te wijzen.''
,,Ik denk ook niet dat het de taak van de biograaf is om te oordelen, of om de waarheid op te diepen, er zijn ontelbare waarheden, maar hij moet wel risico's nemen en praten over de relatie die de schrijfster heeft tot de persoon over wie het werk gaat. De tijd van de semiotische/tekstuele school in Frankrijk die beweerde dat teksten in zichzelf begrepen konden worden is voorbij. Het gaat er in een literaire biografie om het werk in haar tijd te plaatsen, ideologisch, historisch, literair, emotioneel, en te kijken hoe het is beinvloed door de gebeurtenissen die de auteur heeft meegemaakt.''
,,De opschudding over Duras collaboratie tijdens de oorlog zegt trouwens veel meer over hoe pijnlijk de oorlogsperiode voor de Fransen nog steeds is dan over Duras. De Fransen hebben zich nog steeds niet gerealiseerd dat 95 procent van de bevolking op de een of andere manier heeft gecollaboreerd. Ze veroordelen in Duras nu gemakzuchtig wat ze zelf nog niet geaccepteerd hebben. Hetzelfde gebeurde bij Simone de Beauvoir toen uit Deirde Blairs biografie bleek dat De Beauvoir een minder eenduidig heldhaftig oorlogsverleden had dan werd verondersteld. Daarbij zien ze even gemakzuchtig over het hoofd dat Duras na haar toetreding tot het verzet wel degelijk heel moedig is geweest en met gevaar voor eigen leven in opstand is gekomen. Overigens heeft die heftige polemiek me wel veel verdriet gedaan. Ik wilde juist een aandeel leveren aan de waardigheid van Duras.''
,,Van Frankrijks drie grootste vrouwelijke auteurs (naast de Beauvoir en Yourcenar) is Duras voor mij de belangrijkste. Ik zie haar niet als een literair vernieuwer als Proust of Genet. Ook niet als iemand die het intellectuele en politieke leven heeft belichaamd zoals Jean Paul Sartre. Maar ze is wel een van de meest betwiste, opzienbarende persoonlijkheden in het Franse literaire leven.''
,,Tot 'L'amant' was ze in Frankrijk vooral beroemd in homoseksuele en feministische kringen, een sektarisch schrijfster waarvan men de teksten aan elkaar doorgaf. 'Hiroshima, mon amour' oversteeg dan wel de grenzen van die geheime club Duras-liefhebbers maar dat was toch meer de film van Alain Resnais dan het scenario van Duras.'' ,,Hoewel Yourcenar en de Beauvoir meer algemene erkenning hebben verworven acht ik Duras toch de meest moderne van de drie. Haar teksten zijn als melodieën, puur, niet simpel maar wel helder. En hoewel ze over zichzelf spreekt hebben ze een universele kracht. Ze eist van de lezer in haar geschiedenis te interveniëren, erin binnen te treden.''
,,Bij de presentatie van mijn boek op conferenties en seminars heb ik ook gemerkt dat Duras opnieuw veel gelezen wordt door een jong publiek, van 16 tot 18 jaar, iets dat met haar existentiële thema's te maken heeft (liefde, eenzaamheid, dood, verlangen, versmelting) maar ook met die moderne, poëtische stijl die de lezer tot activiteit dwingt''.
,,Die stijl maakt Duras tot Frankrijks meest gelezen schrijfster, een uniek auteur die de twintigste eeuw zeker zal overleven.''