Duizelingwekkende stadsgezichten met een kroontjespen
Met een kroontjespen tekent Stefan Bleekrode steden zo gedetailleerd dat ze bedrieglijk echt lijken – ook al fantaseert hij er soms gewoon iets moois bij.
Je kunt uren ‘wandelen’ door de stadsgezichten van Stefan Bleekrode (33). Met een ragfijne kroontjespen en een flesje oostindische inkt tekent hij metropolen als New York, Londen, Venetië en Boedapest, maar ook Groningen of het kleine stadje Amalfi. Zo verbluffend gedetailleerd zijn de stadsbeelden dat het duizelt voor de ogen. Wat een monnikenwerk, hoe lang doet hij over een tekening?
Dat is de meest gestelde vraag als Bleekrode deze week een paar middagen zit te tekenen in Museum Flehite in Amersfoort, waar hij een expositie heeft. Drieënhalf tot vier maanden, luidt het antwoord, zeven lange dagen per week. “Ik doe niet aan weekenden. Ik wil niets liever dan tekenen.” Tot vijf jaar geleden had hij er nog een baan bij als monteur van kaartjesautomaten op stations. “Het is pure luxe dat ik kan leven van mijn werk. Eigenlijk ben ik al met pensioen en kan ik me volledig aan mijn hobby wijden.”
Vaak wordt gedacht – vanwege het hoge perspectief – dat hij foto’s maakt met een drone of vanaf een toren en die vervolgens minutieus natekent. En dan komt de aap uit de mouw. Hoe bedrieglijk waarheidsgetrouw de steden er ook uitzien, er komt ook heel veel uit zijn eigen verbeelding. Hij wijst naar de tekening van Boekarest, waarvan het historische stadscentrum onder het bewind van Ceaușescu grotendeels werd verwoest. Oude kerken moesten plaatsmaken voor megalomane gebouwen. Om dat ‘brute, genadeloze geweld’ te benadrukken, tekende hij midden op het plein voor het Paleis van het Volk een kleine orthodoxe kerk. “Die staat daar niet, die heb ik bedacht.”
Stefan Bleekrode groeide op in Eindhoven, waar hij nog steeds woont, en ging naar eigen zeggen eerder tekenen dan lopen. Dat talent heeft hij misschien van zijn overgrootvader, de graficus en politiek tekenaar Meijer Bleekrode. Op zijn zeventiende ging hij naar de kunstacademie in Breda, maar dat was geen succes. “Ik had er geen aansluiting, met mijn klassieke realistische werk.” Twee jaar later probeerde hij het in Londen; ook daar vond hij niet wat hij zocht: gedegen lessen in teken- en schildertechniek en kunsthistorie.
“Die afwijzingen sterkten me alleen maar om mijn eigen weg te kiezen. Ik heb in Londen wel heel veel musea bezocht waar ik van alles heb nagetekend. Daar heb ik veel van geleerd. In feite ben ik dus autodidact.” Ook leerde hij er het werk kennen van de autistische Britse outsider-kunstenaar Stephen Wiltshire, die eveneens stadsgezichten tekent.
Zijn werk heeft ook het ‘obsessieve’ dat outsiderkunst vaak typeert, erkent Bleekrode. “Maar ik ben geen autist.” Kennelijk heeft hij het vermogen, zegt hij, om na lange stadswandelingen, waarbij hij straten en gebouwen in zijn hoofd opslaat, aangevuld met wat schetsen en soms een foto van architectonische ornamenten, die beelden met uiterste precisie weer te geven. Eerst zet hij met een paar potloodlijnen de hoofdassen van de stad neer. Daarna begint hij vanaf linksonder het papier vol te tekenen, zonder vooropgezet plan. Zo natuurgetrouw lijken zijn steden dat iedereen ze meent te herkennen, terwijl zijn tekeningen toch nooit kopieën zijn van de werkelijkheid.
Saaie zwarte plek
Hij ‘bouwt’ steden niet alleen vanuit zijn herinneringen, maar ook uit zijn fantasie. Daarom beziet hij een stad ook liever niet vanaf een uitkijktoren. “Dat verpest mijn verbeeldingskracht.”
Wat hij niet interessant en mooi vindt of wat de compositie verstoort, laat hij weg. Een groot meer wordt een ‘saaie’ zwarte plek, daar zet hij liever een mooi gebouw neer.
Van ‘modernistische’ architectuur houdt hij niet, ‘te anoniem en totaal inwisselbaar’. Daarom tekende hij nog nooit Eindhoven of Rotterdam, al heeft hij ook niets met Amsterdam. “Als ik niets voel bij een stad, begin ik er niet aan.” Amersfoort, waar zijn werk nu voor het eerst in een museum is te zien, ontbreekt eveneens. Hij was er wel aan begonnen, maar toen de Koppelpoort op papier stond, raakte hij zijn interesse kwijt. Die poort heeft hij toen maar toegevoegd aan een nachtgezicht op Groningen.
Soms schiet zijn verbeeldingskracht zover door dat hij een compleet imaginaire stad creëert, met al zijn favoriete gebouwen erin, van de koepel van het station in Antwerpen tot hotel Waldorf Astoria en Metropolitan Museum in New York, en niet te vergeten die ‘fantastische’ Hohenzollernbrug in Keulen.
Nachtgezichten maakt hij ook graag, omdat hij dan het maanlicht zo mooi op een rivier of de zee kan laten vallen. Per ongeluk kwam hij erop, toen hij zijn inktpotje omstootte over een tekening van New York, waar hij honderden uren aan had gewerkt. Van de inktvlek maakte hij een nachtelijke hemel en de straatlantaarns en wolkenkrabbers kregen lichtjes.
Ontbrak de lucht nog in zijn beginjaren – de tekenvellen waren toen van top tot teen gevuld met gebouwen – nu richt zijn fascinatie zich ook op de wolken. “Of het nu om architectuur of om de lucht gaat, mijn verwondering over de wereld om me heen wil ik uitbeelden.”
Stadsbeelden in Amersfoort
De tentoonstelling ‘Stadsbeelden’ over hedendaagse stadsgezichten toont het werk van Stefan Bleekrode en nog zeven andere kunstenaars. Te zien t/m 19 mei in Museum Flehite in Amersfoort. Parallel aan deze expositie zijn in Kunsthal Kade in Amersfoort de stadsgezichten van Caspar van Wittel (1653-1736) te zien, waarmee hij bekend werd in Italië.
Lees ook:
Op Vanvitelli’s schilderijen is het altijd mooi weer
Caspar van Wittel is een onbekend kunstenaar. Maar in Italië is hij als Gaspare Vanvitelli beroemd.
Outsiderkunst is ook een stroming
Bij Christie’s New York werden ze al geveild. Ook Nederlandse musea tonen nu werken van kunstenaars met psychische problemen.