null Beeld

Klassiek & zoPeter van der Lint

Doctor Johannes en zijn liefde voor Brahms en Mengelberg

Peter van der Lint

Ik heb een fascinatie voor kunst die in mijn geboortejaar 1959 ‘geboren’ werd. In dat jaar verscheen bijvoorbeeld de roman Aimez-vous Brahms...? van Françoise Sagan. Intrigerende titel, vanwege de vraagstelling en vanwege de naam van de grote Johannes Brahms erin.

Ik las het boek voor mijn Franse leeslijst op de middelbare school. Brahms speelde slechts een bijrol. De jonge Simon nodigt de oudere Paule uit voor een concert in de Parijse Salle Pleyel. Brahms als verleidingstruc dus. Op de vraag of ze van Brahms hield kon Paule geen antwoord geven, omdat ze er nooit over had nagedacht.

De titel blijft natuurlijk een gouden greep. Die leidt in muziekkringen een eigen leven. Dirigent en violist Johannes Leertouwer heeft wel degelijk over de vraag nagedacht. Al vier jaar houdt hij zich intensief bezig met zijn muziek, en donderdag promoveerde hij aan de Universiteit van Leiden op zijn onderzoek naar flexibele tempi in Brahms’ symfonieën en concerten. Via een live-verbinding was de promotie-ceremonie te volgen. Leertouwer kon de vragen van zijn opponenten prima beantwoorden, en uiteraard kreeg hij zijn bul. Doctor Johannes, afgestudeerd op zijn naamgenoot.

Ieder week een ander tempo

Meest opvallend en verrassend misschien was de ontwikkeling die Leertouwer zelf doormaakte. Als voorvechter van de authentieke uitvoeringspraktijk, en idolaat aanhanger van Nikolaus Harnoncourt, maakte hij uiteindelijk een grote ommezwaai. “Ik verdedig nu zaken”, hield hij zijn opponenten voor, “waar ik vroeger als uitvoerend musicus fel op tegen was.” Vroeger dacht hij dat je aan tempo niet moest tornen, nu weet hij beter. Afgaand op zijn intuïtie, en op een uitspraak van Brahms zelf: ‘Elk verstandig persoon zou iedere week weer een ander tempo kiezen’.

Leertouwers onderzoek kon dankzij het Conservatorium van Amsterdam ook in praktijk worden gebracht. Met een projectorkest kwamen de symfonieën en de concerten tot klinken. Theorie omgezet in klinkende materie in een heus laboratorium. Boek en opnamen zijn in het onderzoek even belangrijk. In een interview in Trouw uit 2019 was de grote verrassing dat Leertouwer de aloude Willem Mengelberg zijn vakbroeder noemde. Dezelfde Mengelberg om wiens fluctuerende tempi Leertouwer vroeger nogal lacherig had gedaan.

De volle zaal gaat uit zijn dak

Mengelberg kwam diezelfde avond weer in mijn gedachten tijdens de uitvoering van Richard Strauss’ Eine Alpensinfonie door het Concertgebouworkest en dirigent Klaus Mäkelä. Mengelberg dirigeerde het werk al in 1916, en een week later nam Strauss de baton over om zijn stuk zelf te dirigeren. Hoe zou het toen geklonken hebben? Zou Mengelberg net zo boven de materie hebben gestaan als Mäkelä nu? Het onmiskenbare plezier en gemak waarmee Mäkelä de alpentocht aflegde was echt bijzonder. Misschien was zijn gekozen basisdynamiek iets te hard. Daardoor sprongen de zachte passages er echt uit, maar waren de luide passages soms net over de rand.

Maar jeetje, wat was het een verbluffend machtige uitvoering, waarvoor de volle zaal uit zijn dak ging. Het concert begon met Aino, een symfonisch gedicht van Jimmy López, gebaseerd op het Finse epos Kalevala. Een zelfde soort epaterende en ingenieuze muziek als die van Strauss. López droeg het werk op aan Mäkelä. En weet u, Strauss droeg ooit een van zijn werken op aan Mengelberg en het Concertgebouworkest. Mooie analogie toch?

Peter van der Lint schrijft iedere week met aanstekelijk enthousiasme over de wereld van de klassieke muziek. Lees zijn columns hier terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden