25 jaar na de oorlog in voormalig Joegoslavië herinnert kunstenaar Anna Dasovic met verschillende projecten aan de genocide.
In een lange rij langs de Amsterdamse kade kijken ze je aan: 25 jongeren, gefotografeerd in zwart-wit, afgedrukt op enorme panelen. Het zijn allemaal Bosnische Nederlanders van 25 jaar oud. Op de kaartjes eronder staan hun voornamen en geboorteplaatsen: Assen, Amsterdam, Prijedor, Srebrenica.
De teksten gaan over hoe zij of hun ouders in Nederland terechtkwamen, en hoe de oorlog vaak nog steeds invloed heeft op hun leven. “Ook na 25 jaar zijn nog niet alle vermisten gevonden. Elk jaar begraven wij wel iemand die geïdentificeerd is”, vertelt de Amsterdamse Merima. Een andere vrouw zegt zich niet gerespecteerd te voelen als men ‘niet eens durft toe te geven welk onrecht ons is aangedaan’.
Vieze grap
Het fotoproject heet ‘Tijdelijk Monument: Srebrenica is Nederlandse geschiedenis’ en is het werk van vier Bosnisch-Nederlandse vrouwen die zich samen Bosnian Girl noemen. Dat is niet zo luchtig als het klinkt; de naam verwijst naar een aangrijpend kunstwerk uit 2003. De Bosnische kunstenaar Sejla Kameric nam toen een foto van zichzelf en schreef er teksten op: ‘No teeth..? A mustache..? Smel like shit..? Bosnian girl!’. Een Nederlandse soldaat, een van de blauwhelmen, schreef de tekst oorspronkelijk op de muur van de VN-basis in Potocari, als een vieze grap die vooral niet bestemd was om naar buiten te komen.
Die basis was onderdeel van de enclave Srebrenica, waar Bosnische Serviërs 8372 Bosnische moslimmannen en -jongens vermoordden in juli 1995. Vanwege de 25-jaars-herdenking van de genocide staat het tijdelijke fotomonument aan deze kade in Amsterdam-Oost. Daarnaast, in het gebouw van kunstruimte Framer Framed, is meer kunst te zien die gaat over de verwerking van de genocide. Hoe ontstaat een beeld van het gebeurde, hoe kunnen beelden helpen de herinnering levend te houden, het verleden te reconstrueren?
Aan de basis van de tentoonstelling staat kunstenaar Anna Dasovic (Amsterdam, 1982), kind van een Nederlandse moeder en een in voormalig Joegoslavië geboren vader. Eerder reconstrueerde ze op de Amsterdamse Rijksakademie de vernietiging van het beroemde fotorolletje waarop Dutchbat bewijs van executieplekken had vastgelegd; dankzij de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) ontdekte ze ook een tweede rolletje uit dezelfde serie met drie onduidelijke foto’s uit het bos.
Na vier jaar wachten kreeg Dasovic onlangs beschikking over honderd videobanden uit het archief van het Nederlandse ministerie van defensie. Het zijn opnames van oefeningen die Nederlandse VN-soldaten deden in Duitsland en België in 1994 als voorbereiding op hun vredesmissies in Bosnië en Herzegovina. Rollenspellen waarbij ‘alles wat zich mogelijk zou kunnen voordoen’ werden geoefend.
Een aantal van de acteurs waren militairen die, doordat ze al waren uitgezonden, bij het spelen van de scripts een fysieke vertaling gaven van hun indruk van de Bosniërs. Dasovic laat in twee films in de tentoonstelling subtiel zien hoe clichématig die indruk was. Dat doet ze soms door alleen de dialogen te laten horen, en soms met een combinatie van beeld en geluid.
Een tweede episode uit Dasovic’ project gaat over de ruimte op de basis waar de tekst over de Bosnian Girl te zien was. In haar video toont ze de inmiddels verlaten ruimte en stelt ze hardop vragen. “Hoe kun je deze ruimte begrijpen?” De tekeningen op de muren, gemaakt door twintigjarige soldaten, bieden houvast. Het zijn geen artistieke hoogstandjes, maar ze verbeelden wél wat de mannen van de VN-vredesmacht Unprofor bezighield. Schunnige plaatjes natuurlijk, maar ook bijvoorbeeld een tekening van kamelen. Kamelen die, zoals Dasovic uitlegt, direct slaan op het scheldwoord voor Bosnische moslims.
Een exotisch beeld
In een interview in het bijbehorende boekje vertelt Dasovic dat de Nederlandse militairen een exotisch beeld kregen van de Bosniërs. Het werd een oorlog die ‘daar’ was ontstaan, in plaats van ‘hier’, in West-Europa. Daarom vindt Dasovic het belangrijk zichzelf als Nederlander te presenteren – het is jammer dat de films overwegend alleen in het Engels ondertiteld zijn.
Een ander Nederlands project in de tentoonstelling is ‘Facing Srebrenica’, een zoektocht van Nederlandse academici naar de vele familiefoto’s die Dutchbatters maakten tijdens hun verblijf in de enclave. Die foto’s tonen niet alleen inmiddels overleden geliefden; ze geven ook toegang tot herinneringen en gesprekken die anders niet gevoerd zouden worden.
Het is een toegankelijke en tegelijk gelaagde tentoonstelling die ruimte biedt aan praktische onderzoeken, kaarten en reconstructies met impliciete oordelen over de geschiedenis. Zelfs het bouwwerk waarbinnen het grootste deel van de tentoonstelling staat is speciaal voor de tentoonstelling gemaakt, iets wat je als bezoeker niet meteen doorhebt. Ontworpen door architect (en Bosnian Girl) Arna Mackic, geïnspireerd op de Joegoslavische Tweede Wereldoorlogmonumenten die president Tito tussen 1960 en 1990 liet bouwen.
De beroemde foto van een uitgemergelde gevangene in Prijedor ontbreekt. In plaats daarvan komt het beeld ter sprake in het ingetogen werk ‘Transferred Memories - Embodied Documents’ van Ana Hoffner, die twee vrouwelijke acteurs laat kijken naar beelden en laat vertellen wat ze zien. Ze zien prikkeldraad, ribben, open monden. De kijker ziet alleen de tranen in hun ogen.
‘From what will we reassemble ourselves’, gratis te zien in Framer Framed tot 3 januari 2021, het Tijdelijk Monument is tot 19 oktober te zien op de Oranje-Vrijstaatkade in Amsterdam.
Lees ook:
De gezongen emoties van de Dutchbat-commandant
De val van Srebrenica leent zich niet als onderwerp voor een opera. De thuiskomst van commandant Karremans wel. Huba de Graaff schreef de muziek voor ‘De Lamp’. Door muziek te schrijven voor Karremans kon ze ondanks alles met hem meevoelen.