Theaters en concertzalen mogen binnenkort open voor kleine groepen. Maar financieel lost dat nog niks op en vele staan op omvallen.
“In november zijn wij door onze financiële reserves heen.” Die woorden komen niet van een obscuur zaaltje, maar van het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam. Het voortbestaan van de cultuursector hangt aan een zijden draad, en de versoepelingen die premier Rutte woensdag aankondigde bieden voor Concertgebouwdirecteur Simon Reinink ‘helemaal geen soelaas’.
De kleine zaal van het Concertgebouw heeft vierhonderd stoelen, de grote tweeduizend. Om uit de kosten te komen moeten die voor tachtig procent bezet zijn. “Dertig of honderd bezoekers, dat komt niet eens in de buurt. Het ziet ernaar uit dat wij het komende half jaar niet open kunnen. En het duurt waarschijnlijk nog veel langer als er geen vaccin komt. Grote zalen en theaters hebben aanvullende steun nodig van de overheid, anders gaat het mis.”
Het Nationale Theater in Den Haag gaat wél open in juni. “We starten met een nieuw project: ‘Het Nationale Theater speelt altijd’", vertelt directeur Cees Debets. “Artistiek leider Eric de Vroedt gaat een monoloog schrijven, geworteld in deze tijd. En we zijn bijvoorbeeld ook bezig de rechten te krijgen voor Will Eno's eenmansshow ‘Thom Pain’.”
Na de monologen wil het gezelschap stukken van onder meer Harold Pinter en Samuel Beckett opvoeren, met twee of drie acteurs en zonder grote decors.
Maar een echte oplossing is het niet, zegt Debets. “We willen, binnen deze rotsituatie, snel weer contact met ons publiek opbouwen. Maar economisch is dat geenszins rendabel. Daarvoor zijn er te veel mensen betrokken op het podium en achter de schermen, maar ook bij de horeca en publieksdiensten.”
De prijzen omhoog
Judith Hartman, directeur van het Wilminktheater en het Muziekcentrum in Enschede, springt evenmin een gat in de lucht. “We willen natuurlijk niets liever dan artiesten weer tegen betaling laten optreden”, zegt ze. Maar wederom zijn de kosten een probleem. “Je kan de prijzen wel omhoog gooien, maar komt het publiek dan wel?”
Toch is het theater in gesprek met producenten over aangepaste voorstellingen. Dan is er wel financiële steun nodig, waarschuwt Hartman. “Sinds 12 maart is alle omzet weggevallen. Wij hadden gelukkig een buffer, maar dertig procent van de theaters staat nog voor de zomer al op omvallen. Dat is over een paar maanden ook bij ons de situatie.”
Iets hoopvoller is de Verkadefabriek in Den Bosch. “Wij hebben naast theaterzalen ook filmzalen, dat geeft lucht”, vertelt directeur Jan van der Putten. “In een filmzaal is een kleine bezetting minder erg, de beleving is veel individueler. En op een podium heb je een heel praktisch probleem: acteurs en dansers moeten ook anderhalve meter uit elkaar blijven.”
Qua veiligheid is Van der Putten optimistisch – “wij beschikken over een heel groot gebouw, met gangen van zes meter breed en veel aparte ruimtes” – maar financieel is hij dat allesbehalve. “We krijgen voor 15 procent gemeentesubsidie. Van de kaartverkoop gaat 80 à 90 procent naar de artiesten. Voor de rest draait alles om horeca, zaalverhuur en het parkeerterrein. Rendabel wordt het pas weer vanaf het moment dat alles volledig open gaat.”
Lees ook:
Het podium voor jezelf
Geen symfonieorkest, wel strijkjes. Geen theaterspektakels, wel dialogen. Geen stagedivende bands, wel singer-songwriters. Experts vertellen hoe de anderhalvemeterkunst eruit kan gaan zien.