Eerst redde ze een noodlijdend museum, nu geeft ze de Bibliotheek Utrecht een boost. Deirdre Carasso: ‘Bibliotheken hebben voor zóveel mensen betekenis. We mogen best wat minder bescheiden zijn.’
Ze is net een half jaar directeur van de Bibliotheek Utrecht. De ambitie straalt ervan af. Deirdre Carasso heeft grootse plannen, vertelt ze in haar werkkamer. Het moet uitnodigender, dynamischer, assertiever. Te beginnen met de jeugd.
“Utrecht viert volgend jaar dat het negenhonderd jaar stadsrechten heeft”, zegt ze. “We willen in dat jaar proberen om álle kinderen en jongeren tot en met zeventien jaar lid te maken van de bibliotheek.” Op dit moment is 74 procent van de jeugd lid. Het overige kwart vormt niet de makkelijkste doelgroep, beseft Carasso. “Maar we gaan de uitdaging aan, we steken onze nek uit. We willen groter denken en verantwoordelijkheid nemen voor de volgende generaties.”
Toveren in Schiedam
Dat Carasso een uitdaging aankan, heeft ze de voorafgaande vierenhalf jaar al bewezen in Schiedam. Daar werd ze directeur van het zieltogende Stedelijk Museum Schiedam, nadat de gemeenteraad met een meerderheid van één stem had besloten om het museum te redden. Carasso wist het bezoekersaantal in korte tijd ruim te verdubbelen. Ze maakte de inwoners weer trots op hun museum.
Haar toverformule? “Die heb ik niet”, zegt ze. “Maar in Schiedam heb ik vooral de samenwerking met de stad gezocht. Dat was ook de expliciete voorwaarde van de gemeente: oké, we redden het museum voor na-oorlogse Nederlandse kunst, maar dan moet het wel meer een plek worden voor alle inwoners.” Voor een deel behield Carasso het traditionele programma met exposities van schilders als Corneille en Rothko. Maar ze koos de stad als haar grootste inspiratiebron. Schiedam telt slechts 80.000 inwoners, maar heeft ‘de complexiteit van een wereldstad’. Dat leidde bijvoorbeeld tot de tentoonstelling Modest Fashion, over bedekkende mode. “Daar ben ik ontzettend trots op”, zegt ze. “Het is ons gelukt om mensen, via kunst en geschiedenis, met elkaar in gesprek te brengen.”
Nieuw was ook dat ze alle Schiedammers uitnodigde om ideeën voor activiteiten aan te dragen. ‘Doe mee’, was haar oproep. Dat werkte. De lokale vereniging voor modelspoorbanen kwam in actie en bouwde samen met 120 kinderen en een kunstenaar een knotsgek spoorbaanlandschap. In de zomervakantie mochten mensen hun planten in het museum laten logeren. En er kwam een bokswedstrijd waar Carasso zelf aan meedeed.
“Alles kon naast elkaar bestaan”, vat Carasso samen. “Zo werd de stad echt eigenaar van het museum. Inwoners vonden er een eigen plek. Dat werkt veel beter dan alleen maar mooie tentoonstellingen organiseren en dan roepen: kom kijken, we zullen jou eens uitleggen hoe mooi dit is. Zo creëer je geen betrokkenheid.”
Nog eens hetzelfde kunststukje
Wat Carasso in Schiedam liet zien, mag ze nu in Utrecht proberen. Want ook de bibliotheek wil meer samenwerken met de stad. Aan de nieuwe directeur de taak om daar vorm aan te geven. “Nu is een bibliotheek nog vaak een individuele aangelegenheid”, zegt ze. “Mensen nemen een boek mee naar huis of komen hier studeren. Prima. Maar ik wil graag dat de bibliotheek meer een plek wordt waar mensen iets komen delen waar ze goed in zijn. Een plek waar ze een bijdrage kunnen leveren aan de wereld.”
Hoe? Stel je voor dat conservatoriumstudenten in de monumentale hoge hal van de hoofdvestiging op de Neude masterclasses komen geven. Dat kan bezoekers stimuleren om ook een instrument te leren bespelen. Of neem professionele schrijvers en journalisten. Zij kunnen vrijwilligers helpen die lokale journalistiek bedrijven. Lokale journalistiek is ‘noodzakelijk cement’ in een stad, aldus Carasso. Mogelijkheden genoeg, kortom. “Het begint met vragen stellen aan bewoners”, zegt ze. “Wat zou je willen, waar ben je goed in, wat houdt je bezig? Het is zo fijn als je anderen kan helpen. De bibliotheek kan mensen uitnodigen en met elkaar in contact brengen. Er zit zóveel positieve energie in een stad. Je hoeft maar te tappen en het komt. Ik zou het heel mooi vinden als meer mensen met ons meedenken over wat de bibliotheek kan zijn en worden. Dat is een oproep.”
Nog een voorbeeld van wat er allemaal kan: laatst sprak de directeur een moeder die samen met haar twaalfjarige dochter een inventarisatie aan het maken was van gayfilms en -boeken waarin niet-heterojongeren zich kunnen herkennen. Carasso: “Ik zou aan die dochter willen vragen: wat heb jíj nodig, hoe kunnen we jou helpen? Kunnen we bepaalde boeken aanschaffen? Heb je een zaal nodig voor een evenement? Wil je iets met films en boeken organiseren voor leeftijdsgenoten? We hebben hier dertien vestigingen met fantastische faciliteiten, waaronder een theater en een bioscoopzaal. De dochter kan bij ons datgene wat ze ontdekt heeft met andere jongeren delen en zo iets bijdragen aan de representatie en identiteitsontwikkeling van anderen. Want de bibliotheek gaat in de kern over persoonlijke ontwikkeling.”
Meewaring kijken naar de bieb
Toen Carasso de overstap maakte van de museumwereld naar de bibliotheek, keken sommige collega’s haar meewarig aan. Zo’n bibliotheek is toch helemaal niet sexy? Een museum is toch veel aantrekkelijker?
Ze begrijpt die reactie, maar is het er hartgrondig mee oneens. “Musea trekken veel aandacht naar zich toe”, verklaart ze. “Ze zijn heel handig in het creëren van momentum rond openingen. Ze weten hun zaakjes goed te verkopen, ook omdat ze keihard moeten concurreren om de bezoeker. Alles wat musea doen, ligt bovendien onder een vergrootglas van de media: mag je naakte vrouwenbeelden exposeren, mag je werk tonen van een kunstenaar van besproken gedrag, discussies over diversiteit en inclusie…”
Nee, dan bibliotheken. Daar hoor je veel minder over. Ze denken bijna alleen lokaal, organiseren vooral kleinschalige evenementen en zijn niet erg geneigd om de trom te roeren. Media zwijgen er ook over. Áls er al over de bibliotheek wordt geschreven, is het omdat er een mooi nieuw gebouw is geopend. Of omdat een columnist er iets nostalgisch over meldt. Of het gaat over bezuinigingen.
“De aandachtsverdeling tussen musea en bibliotheken is totaal scheef”, constateert Carasso. “Dat verbaast me, helemaal omdat bibliotheken voor veel meer mensen van betekenis zijn. In 2019 ontvingen musea 33 miljoen bezoekers. Bibliotheken maar liefst 63 miljoen; dat is bijna twee keer zoveel. In Utrecht zijn wij met bijna 80.000 leden ook nog eens de grootste ledenclub. Eén op de vijf Utrechters is lid. En er komen hier nog veel meer mensen die geen lid zijn, bijvoorbeeld om te studeren of om de krant te lezen. Bibliotheken hebben voor zóveel mensen betekenis. We mogen best wat minder bescheiden zijn.”
De bibliotheektransformatie
Daar komt bij dat bibliotheken de laatste jaren sterk aan het transformeren zijn. Ze veranderen steeds meer in maatschappelijk-educatieve, programmerende organisaties waar je bijvoorbeeld ook taal- en computerles kan volgen.
Dat is ontzettend belangrijk, zegt Carasso, zeker in een tijd waarin 24 procent van de jongeren laaggeletterd van school dreigt te komen. “Actuele kwesties als online privacy, democratisch burgerschap, een leven lang leren: bibliotheken zijn er volop mee bezig. Ze zitten op de huid van de tijd. De maatschappij is complex geworden. Je hebt ontzettend veel vaardigheden nodig. Die kun je hier leren.”
Het baart haar daarom zorgen dat 15 tot 20 procent van de bibliotheken nu al een bezuiniging voor volgend jaar aangekondigd heeft gekregen. “Ik begrijp dat sommige gemeentes het zwaar hebben”, zegt ze. “Maar ik zou juist níet op de bibliotheek bezuinigen. De sociale infrastructuur, bijvoorbeeld van buurthuizen, is de afgelopen jaren op veel plekken ook al afgebroken. Bibliotheken zijn nu alleen maar harder nodig.”
En nog iets: naar verwachting krijgt Utrecht er de komende twintig jaar 100.000 inwoners bij. Daardoor vindt er een enorme stedelijke verdichting plaats. Mensen zullen kleiner gaan wonen en tegelijk vaker thuiswerken. “Dan heb je echt behoefte aan publieke plekken zoals bibliotheken, waar je even kan ontsnappen”, zegt Carasso.
“Vandaar mijn oproep: denk met de bibliotheken mee wat voor plekken het moeten worden. Beschouw ze niet als vanzelfsprekend totdat ze er niet meer zijn. Als er een bibliotheek gesloten wordt, gaat iedereen de barricade op. Maar ik zou zeggen: wees dat vóór en maak er nu al samen je eigen plek van.”
Lees ook:
De bibliotheek is open en dat is niet alleen goed nieuws voor boekenwurmen
De bibliotheken mochten half mei hun deuren ontgrendelen. Eindelijk weer boeken lenen, de krant lezen of elkaar ontmoeten bij activiteiten. Al kan nog niet alles.