Recensie

Debutanten doen het schrijven er maar zo'n beetje bij; en dat lees je eraan af

null Beeld Colourbox
Beeld Colourbox

De literaire debutanten van dit jaar zijn jurist, filmmaker, vertaler, reclameschrijver, journalist, loopbaancoach, ze werken in een artsenpraktijk, in het mediateam van Ajax, in de theaterwereld, en natuurlijk in boekwinkels. Met enige moeite vist Gerwin van der Werf er drie uit, wier stemmen opvielen, die tot nadenken stemmen.

Gerwin van der Werf

Het staat allemaal vermeld op de achterflappen van hun boeken - alsof die baantjes de auteur een eigenheid moeten verschaffen die schrijverschap of boek ontbeert. Helaas, geen politie- of timmerman, geen zeevaarder. Zelfs de leraren laten het afweten, maar het mag duidelijk zijn dat de debutant-van-nu niet zit te suffen op een schrijfzolder, de ganse dag schaaft aan de stijl en dagdroomt van een doorbraak. Voor wie het nog niet wist: beginnende schrijvers doen het schrijven er maar een beetje bij.

De vraag is, verrijkt zo’n baan het schrijven, of hindert het vooral? Het beeld dat naar voren komt na lezing van zo’n vijftien debuutromans is vertrouwd: debutanten schrijven over zichzelf, hun eigen wereld, hun jeugd, werk, liefde, verlies. Daar is niets mis mee, en zo’n baan of bezigheid kan een mooie een persoonlijke invalshoek vormen, een compleet verhaal aanreiken zelfs. Maar ach, iedere debutant heeft wel een verhaal. Het lijkt erop dat de sommige uitgevers daarop selecteren.

In de literatuur doet het verhaal er echter minder toe dan een eigen stijl, een hoogstpersoonlijke manier van denken en observeren, en een origineel, levendig taalgebruik. Dat weinig van de debutanten die ik las zo’n stijl bezaten, hoeft niet te verbazen, want daarvoor heb je niet alleen talent nodig, maar ook het lef om alles opzij te zetten voor dat verrekte schrijven. Uiteindelijk hindert de betaalde arbeid het schrijfwerk, want iedere dag die je besteedt aan ander werk is een dag waarop je niet schrijft en niet leest, een dag waarop je níet werkt aan je stijl, je repertoirekennis, je ideeën.

Iedere sappelende schrijver moet die afweging zelf maken, maar het feit dat ik uit de stapel met enige moeite drie debutanten kon vissen wier stemmen opvielen, stemt tot nadenken: Mirthe van Doornik, Fieke Gosselaar en Peter Abelsen. Een journaliste, een rechtbankjuriste en een vertaler. Schrijvers, alle drie. Schrijvers van wie ik graag meer zou horen.

Mirthe van Doornik: moeders van anderen

Twee zusjes wonen met hun verslaafde moeder in een naargeestig portiekflatje aan de rand van de stad. Het verhaal, in losse scènes, beslaat zeventien jaar. De meisjes groeien op, met moeders drankgebruik gaat het van kwaad tot erger. Van Doornik vertelt het verhaal vanuit het perspectief van de zussen, die beurtelings aan het woord zijn. Nico is de oudste, ze lijkt rustig en koel maar ontwikkelt door haar controledwang een angststoornis. De jongere Kine is wispelturig en onzeker, maar door haar opgeruimde karakter en grote aanpassingsvermogen beter toegerust de situatie het hoofd te bieden. Zij blijft haar moeder trouw, ook al kan ze haar niet helpen.

Van Doornik geeft een overtuigend beeld van een probleemgezin waarin de kinderen klem zitten tussen loyaliteit aan ouders, de druk van buitenaf en hun eigen wil iets aan de situatie te veranderen. Ze legt daarbij het accent gelukkig niet op het slachtofferschap van de meisjes, maar op hun kinderlijke en o zo invoelbare methodes om alles te relativeren, om te overleven. “Weet je wel hoeveel kinderen zonder hun ouders in Disneyland zouden willen zijn?” zegt Nico, als ze door moeder zijn achtergelaten in het pretpark omdat ze zin had met haar nieuwe vriend naar Parijs te gaan.

null Beeld Martijn Gijsbertsen
Beeld Martijn Gijsbertsen

Van Doornik weet de twee meisjes knap een eigen stem te geven, en blinkt uit in de kleine observaties en zinnetjes. Moeder die na dagenlange afwezigheid “Ik heb jullie gemist hoor” roept. Vanaf de wc. Niet larmoyant of zielig, eerder grappig, maar des te pijnlijk. Nico gaat het huis uit, Kine blijft, ze beseft dat ze levenslang vastzit aan haar moeder, aan al die manifestaties van haar moeder die ze heeft leren kennen: de dronken moeder, de angstige moeder, de luidruchtige, de roekeloze moeder. Als moeder ten slotte met een delirium in een kliniek terechtkomt is Kine bang voor de enige moeder die ze nog niet kent: de dode moeder, een moeder ‘die aanweziger en brozer zal zijn dan alle andere moeders bij elkaar’.

In deze lichtvoetige roman over een zwaar onderwerp wemelt het van de rake zinnen, je kunt wel blijven citeren, de schrijfster lijkt ze achteloos neer te kwakken, maar ze treffen altijd doel. Het is de taal die van Moeders van anderen aangrijpende literatuur maakt, in plaats van (dat gevaar dreigt altijd) een Heel Erg levensverhaal van een debutant.

Mirthe van Doornik
Moeders van anderen
Prometheus; 284 blz. € 19,99

Peter Abelsen: Een soort geluk

Een wat oudere debutant is Peter Abelsen, vertaler van onder meer Jonathan Franzen. Zijn roman is autobiografisch getint en beslaat zo’n dertig jaar. Martin van Houten is een man die alles komt aanwaaien. De prestigieuze en lucratieve baantjes worden hem in de schoot geworpen, maar zijn gebrek aan ambitie verhindert hem keuzes te maken, in werk, leven en liefde. Hij rommelt dus maar wat aan, totdat dat echt niet meer gaat. Zijn geliefde krijgt kanker. Abelsen tekent een scherp beeld van het Amsterdam van de jaren tachtig, en, met veel mededogen, zijn personages.

null Beeld

Moeilijker is het te zeggen waar de kern van deze roman precies ligt. Bij het rouwproces van Martin, ben je geneigd te zeggen, omdat Abelsen zijn hoofdpersoon hier het dichtst op de huid zit, en omdat het boek ermee begint en eindigt. Het grootste deel van de roman beslaat echter Martins rommelige leven in Amsterdam, we leren hem kennen als een opportunist, met al die baantjes, zijn gerotzooi aan de zelfkant, maar ook in de liefde. Een soort geluk waaiert wat te veel uit en verliest aan richting, tot het moment dat Abelsen je bij de lurven grijpt in een scène waarin hij uit wanhoop over de dood van zijn vrouw een zelfmoordpoging doet die even klungelig als schrijnend is. Abelsen schudt de laconieke toon van zich af in die laatste scènes, schrijft zeer krachtig en weet te ontroeren.

Peter Abelsen
Een soort geluk
Anbo Anthos; € 20

Fieke Gosselaar: Het land houdt van stilte

“De omgeploegde vette klei leek altijd samen te vallen met de grijze luchten, zo grijs dat de windmolens aan de horizon erin verdwenen.” De sfeer van het Groningse platteland wordt in trage, soepele zinnen opgeroepen door Fieke Gosselaar. Even bedaard denken en bewegen de personages in dit kalme decor, mensen die om uiteenlopende redenen iets te zoeken blijken te hebben in het lege land.

null Beeld Willem van der Velden
Beeld Willem van der Velden

Daaronder kabbelen onmacht en zacht schurend verdriet. Het wordt langzaam uiteengezet en ook niet allemaal duidelijk in deze roman, wat ik als een aanbeveling beschouw. Je moet er wel van houden, de bezonken sfeer kan ook voor saaiheid gehouden worden. Dat is een kwestie van smaak. Maar het is vakkundig en gevoelvol gedaan door de rechtbankjuriste Fieke Gosselaar, in Groningen niet onbekend als schrijfster maar wat mij betreft klaar voor een groter publiek. Dan maar wat minder werk voor de rechtbank, zou ik zeggen.

Fieke Gosselaar
Het land houdt van stilte
Anbo Anthos; 196 blz. € 20

Lees ook:

Deze debutanten zijn allerminst saaie navelstaarders

Gerwin van der Werf ontdekt interessante vormexperimenten in zes romandebuten uit 2017.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden