Recensie
'De Zieners' is een fraai groepsportret van een stel verbeten en megalomane vooroorlogse wereldverbeteraars
Frederik van Eeden wilde met zijn geestverwanten de westerse beschaving redden van kapitalisme, maar het bleef bij dromen.
Daar zaten ze dan in een zomerwoning te Potsdam: zeven ridders van de geest. Met z’n allen waren ze naar Brandenburg gereisd om daar na te denken over hoe zij als geestelijk leiders van hun tijd “de toekomst van Europa’s mentale staat” vorm konden geven. Dat klonk nogal verheven, zweverig zo je wilt, en dat was het ook.
Het was juni 1914 en met een opperbest humeur trok de Nederlandse schrijver en utopisch hervormer Frederik van Eeden naar Duitsland. Samen met zijn goede vriend, de Berlijnse mystiek filosoof Erich Gutkind, was hij initiatiefnemer van de Forte Kreis. Deze bond van genieën moest de in nood verkerende beschaving van de ondergang redden. De moderne mens was aangetast door ongebreideld kapitalisme, decadentie en zielloze democratie en bureaucratie. Die zomer zouden ze voor het eerst bijeenkomen in een rustiek huisje in de keizerlijke residentie.
Met sacrale taal probeerden Gutkind en Van Eeden de groten der aarde ertoe te bewegen deel te nemen aan de bijeenkomst van de bond waarop ze hun gedachtengoed zouden kunnen ontvouwen. Gutkind zag ‘een eeuwig groeiend, zich transformerend organisme’ voor zich; wie zou toetreden ‘blijft een schepper’. Van Eeden dacht dat het gezelschap ‘het ideale principe van de vrijheid van de universaliteit’ dichterbij zou brengen.
Wollige frasen
Niet alle genodigden konden dergelijke wollige en van symboliek doordrenkte frasen waarderen. Have you no sense of proportions?, was het korte antwoord waarmee de Ierse schrijver George Bernard Shaw te kennen gaf dat hij liever in het Verenigd Koninkrijk bleef. Een ander: “Mensenkinderen... het duizelt me van zulk gezwets.”
Daarmee was niets te veel gezegd. Er valt amper chocola te maken van wat Gutkind en Van Eeden voor ogen stond. Historicus Guido van Hengel (1982) dompelde zich de afgelopen jaren onder in het denken van deze profeten en hun tijdgenoten. Zijn onderhoudende ‘De zieners’ vertelt het verhaal van Gutkind en Van Eeden, maar ook van hun megalomane collega, de Bosnische Serviër Dimitrije Mitrinović. Deze goeroe verkeerde in dezelfde kringen als Gavrilo Princip, de rebel die met zijn aanslag op Frans Ferdinand de Eerste Wereldoorlog ontketende, en over wie Van Hengel vier jaar geleden een levendig boek schreef.
Buitenzintuigelijke beeld
Terwijl Van Eeden, Gutkind en Mitrinović het ene na het andere buitenzintuigelijke beeld aaneenrijgen, is de schrijfstijl van Van Hengel glashelder. Vernuftig verweeft hij de geschiedenis van het drietal in elkaar. Om hun hoogdravende idealen te verwezenlijken, bouwden ze netwerken van denkers om zich heen, bestaande uit mannen als Martin Buber, Romain Rolland, Walther Rathenau, Wassily Kandinsky en Alfred Adler. Het cultuurpessimisme van Oswald Spengler was nooit ver weg.
Doordat hun ideeën vaak zo mistig werden verwoord, lijkt het een verhaal van lang geleden. Maar, legt Van Hengel uit, dat is schijn. Zoals de moderne mens aan het begin van de twintigste eeuw in een onttoverde wereld leefde (‘God is dood’) en op zoek ging naar nieuwe dromen, zo verlangen we volgens Van Hengel in de huidige post-postmodernistische wereld ook naar nieuwe vergezichten en keren precies dezelfde utopieën en doemscenario’s weer terug.
Met ‘De zieners’ heeft Van Hengel daarom wat spiegels uit het verleden willen neerzetten. Niet dat hij dromen verkeerd vindt. Integendeel, hij deed het in 2003 zelf toen hij Platform Spartak oprichtte, dat uitwisselingen organiseert voor Europese jongeren. Misschien omdat Van Hengels bondje een minder grote broek aantrok dan die van Van Eeden bestaat Platform Spartak nog altijd, terwijl de Forte Kreis geen lang leven was beschoren.
Vruchteloze pogingen
In de twee, drie decennia na 1914 werden enkele vruchteloze pogingen gedaan om de Forte Kreis nieuw leven in te blazen: er was te veel gebeurd. Al tijdens de eerste dag in Potsdam werd er geruzied, omdat volgens een van de aanwezigen te veel Joden tot de bond waren toegelaten.
Het werd er niet beter op toen een paar maanden later de Eerste Wereldoorlog uitbrak en het Duitse smaldeel van de groep tekeerging tegen Engeland en Frankrijk. Dit was niet langer het najagen van een droom, dit was een nachtmerrie voor de organisatie. Van Eeden klom in de pen naar een van de Duitse leden van de Kreis: “U hebt een patriottische roes, u bent dronken. [...] In deze omstandigheden is het misschien beter om eerst uit te slapen.” Eindelijk eens concrete taal. Juist daartegen bleek de bond niet bestand.
Guido van Hengel
De zieners. Toekomstvisioenen uit een verloren Europa.
312 blz. € 20
Recensenten van Trouw bespreken pas verschenen fictie, non-fictie, jeugdliteratuur en thrillers. Lees hier eerdere boekrecensies.