Review

De Vikingen in Amerika

Niet Columbus, maar Lief Eriksson heeft Amerika ontdekt, niet vijfhonderd maar duizend jaar geleden. De Noormannen waren niet alleen de plunderaars van weerloze kloosters in West-Europa, maar ook avonturiers en handelaars die doordrongen tot ver in Azië, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Maar vooral de nieuwe wereld in het westen was bij hen in trek. Vele duizenden avonturiers en landverhuizers voeren rond het jaar duizend westwaarts, op zoek naar nieuw land en een nieuwe toekomst.

KOERT VAN DER VELDE

Waarom? Een document uit 880 doet verslag van een gesprek van de Angelsaksische koning Alfred met een Scandinavische handelsman die op bezoek was. De tolk vertaalde: ,,Hij zegt dat het land van de Noren erg lang en smal is. Het enige wat ze kunnen begrazen of ploegen ligt aan zee, en zelfs dat is erg rotsachtig op sommige plekken. In het oosten liggen woeste bergen.''

William Fitzhugh, de redacteur van het prachtig geïllustreerde boek dat de onlangs in Washington geopende tentoonstelling over de exploratie van het westen door mensen als Lief Eriksson begeleidt, ziet in het citaat uit 880 geen voldoende verklaring voor de Noorse ontdekkingsdrang: in Zuid-Scandinavië was nog vruchtbaar land genoeg. Hij somt nog een aantal redenen op, die samengenomen de aantrekkingskracht van het westen kunnen verklaren. Behalve landschaarste en bevolkingsdruk noemt hij: vooruitgang in de scheepsbouw en de zeevaartkunde, verlies van persoonlijke vrijheid naarmate de politiek en de economie sterker centraliseerden, en de opkomst van het door de staat gesponsorde christendom ten koste van het oorspronkelijke geloof.

,,Maar de allerbelangrijkste factor die de Noren hun boerderijtjes deed verlaten, was het bewustzijn van kansen op vooruitgang. Thuisblijven betekende stagnatie, vertrek kon je vooruitzichten dramatisch veranderen: rijkdom, glorie en leiderschap lagen in het verschiet. Dit alles gebaseerd op eigen vermogens en daden, vooropgesteld dat het geluk -een cruciaal ingrediënt van ieder Viking-onderneming- aan hun kant was.''

Het nieuws van de ontdekking van IJsland moet zich als een lopend vuurtje hebben verspreid. In enkele decennia verhuisden maar liefst 30000 Noren naar dit eiland dat -bij gunstige wind- op maar vier zeildagen van het vaderland lag. ,,Wie het eerst komt, die het eerst maalt'', was het parool bij deze 'landman'. ,,Tegen 930 waren de rijkste gronden op. De nieuwkomers restte onvruchtbaar land. Zij moesten vaak werken als knecht voor de immigranten die hen maar een decennium eerder waren voorgegaan.''

Toch functioneerde het bestuur op IJsland tamelijk democratisch. 'Het Ding', de raad van afgevaardigden, is het oudste parlement dat tot op vandaag bestaat. Het Ding speelt ook een rol in een tot recent voor mythe gehouden saga dat verslag doet van de avonturen van Erik de Rode, een heetgebakerde laatkomer op IJsland. Erik was uit Noorwegen verbannen wegens moord en had op IJsland een armoedig stukje land kunnen bemachtigen. Maar ook op IJsland kreeg hij problemen: hij vermoordde een buurman, met wie hij een dispuut had. In 982 werd hij door Het Ding voor drie jaar verbannen. Daarop verzamelde Erik een groepje kornuiten en toog westwaarts, op zoek naar nieuw land. Drie jaar later kwam hij terug met het nieuws dat hij 'Groenland' had ontdekt, volgens de saga een verkooptruc om IJslanders voor zijn avontuur te winnen. En met succes: nog hetzelfde jaar vertrokken vijfentwintig zwaar beladen schepen naar Groenland. Veertien kwamen aan.

Het beste plekje -een zonnige baai in de luwte van een berg- werd ingenomen door Erik en zijn familie, die de prominentste van Groenland werd. Maar er was wild en vis genoeg voor anderen. Zolang het klimaat uitzonderlijk mild bleef was er geen reden tot bezorgdheid.

De familie Eriksson had iets op te houden. Nadat zoon Lief terug was gekeerd van een reis naar de koning van Noorwegen om te onderhandelen over een eventuele bekering tot het christendom -alleen zijn moeder had zich bekeerd- vertrok hij op ontdekkingsreis naar het westen. Volgens de overlevering van de verdwaalde Viking-kapitein Bjarni zou er namelijk echt bebost land ten westen van Groenland liggen. Lief en zijn mannen voeren eerst west, toen noord en daarna zuid. Na ijszeeën en mist kwam er land in zicht. Het waren rotsen. Lief zakte verder af, met aan zijn linkerkant het land, dat steeds groener werd. Langs wat hij noemde 'Markland', bosland, tot Vinland, wijnland, waar enkele mannen aan land gingen. De Vinland-saga verhaalt: ,,Op een avond gebeurde het dat een man, Tyrker, een Duitser, kwijt was. Toen hij terugkwam sprak hij in het Noors: 'Ik ben maar een klein beetje verder weg geweest dan de rest, maar ik heb nieuws voor jullie: ik heb druiven gevonden, en fruit. Ik ben daar zeker van, want in mijn geboortestreek hadden we er veel van'.''

Misschien heeft Lief de naam Wijnland ook wel verzonnen om met iets aantrekkelijks terug te kunnen komen. Tot 1960 ging iedereen ervan uit dat alle saga's over Erik en Lief verzonnen mythen waren. Toen groef het archeologen-echtpaar Ingstad in Newfoundland met behulp van een oude landkaart en op aanwijzing van de lokale bevolking een onmiskenbaar Noorse nederzetting op, hoogstwaarschijnlijk die van Lief en zijn mannen. Uit Ingstads onderzoek blijkt dat de nederzetting enkele decennia heeft bestaan. Niet langer. Om een echte kolonie te beginnen zijn op zijn minst vijfhonderd man nodig, hebben de Ingstads berekend, en die hebben daar alleen in de hoogtijdagen eventjes gewoond.

Rond het jaar duizend was het klimaat uitzonderlijk mild geweest, maar kort erna werd het slechter. De zogenaamde kleine ijstijd brak aan. De overtocht werd steeds gevaarlijker. En ook met de moederkolonie in Groenland ging het niet goed. De schaarse bossen waren gekapt, het wild was uitgestorven, de bodem van het vroeger vruchtbare land verarmd. Tegen 1450 was Groenland weer een verlaten poolgebied.

Al een generatie na Lief was het idee om Noorwegen te verlaten, op zoek naar buit in het zuiden, of naar land in het westen, voor de achtergebleven boeren te absurd voor woorden. Naar walrusivoor en andere polaire statussymbolen was geen vraag meer sinds de Kruistochten de toevoer uit het zuiden hadden geopend en zaken als olifantenivoor beschikbaar kwamen. Europa was door de invallen van de Vikingen veranderd. Door hen teweer te staan was er een meer gecentraliseerd bestuur ontstaan.

Ook Scandinavië was onwillekeurig door de strooptochten veranderd. De tochten door West-Europa hadden niet alleen buit gebracht, maar indirect ook het christendom -de religie van die ontzaglijk rijke kloosters kon zo gek nog niet zijn. Niet stropen, maar handeldrijven met de snelgroeiende steden in het al langer christelijke Europa had voortaan de toekomst.

Volgens Fitzhugh, de samensteller van het boek bij de tentoonstelling die dit jaar door heel Amerika zal reizen, is het moeilijk om te bepalen waarom precies de Vikingen de wereld gingen verkennen. Het moet ook een kwestie zijn geweest van mentaliteit, iets dat nauw samenhangt met religie. ,,In het wereldbeeld van de Vikingen was 'het lot' van het grootste belang'', schrijft hij. Het lot, schrijft een andere contributeur aan het boek, was in handen van de 'norms', vrouwelijke geestelijke wezens die onder de aardkorst leven. Inzicht in de traditionele Noorse religie en hoe die de Noormannen aanzette tot het avontuur, krijgt de lezer helaas niet. Wel blijkt dat onder het christendom tot vandaag de dag nog een laag traditionele religie en cultuur ligt. Die beleeft, zo wil het lot, speciaal dit gedenkjaar een revival in Scandinavië.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden