TentoonstellingZoeken naar Vermeer
De tragiek van kunstkenner Dirk Hannema, die bleef geloven in zijn zeven ‘valse’ Vermeers
Tot zijn dood bleef hij volhouden dat hij zeven Vermeers in zijn bezit had. Zijn koppigheid – en zijn foute oorlogsverleden – kostten oud-museumdirecteur en gevierd kunstkenner Dirk Hannema zijn reputatie.
In zijn kasteel Het Nijenhuis in Wijhe hingen ze bij elkaar in een speciale zaal – zijn zeven Vermeers. Oud-museumdirecteur en verzamelaar Dirk Hannema was tot zijn dood in 1984 overtuigd dat ze echt waren, maar verder geloofde bijna niemand hem. In 1972 had hij een boekje uitgebracht waarin hij nauwgezet betoogde waarom de 17de eeuwse schilderijen toegeschreven moesten worden aan de beroemde Johannes Vermeer. De studie werd door de kunstwereld genegeerd. Het moet een bittere pil zijn geweest voor de ooit zo gevierde kunstkenner die, door de aankoop van de beroemdste Vermeervervalsing ooit en een dubieus oorlogsverleden, in diskrediet was geraakt.
Op de tentoonstelling Zoeken naar Vermeer hangen de zeven schilderijen weer bij elkaar in Het Nijenhuis, vandaag de dag het chique buitenverblijf van Museum de Fundatie in Zwolle. Ze wekken vooral verbazing. Hoe kon Hannema toch denken dat deze werken iets met Vermeer te maken hadden? Een fors boslandschap met ruiters, een statisch familieportret, een stilleven van een dode vis. Onderwerpen waarop Vermeer nooit betrapt is.
Kristian Garssen, coördinator collecties, kijkt glimlachend naar de werken. “Zeven Vermeers, geen enkel museum heeft er zo veel. Je zou van één of twee nog wel kunnen geloven dat ze echt zijn. Maar allemaal? Ze verschillen onderling veel te veel om door één hand geschilderd te zijn.” Vervalsingen zijn het niet, benadrukt hij. “Het zijn goede 17de eeuwse schilderijen. Alleen niet van Vermeer.”
Wat zag Hannema, dat wij niet zien? “In allerlei details zocht hij bewijzen: de lichtvlekjes die Vermeer soms gebruikte, een specifieke kleur rood. De oude man op dat schilderij heeft dezelfde houding als Vermeers Christus in het huis van Martha en Maria. Hij vertrouwde volledig op zijn oog als kenner, op zijn intuïtie”, zegt Garssen. “Hij had beter wat meer naar anderen kunnen luisteren.”
Rijke havenbaronnen
Het is een onbegrijpelijke blinde vlek van Hannema, die toch echt een uitstekend oog voor kunst had. Zijn privé-verzameling van 3500 objecten – schilderijen, prenten, antiek – vormt de solide basis van de collectie van het museum. Hannema liet zijn complete verzameling na in de stichting Hannema-de Stuers Fundatie – hij was niet getrouwd en had geen kinderen.
Hannema kwam uit een vermogende familie, zijn moeder had goede contacten in de kunstwereld. Dankzij zijn kennis en scherpe blik werd hij al op 26-jarige leeftijd directeur van het Rotterdamse museum Boymans, tegenwoordig Boijmans Van Beuningen. Het stoffige museum moderniseerde hij voortvarend. Hij had er talent voor om geld uit de zakken van de rijke havenbaronnen te kloppen en onder zijn leiding werd er een gloednieuw museum gebouwd dat in 1935 open ging. De eerste tentoonstelling? Die was uiteraard gewijd aan zijn idool Vermeer.
“Het was de eerste blockbuster tentoonstelling van Nederland”, zegt Garssen. In een vitrine ligt het reclamemateriaal, folders in meerdere talen. “Hij maakte ook in het buitenland reclame, van de Verenigde Staten tot Zweden. Heel modern voor die tijd.”
Net als nu was Johannes Vermeer in de jaren dertig uitermate populair. “Onder alle deskundigen heerste de overtuiging dat er meer schilderijen moesten zijn dan de ongeveer 35 bekende Vermeers.” De opwinding was groot toen inderdaad een nieuw doek opdook: De Emmaüsgangers. “Iedereen wilde het hebben. Het Rijksmuseum, het Mauritshuis. Hannema had het geld het snelst bij elkaar.” De Emmaüsgangers ging in 1937 voor een astronomisch bedrag naar Boymans. Het schilderij was het pronkstuk van een grote tentoonstelling.
Nazisme
We weten nu hoe het afliep. De Emmaüsgangers was geschilderd door meestervervalser Han van Meegeren. Dat bleek na de Tweede Wereldoorlog. De Amerikanen vonden in de geroofde kunstcollectie van nazi-kopstuk Hermann Göring een Vermeer: Christus en de overspelige vrouw. Dit schilderij is ook in Het Nijenhuis te zien. Het spoor leidde naar Van Meegeren. Toen hij ervan werd beschuldigd dat hij had gehandeld met de nazi’s, kwam de aap uit de mouw. Hij biechtte op dat hij een vervalser was. En dat hij ook De Emmaüsgangers geschilderd had.
Voor Hannema moet het een dreun geweest zijn dat het door hem bejubelde topstuk als vals werd bestempeld. Hij heeft het nooit willen geloven. Voor zijn reputatie maakte het al niets meer uit. Tijdens de oorlogsjaren was hij toegetreden tot het schaduwkabinet van NSB-leider Anton Mussert, als Gemachtigde voor het Museumwezen. De gemachtigden zouden minister worden als de NSB aan de macht zou komen. Na de oorlog zat hij een jaar in een interneringskamp voor landverraders.
Hannema’s biograaf Wessel Krul schetste in 2018 een enigszins genuanceerd beeld van zijn oorlogsverleden. Natuurlijk zat hij volkomen fout door zich bij Mussert aan te sluiten. Maar, Krul vermoedt dat hij het deed om de kunst te beschermen. Hij wilde dat de musea open bleven en wilde voorkomen dat de kunst geroofd zou worden door de nazi’s. Hij is nooit betrapt op antisemitisme en hij heeft niemand verraden.
“Hij heeft ook kunst verstopt die voor de nazi’s als ‘entartet’ gold”, zegt Garssen. Volgens hem speelt het oorlogsverleden van Hannema nu voor Museum de Fundatie geen grote rol meer. “We hebben in 2012 nogmaals een heel uitgebreid herkomstonderzoek gedaan naar de kunstwerken uit de verzameling van Hannema. Daaruit bleek dat hij tijdens de oorlog niet op persoonlijke titel roofkunst heeft verworven. Hij voegde in die tijd vrijwel niets toe aan zijn eigen collectie. Die suggestie was er na de oorlog wel, maar dat bleek niet zo te zijn.”
Privémuseum
Hoe dan ook, in de oorlogsjaren stond Hannema aan de foute kant van de geschiedenis en hij mocht na zijn vrijlating nooit meer directeur van een museum worden. Zijn eigen collectie bouwde hij echter uit tot een privémuseum. “Van de provincie Overijssel mocht hij in 1958 Het Nijenhuis huren op voorwaarde dat zijn kunstverzameling toegankelijk zou zijn voor bezoekers. Dat vond Hannema geen enkel probleem. “Het was toegankelijk op afspraak, we hebben plakboeken vol met dankbrieven van bezoekers”, zegt Garssen.
Hannema leidde zelf rond en altijd bleef hij hangen in de Oosterse kamer, waar zijn zeven Vermeers hingen. “Ik heb wel gehoord dat personeel in de keuken het avondeten warm moest houden omdat hij de bezoekers niet liet gaan, tot ze toegaven dat het echte Vermeers waren.”
Garssen kijkt nog eens naar een groot schilderij waarop twee engelen en de drie Maria’s bij het geopende graf van Christus te zien zijn. Dat vindt hij nog wel een geloofwaardige Vermeer. “Er werd gezocht naar schilderijen uit zijn vroege periode, toen schilderde hij meer Bijbelse voorstellingen in een Italiaanse stijl”, zegt Garssen. Het werk wordt nu echter toegeschreven aan Balthasar van der Veen. Ook aan de andere zes schilderijen zijn namen verbonden als Jürgen Ovens en Abraham Janssens.
De zeven schilderijen zijn overigens stuk voor stuk betere werken dan Christus en de overspelige vrouw, de vervalsing van Van Meegeren. “Het hangt hier puur om het verhaal te vertellen. Hannema zou het nooit in zijn collectie hebben opgenomen. Die kon zijn bloed wel drinken”, zegt Garssen.
De Van Meegeren is nogal houterig geschilderd, het is moeilijk te geloven dat iedereen hier een echte Vermeer in zag. Garssen denkt dat mensen toen werden beïnvloed door de smaak van hun tijd. “We noemen het wel eens voor de gein een illustratie uit een kinderbijbel uit de jaren dertig. Of een vroege Mondriaan. Je hebt die typische kleurvlakken in rood, geel en blauw. Die spraken misschien erg aan in die tijd. En die vermoeide gezichten horen misschien ook wel bij het modebeeld.”
Een nieuwe Van Gogh
Van Christus en de Overspelige vrouw wilde Hannema nog wel geloven dat die vals was. “Maar hij heeft vrijwel tot zijn dood volgehouden dat De Emmaüsgangers echt was”, zegt Garssen. Dat schilderij, nog altijd in bezit van Boijmans, is niet te leen gevraagd. “We wilden de nadruk leggen op de zeven schilderijen die Hannema hier had hangen”, zegt Garssen.
Zijn halsstarrigheid over de Vermeers deed niet veel goeds voor Hannema’s reputatie. In 1975 verkondigde hij dat hij een onbekend werk had gevonden van die andere publiekslieveling, Vincent Van Gogh. “Hij had een ongesigneerd schilderij gevonden in een Parijs kunsthandeltje. Niemand geloofde hem.”
In 2010 werd het doek voor het eerst goed onderzocht door het Van Goghmuseum. En jawel. De molen ‘Le blute-fin’ bleek een echte Van Gogh te zijn. Hannema’s blinde vlek betrof enkel Vermeer. Het was een soort postuum eerherstel, beaamt Garssen.
De tentoonstelling ‘Zoeken naar Vermeer’ is t/m 11 juni te zien in Kasteel Het Nijenhuis
Lees ook:
Het Mauritshuis presenteert Jacobus Vrel, de mysterieuze voorloper van Vermeer
Ze schilderden dezelfde taferelen, maar ieder bewijs dat ze elkaar kenden ontbreekt: in het Mauritshuis zijn vanaf vandaag de schilderijen van de mysterieuze, onbekende voorloper van Vermeer te zien.
Wat de schilderijen van Johannes Vermeer ons vertellen over de kledingtrends van die tijd
Johannes Vermeer schilderde zijn personages in de mode van zijn tijd. Wat ze droegen? De slaapmuts en de kamerjas werden in de zeventiende eeuw gangbare buitenkleding en er werd bont van konijnen en katten gebruikt.