Review

De tierelantijntjes van de Tibidabo

Carlos Ruiz Zafón (1965) is een successchrijver: zijn spannende roman 'De schaduw van de wind' vindt niet alleen in zijn eigen land Spanje gretig aftrek, maar werd tijdens de Frankfurter Buchmesse ook de hemel in geprezen door de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Joshka Fischer. Terwijl het boek eerder een ouderwets dan een actueel thema heeft: het laat zien hoe het lezen van literatuur je leven volledig kan gaan bepalen.

Astrid Huygens

Op een ochtend in 1945 neemt de boekhandelaar Sempere zijn zoon Daniel mee naar het kerkhof der vergeten boeken, een mysterieuze plek in de gothische wijk van Barcelona, vol boeken ,,die plaats moesten maken voor middagen van voetbal en vervolgverhalen op de radio en uiteindelijk in de vergetelheid belandden''. Door zijn omvang, geheimzinnigheid en grimmige bewaker doet het kerkhof aan de bibliotheek uit 'De naam van de roos' denken. De enkelingen die dit boekenlabyrint mogen aanschouwen, moeten elk een boek adopteren en er levenslang zorg voor dragen. De kleine Daniel kiest 'De schaduw van de wind' van Julián Carax en leest het 's nachts in één ruk uit.

De volgende dag neemt zijn vader hem mee naar een literaire bijeenkomst in 'Els quatre gats', het café waar ook artiesten zoals Picasso en Gaudí elkaar troffen. Een van de aanwezigen, de dandy Gustavo Barceló, weet te vertellen dat Daniels exemplaar een unicum is: alle andere exemplaren werden opgekocht en vervolgens verbrand door een man met een zwartgeblakerd gelaat.

Wat volgt is de koppige zoektocht van een jongen naar de identiteit van zijn lievelingsschrijver. Na een geheimzinnige tip en een ritje op een verroeste tram belandt Daniel op de Tibidaboheuvel ten westen van Barcelona. Tegenwoordig heeft Johan Cruijff daar een optrekje; aan het einde van de 19de eeuw trok deze heuvel ook al welvarend volk aan. Toen draaide de industriële ontwikkeling in Catalonië op volle toeren, en streken grootindustriëlen en bankiers hier neer om hun vers vergaarde rijkdommen in modernistische huizen te investeren.

Daniel ontdekt al gauw dat de jonge Julián Carax rond 1917 in dit konkelfonkelend wereldje terechtkwam en verliefd werd op Penélope Aldaya. Als arme hoedenmakerszoon haalde hij zich hierdoor de wraak van haar vader, de miljardair Ricardo Aldaya, op de hals en moest hij naar Parijs vluchten. Om in zijn onderhoud te voorzien begon hij daar romans te schrijven. Een daarvan was 'De schaduw van de wind'.

Hoewel het verhaal dus in zijn eigen staart bijt, verloopt het niet voorspelbaar. Want Carlos Ruiz Zafón is een meester in het bedenken van ingenieuze intriges, het maken van zijsprongen en het opvoeren van nevenpersonages: strategieën en snufjes die hij aan het genre van de populaire thriller ontleent. Als hij zijn eigen roman dit etiket bespaart, is dat door zijn schrijfstijl, die net zo barok is als de guirlandes en tierelantijntjes van de Tibidabo.

De geniaalste bijfiguur is de spion Fermín Romero. Hij vergezelt Daniel op zijn speurtocht, maar doet bovenal over van alles en nog wat zijn zegje. Bijvoorbeeld over de hypocrisie van de Spaanse nonnen en de wreedheid van de franquistische militairen. En daarmee schetst Ruiz Zafón ook nog een nauwkeurig beeld van Barcelona tijdens en kort na de burgeroorlog, waarmee hij eens te meer bewijst dat 'De schaduw van de wind' meer te bieden heeft dan spanning alleen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden