Rob SchoutenPoëzie
De ‘seculier religieuze’ poëzie van Cees Nooteboom heeft weinig van de tijd te duchten gehad
De gedichten van Cees Nooteboom, van 1955 tot 2022, zijn nu verzameld in één bundel, al is het verzameld werk nog niet af.
Karakteristieke titel voor Cees Nootebooms (voorlopig) verzamelde gedichten: Zo worden jaren tijd. Het concrete dat abstract wordt. Nooteboom is nooit een dichter van kleine feitjes, anekdotes, persoonlijke ontboezemingen geweest, hij zocht naar universele, grensoverschrijdende ervaringen. Dat maakt hem eerder een werelddichter dan een typisch Nederlandse poëet en het zorgde er ook voor dat zijn gedichten soms met wantrouwen werden bekeken door de vaderlandse poëziegemeente: was hij niet te elitair, te weinig authentiek, leed hij wel voldoende?
Zelf beschouwt Nooteboom zich als een mystiek dichter maar dan moeten we niet aan Hadewych of Lucebert denken maar aan een helderder soort mystiek: hoe zit alles in elkaar en kunnen we dat wel rationeel verklaren? Een van de basiselementen van zijn mystiek moet wel zijn kosmopolitisme zijn. Nooteboom is ongetwijfeld de meest bereisde schrijver van Nederland, iemand die overal ter wereld behalve schoonheid en ellende vooral raadsels en raadselachtigheden heeft gezien, en dat voedt zijn gedichten.
Besef van ruimte en tijd
Zijn poëzie ziet er vanaf de eerste gedichten uit 1955 op het eerste gezicht beheerst en waardig uit, nooit grofgebreid of uit de losse pols. Het is opvallend hoe weinig zijn poëzie van de tijd, die hij zo graag bezingt, te duchten heeft gehad. Hij begon te schrijven ten tijde van de Vijftigers maar daarvan merk je eigenlijk weinig. Ook zaken als het romantisch realisme of nieuwe zakelijkheid hebben op zijn werk nauwelijks invloed gehad.
Misschien moet je zijn werk, achter dat beheerste masker, van meet af aan wel seculier religieus noemen. De Franse essayist Jacques Baudry (Nootebooms gedichten vonden ook internationaal gehoor) schreef eens: ‘Zijn dichtkunst doet denken aan die duistere, vertekende beelden die iets verbergen en tegelijkertijd beloven wat ze verbergen, net als deze beelden komen zijn gedichten voort uit dezelfde esthetica van de ‘versluiering’ en de ‘onthulling’. Een diepgaande analyse zou wellicht leiden tot zoiets als een religiositeit van de duisternis.’ Dat leidt dan tot regels als ‘Omringd door menig universum zoek ik mijn weg in de heuvels’ uit zijn laatste bundel of uit de begintijd: ‘wat zich aan mij nu voordoet van de wereld:/ontelbaar doodgaan aan de kleinste dingen.’ Steeds dat besef van ruimte en tijd.
Zo worden jaren tijd is omgekeerd chronologisch geordend, de jongste gedichten het eerst, de oudste aan het eind. Dat is altijd een mooie manier om allengs te zien waar iemand vandaan komt. Feit is intussen dat dit verzameld werk nog niet af is want Nooteboom (89) schrijft nog door. In dezelfde trant als altijd.
Altiplano
Boodschapper ben ik, spoorslags
Van voorhof naar voorhof,
Een naamloze draver
Met het koningswoord op zijn hart.
In het zwart klinken de honden.
In het daglicht klinkt niemand.
Agaves bewaken met messen de verte
Het paleis van de haat.
De zachte voeten van de padden
Het gelogen geschrift van de slang
Die raadsels herken ik,
Ze staan in mijn huid als een naam:
Eens kom jij hier nooit meer vandaan.
Cees Nooteboom
Zo worden jaren tijd
Gedichten 2022-1955
De Bezige Bij; 656 blz. € 49,99