null Beeld -
Beeld -

Het oog vanDe Wolf

De Russen lachten toen ook al om hun vijand: Kus onze reet, sultan

Kunsthistoricus Joke de Wolf richt de blik op een kunstwerk dat bij de actualiteit past. Deze week: oorlog in Oekraïne.

Joke de Wolf

Als er geluid bij dit schilderij zou zitten, dan was het een bulderend lachen geweest. Met hun glimmende dolken en zwaarden zien de mannen er weliswaar gevaarlijk uit, hier is duidelijk tijd voor wat vermaak.

Alle aandacht gaat naar wat er aan tafel gebeurt: daar schrijft een van de mannen een brief. Hij valt op door zijn formele kleding en verfijnde gezicht. De witte ganzenveer in zijn hand steekt scherp af tegen de donkere achtergrond. Scherper dan alle dolken en zwaarden samen.

De Zaporozje-Kozakken schrijven de Turkse sultan een brief, van Ilja Repin Beeld Yorck Project
De Zaporozje-Kozakken schrijven de Turkse sultan een brief, van Ilja RepinBeeld Yorck Project

Ilja Repin schildert hier een historische gebeurtenis: het moment dat de Zaporozje-Kozakken een brief schreven aan de Turkse sultan, in 1676. In de oorlog tussen Rusland en het Ottomaanse rijk hadden deze kozakken juist een veldslag gewonnen, toch eiste de sultan dat ze zich moesten overgeven.

‘Kus onze reet’

Op dit schilderij schrijven de kozakken hun antwoord: één lange tirade van de meest grove beledigingen aan de sultan – van ‘als je met je blote kont niet eens een egel kunt doden’ tot ‘kus onze reet’.

Kozakken waren de mensen die vooral aan de zuid- en westkant van het Russische rijk woonden, en bekend stonden als ruiters in het Russische leger. De Zaporozje-Kozakken woonden in het gebied rond de rivier de Dnjepr in het huidige Oekraïne. Schilder Ilja Repin was in 1844 in die regio geboren, dichtbij Charkov. Na de kunstacademie van Moskou reisde hij veel, werd beroemd met zijn grote realistische scènes van boeren en historische verhalen.

Schrijver Nikolaj Gogol blies het verhaal over de kozakken en hun ondeugende brief aan de sultan begin negentiende eeuw nieuw leven in, er kwam een opera over. In 1880 koos Repin het dus als onderwerp van zijn enorme schilderij: het is twee meter hoog en bijna vier meter breed.

Toen Repin aan het schilderij begon, was er juist weer een oorlog tussen Rusland en het Ottomaanse rijk geëindigd – in totaal zouden er twaalf oorlogen zijn. Repin was bevriend met een historicus die alles wist over het volk, en de kunstenaar reisde twee keer naar de Kaukasus op zoek naar afstammelingen van de Zaporozje-Kozakken.

Repin schildert ze zo exotisch mogelijk: de soldaten hebben allemaal kaalgeschoren hoofden, lange snorren en bijzonder gedecoreerde wapenrusting.

Hoewel de kunstenaar later in zijn leven steeds verder van Moskou ging wonen, en steeds kritischer werd op de aristocratie van de tsaren, was dit een patriottistisch schilderij. De conservatieve tsaar Alexander III kocht het persoonlijk om op te hangen in het nieuwe museum voor Russische kunst.

Kitsch

Niet iedereen was zo enthousiast. In 1902 noemde een criticus het schilderij een rariteitenkabinet, vanwege de grimassen en wapens. En toen de Amerikaanse kunsthistoricus Clement Greenberg in 1939 een inmiddels beroemd artikel schreef over het verschil tussen avant-garde en kitsch, koos hij dit schilderij als voorbeeld van kitsch. ‘Repin kauwt de kunst voor, en maakt het de toeschouwer makkelijk’, juist de hardwerkende arbeider.

In de jaren twintig probeerde Stalin Repin over te halen terug naar Rusland te verhuizen vanuit Finland, waar de kunstenaar al sinds 1890 woonde. Repin weigerde. Zijn laatste schilderij ging opnieuw over kozakken, maar nu de hopak dansend: de dans waarbij de mannen in blauwe broeken wijdbeens in de lucht springen. Net zo rebels en ongrijpbaar als de brief van de soldaten.

Lees ook:

Dit kunstwerk verbeeldt een dickpic en is wél een ode aan de vrouw

en andere afleveringen van Het Oog van De Wolf

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden