Review
De paus en het rechtse complot tegen de progressieven
In een (on)heilige alliantie hebben president Reagan en paus Johannes Paulus II gezamenlijk het 'Rijk van het kwaad', gepersonifieerd in de Sovjet-Unie en, in het algemeen, het (neo-)marxistische denken in wereld en kerk, bestreden. Dat is de hoofdstelling van 'Zijne Heiligheid, Johannes Paulus II en de verborgen geschiedenis van onze tijd', het onlangs verschenen boek van de Amerikaanse journalist Carl Bernstein en de Vaticaan-kenner Marco Politi. De schrijvers zijn momenteel in Nederland voor de promotie van hun boek (o.a. morgenavond in de Rode Hoed in Amsterdam). Hun stelling gaf tv-journalist André Truyman, die jarenlang bij KRO en Kenmerk werkte, het volgende artikel in. Carl Bernstein en Marco Politi, 'Zijne Heiligheid', uitg. Jan Mets, ¿ 49,90.
Hij slaagde erin het politieke en sociale effect van een aantal brieven van de Amerikaanse bisschoppenconferentie, die uiterst kritisch waren jegens het beleid van Reagan inzake afschrikwekkende bewapening en armoede bevorderende economie, voor een groot deel teniet te doen. Vooral de manier waarop deze paus als een populistische politicus - met veel dollars en hand in hand met Witte Huis en CIA - de sovjet-leiders in het zand deed bijten waardoor de Sovjet-Unie (wellicht te snel?) werd afgebroken, is nu vollediger dan tevoren uit de doeken gedaan.
Toch is het jammer dat in dit boek iets essentieels ongenoemd blijft over de rol van het Witte Huis in de jaren zeventig. Er zijn allerlei aanwijzingen dat Karol Wojtyla toen voor de opvolging van Paulus VI is gepromoot om de Amerikaanse overheersing van deze aardbol veilig te stellen.
Werkzaam bij de afdeling godsdienst van de KRO las ik in die jaren alles wat er over de achtergronden van het optreden van de pausen internationaal werd gepubliceerd. Ook was ik meermalen in de gelegenheid pausreizen in ontwikkelingslanden mee te maken, waarbij we vaak gelogeerd waren in hotels waar ook kardinalen en Vaticaanse apparatsjiks waren ondergebracht. De lobby's en bars van dergelijke hotels waren ideale plaatsen om feiten en geruchten over de politieke invloed van de paus na te trekken.
Uit die bronnen begreep ik, dat de toenmalige Oostpolitiek van het Vaticaan, onder de leiding van kardinaal Casaroli gericht op vreedzame co-existentie met het Oostblok, een doorn in het oog was van de veiligheidsadviseur van president Carter, de Pools-Amerikaan Zbigniew Brzezinski.
Dat was vroeger wel anders geweest. Heel lang was de rooms-katholieke kerk voor het Witte Huis en de CIA een uiterst nuttige organisatie gebleken in de strijd tegen Moskou. Het Vaticaan was daarin zeer ver gegaan. Zo waren vooraanstaande nazi's via een Vaticaanse route naar Amerika 'geholpen' om de VS te helpen in de strijd tegen het communisme. Voor geld en paspoorten zorgden leden van de katholieke Soevereine Orde van Malta.
Tot deze orde behoorden in Amerika ook hoge CIA-functionarissen en katholieke ministers, die dienden onder verschillende presidenten. De Orde van Malta stond decennialang onder het beschermheerschap van de Amerikaanse legerbisschop kardinaal Spellman, toen ook topadviseur van Pius XII. De Amerikaanse voorzitter van de orde, J. Peter Grace, topman van een multinationaal financieel en industrieel concern, W. R. Grace & Cy, bleek in de jaren zeventig zelfs een nazi-directeur van IG Farben in dienst te hebben, die destijds de fabriek bij Auschwitz had geleid waar het Zyklon-B gas was gefabriceerd. Dat kwam uit toen president Reagan deze Maltezer ridder benoemde tot economisch raadgever van het Witte Huis (Zie L. Hunt, L'affaire Paperclip, Parijs, 1995, p.345).
Voor CIA en Witte Huis was er veel aan gelegen de rooms-katholieke kerk weer op het rechte, anti-communistische pad te brengen.
Over de Amerikaanse bijdrage aan de pauskandidatuur van de kardinaal-aartsbisschop Karol Wojtyla van Krakau staat in Bernsteins en Politi's Zijne Heiligheid wel het een en ander te lezen, maar die bijdrage wordt vrijwel helemaal herleid tot de invloed van de met hem bevriende filosofe Anne-Teresa Tiemieniecka, die de aanvankelijk onleesbare studie van de latere paus, in 1977 verschenen onder de titel The Acting Person in een nauwe samenwerking met hem van vier jaar herschreef. Hun boek zwijgt echter in alle talen over andere pressiegroepen, die er in 1976 voor zorgden dat de jonge kardinaal van Krakau - met een enigszins progressief imago - de aandacht kreeg van een invloedrijk Amerikaans publiek.
De Amerikaanse rooms-katholieke kerk kreeg in die periode door toedoen van de (Belgische) pauselijke nuntius, aartsbisschop Jadot - die, naar hij mij later in 1988 persoonlijk vertelde door Paulus VI was benoemd met de opdracht pastoraal ingestelde priesters als kandidaten voor het bisschopsambt uit te zoeken - steeds meer echt progressieve bisschoppen. De oude garde (de kardinalen van New York, Chicago, Boston, Philadelphia e.a.) zag daar een ernstige bedreiging in voor het traditionele katholicisme. En het Witte Huis vond deze ontwikkeling zo mogelijk nog bedreigender.
De Amerikaanse bisschoppenconferentie begon in die periode met de inhoud van later te publiceren pastorale brieven ter discussie te stellen. Zo werden Amerikaanse gelovigen al jaren tevoren op de hoogte gesteld van bisschoppelijke visies op de politiek van hun regering. Net zoals in de jaren '30 de Duitse bisschoppen stappen wilden nemen tegen het nazisme, die niet strookten met de politiek van het Vaticaan, wilde in de jaren '70 een ruime meerderheid van de 300 Amerikaanse bisschoppen het in bezit hebben van nieuwe geavanceerde atoomraketten gaan veroordelen. Die meerderheid ontstond doordat progressieve bisschoppen meer en meer conservatieve collega's die abortus afwezen, op hun hand kregen. Zelfs de conservatieve kardinaal Krol onderschreef aanvankelijk het immoreel verklaren van het atoomwapenbezit. En sinds het Tweede Vaticaan Concilie was een dergelijke uitspraak van 300 bisschoppen feitelijk belangrijker dat wat er uit het Vaticaan kwam. Het katholieke pacifisme werd in de jaren '70 zo een regelrechte bedreiging van het Amerikaanse regeringsbeleid.
Paus Paulus VI was in de ogen van het Amerikaanse politieke establishment een bedreiging voor de rol van Amerika als leider van de westerse wereld, en ik ben op grond van journalistiek onderzoek tot de conclusie gekomen, dat er op het einde van zijn pontificaat pressiegroepen hun acties hebben samengevoegd om de Pool Wojtyla te zijner tijd op de troon van Petrus te krijgen: de Soevereine Orde van Malta, Opus Dei én het Witte Huis met de CIA.
Er ligt het feit dat kardinaal Terence Cooke, opvolger van Spellmann en beschermheer van de Orde van Malta, in opdracht van de CIA naar Krakau reisde om Karol Wojtyla uit te nodigen voor een door het Opus Dei georganiseerde reeks lezingen in Amerika (Zie A. Krims, Karol Wojtyla, paus en politicus, Haarlem, 1985, p. 289). Die vonden plaats in 1976 en de teksten werden daarna verspreid in luxueuze uitgaven, waardoor de onbekende Pool in de hoogste Amerikaanse kringen meer bekendheid kreeg.
Een krachtige anti-communistische Pool als hoofd van de rooms-katholieke kerk werd beschouwd als een garantie voor het indammen van de invloed van de meerderheid van progressieven in de Amerikaanse bisschoppenconferentie, die de moraliteit van het bezit van zgn. 'first strike'-kernwapens waartegen geen verdediging mogelijk was, ter discussie stelden, evenals de tegenstellingen tussen rijk en arm en het racisme in de Verenigde Staten.
De geo-politieke belangen van het Witte Huis en het Vaticaan liepen in 1976 in elkaar over. Want er was ook nog het gevaar van het progressieve rooms-katholicisme in de Amerikaanse achtertuin, het Caribisch gebied, waar steeds meer armen zowel een afbeelding van Che Guevara als een kruisbeeld in hun schamele woningen hingen en waar dictators het onderspit moesten delven tegen een opkomende sociaal-democratie. Hierover is het boek van Bernstein en Politi zeer duidelijk. De leiding van de CIA heeft zich intern met betalingen aan reactionaire priesters bemoeid en Johannes Paulus II heeft persoonlijk - inclusief tussentijdse ontmoetingen met Reagan en beraadslagingen in het Vaticaan met CIA-chef Casey - de introductie van een nieuwe generatie kruisraketten in Europa bevorderd.
De gebundelde strategie van de Orde van Malta (met beschermheer kardinaal Cooke en de leden o.a. Casey, Haig (minister van buitenlandse zaken), Simon (minister van financiën) en Wilson (de latere ambassadeur bij het Vaticaan) en het toen nog geheimzinnige Opus Dei om Wojtyla op de pauselijke troon te hijsen liep fout in het conclaaf dat kardinaal Luciani tot paus koos. Toen bleef nog verborgen dat Wojtyla al stemmen had gekregen. Toen Johannes Paulus I op mysterieuze wijze was overleden lukte het wel.
In een interview in De Groene met Politi las ik, dat het boek in Italië door de van mafiacontacten beschuldigde zevenvoudig premier Andreotti ten doop werd gehouden. Niemand weet wellicht meer over de verhoudingen tussen het Vaticaan, de Verenigde Staten en Rusland of over wat er zich in de conclaven die de laatste pausen kozen, heeft afgespeeld. Politi en Bernstein hebben nog heel wat tegels te lichten. . .