Boekrecensie
De oorlog is onvoorstelbaar, noch onbeschrijflijk, schrijft Roxane van Iperen
Roxane van Iperen neemt stelling tegen mystificatie, wegkijken, oorlogsmoeheid.
De oorlog is onvoorstelbaar noch onbeschrijflijk, schrijft Roxane van Iperen in Brieven aan ‘t Hooge Nest waarin ze de brieven bundelde die haar lezers haar stuurden. Van Iperen publiceerde in 2018 haar boek ‘t Hooge Nest over Janny en Lien Brilleslijper, Joodse verzetsvrouwen die in hun huis in Bussum onderduikers verborgen tot ze verraden werden in 1944.
‘t Hooge Nest staat hier al zo’n tweeënhalf jaar in de bestsellerlijst en bereikte zojuist ook die van de New York Times.
Lezers wereldwijd reageerden in brieven waarin ze vertellen over eigen oorlogservaringen, die van familieleden, bekenden, ervaringen die ze soms nu pas durven te onderzoeken en delen. ‘Niemand kent dit verhaal (nog) en ik wilde het toch eens aan iemand kwijt, vindt u dat erg?’, schrijft een lezer en vertelt over een terugkerende nachtmerrie waarin ze wordt achternagezeten, een droom die ze overhield aan de oorlog toen haar vader zich steeds verstopte in een schuilplaats bovenaan de trap.
De brieven gaan over verwanten en bekenden die in Van Iperens boek voorkomen, over het na-oorlogse zwijgen, het niet-meer-kunnen-vragen. De bundel bevat ook Van Iperens 4 mei- en Cleveringa-lezingen en een indringend stuk over de in 1943 uit het Apeldoornsche Bosch weggevoerde patiënten. Net als vorig jaar Grunberg in Bij ons in Auschwitz, neemt Van Iperen stelling tegen wegkijken, mystificatie, oorlogsmoeheid. ‘Om het moerasland heen fietsen en alleen op het prille bloemenveld wijzen is lui en gevaarlijk’.
Roxane van Iperen
Brieven aan 't Hooge Nest
Lebowski; 160 blz. € 19,99