Thomas Beijer is pianist, componist, schrijver en animatietekenaar. Donderdag krijgt hij de Nederlandse Muziekprijs. De jury eert hem als ‘uomo universale’. Hij is extreem getalenteerd, maar dat is ook ingewikkeld, vertellen ingewijden.
Hij is ‘uniek’, ‘een briljant mens’, ‘een groot kunstenaar’. Als je over Thomas Beijer praat, vliegen de ronkende omschrijvingen in het rond. De 33-jarige Beijer krijgt donderdag de Nederlandse Muziekprijs vanwege zijn kwaliteiten als pianist, maar wie hem kent, weet dat alleen de term pianist hem tekort doet.
Een blik op zijn werkzaamheden maakt dat duidelijk: Beijer speelt deze week het pianoconcert van Ravel; begin juni gaat het door hem gecomponeerde Jazzvioolconcert Concerto in Technicolor in première; in het najaar verschijnt zijn essaybundel over muziek; hij schrijft een filmscenario; tussendoor vermaakt hij ons met zijn animatiefilms over aardappelen, waarin hij regelmatig het benepen Nederlandse cultuurklimaat de maat neemt.
Pianospelen, componeren, arrangeren, boeken en scenario’s schrijven, tekenen. Hoe kan iemand voor al deze dingen een talent hebben? En is het niet zonde om tijd en aandacht zo versnipperd in te zetten?
Eerste zelfverzonnen liedjes
Voor zijn moeder Irene Cusell komt dat veelzijdige talent in elk geval niet als een verrassing. “Hij speelde al jong met taal, vertelt zijn moeder. “Hij had al snel zo’n uitgebreide woordenschat dat ik het maar niet meer aan het consultatiebureau vertelde, omdat ze dachten dat ik overdreef. Bij zijn grootouders speelde hij zijn eerste zelfverzonnen liedjes op de piano. Ik herinner me ook een periode waarin hij zelfgeschreven korte verhalen voorlas. We lagen dan onder de tafel van het lachen, want Thomas kan heel grappig zijn.”
Toen een vriendje op vioolles ging, deden ze de achtjarige Thomas op pianoles. Cusell: “Zijn lerares Loes Geusebroek belde me een keer op en zei dat Thomas veel talent had. ‘Wat leuk’, antwoordde ik. Waarop Loes zei: ‘Nee, hij heeft écht veel talent, en daar zit ook een verantwoordelijkheid aan vast. Hoe gaan we daar mee om?’”
Op zijn zestiende nam pianopedagoog Jan Wijn hem op het Amsterdamse conservatorium onder zijn hoede. Volgens Wijn was de jonge Thomas een getalenteerde jongen, zoals er wel meer waren. “Een makkelijke leerling, omdat hij meteen de essentie van de muziek snapte. Mijn aanwijzingen vielen als goede kwartjes in een automaat. Wat me al vroeg opviel, is zijn krankzinnig goede geheugen en concentratievermogen. Hij speelde een keer na een etentje bij zijn ouders een Scarlatti-sonate. Dat deed hij ondanks de informele sfeer met volle overgave. Dat vond ik bijzonder voor iemand van 17, 18 jaar.”
Pas enkele jaren later begon het meervoudige talent van Beijer hem op te vallen. Wijn: “Rond zijn twintigste componeerde hij een stukje voor de linkerhand voor mij. En pas veel later, bij het verschijnen van zijn boek ‘Geen Jalapenos’ in 2017, bleek hij ook te kunnen schrijven. Na zijn conservatoriumtijd is hij als pianist nog enorm doorgegroeid. Ik heb hem ooit ‘Arcana’ van Rudolf Escher horen spelen. Verpletterend was dat.”
Drang tot creëren
Zo’n groot pianotalent. En dan toch een groot deel van de tijd andere kunstzinnige dingen doen. Zijn beste vriend, filmmaker Lucas van Woerkum, heeft die ontwikkeling van dichtbij meegemaakt. “Thomas heeft een enorme drang tot creëren. Daar loopt hij tegenaan bij het pianospelen: dat is hérscheppen. Vandaar dat hij componist is geworden.
“Als schrijver en animatietekenaar is hij autodidact. Op een dag zei hij gewoon: ik ben aan een boek begonnen. Hij is hyperintelligent en super nieuwsgierig. Hij zoekt op YouTube naar instructiefilmpjes en gaat dan animatietekeningen maken. Heeft hij iets in zijn hoofd, dan gaat hij er vol in.”
Toen celliste Quirine Viersen drie jaar geleden Thomas Beijer vroeg om haar vaste duo-partner te worden, had ze wel aarzelingen over al die verschillende bezigheden. “Je doet wel heel veel, dacht ik. Maar ik ontdekte: hij kán dat.”
Viersen, die zelf een internationale carrière heeft, aarzelt niet om Beijer briljant te noemen. “In zijn compleetheid heeft hij een ongeëvenaarde begaafdheid. Ik geloof niet dat er nog zo een op aarde rondloopt. Het is ongelooflijk interessant om zo iemand van dichtbij mee te maken. Maar omdat hij zo’n bescheiden mens is, zonder poeha, sta je er niet altijd bij stil.”
Talent is een zegen, maar kan ook ingewikkeld worden
Ook dirigent Antony Hermus noemt Beijer een ‘ongelooflijk intrigerende kunstenaar’. “Veel mensen hebben maar een vingerhoedje gekregen van het talent waar Thomas een vol bad van heeft. Al die talenten zijn met elkaar verbonden, hij heeft die breedte nodig. Hij wordt niet gelukkig van twaalf uur pianospelen, zeven dagen per week.”
Hermus werd gevraagd om Beijer tijdens het traject van de Nederlandse Muziekprijs te begeleiden. Ze hebben vooral veel gepraat. Hermus: “Zo’n talent is een zegen, maar kan ook ingewikkeld worden. Hoe kun je je als kunstenaar ten volle in de breedte en diepte ontplooien, zonder je te verliezen in al dat talent? Ik heb geholpen om hem structuur te geven.”
Viersen merkt dat zijn veelzijdige interesse hem een rijker musicus maakt. “Het schrijven, tekenen, componeren inspireert zijn musiceren. Ik zie steeds ontwikkeling bij hem, nooit herhaling. Want als we een bepaald stuk na een tijdje opnieuw spelen, heeft hij intussen een half boek of een vioolconcert geschreven. Zo kom je verder in je persoonlijke ontwikkeling en dat weerspiegelt zich in het muziek maken. En bij hem gaat dat zó snel! Een week inspiratie van Thomas is een maand bij een ander.”
Leven voor de kunst
Sopraan Laetitia Gerards, die enkele jaren met hem samenwoonde en nog steeds veel met hem musiceert, herkent dit. “Thomas houdt van het leven en probeert eruit te halen wat erin zit, maar kunst staat op één. Hij houdt ook van reizen, kan fantastisch koken - echt dat je denkt: hou nou eens op met je talenten! - maar hij leeft voor de kunst.”
Ze noemt hem ‘uniek’ en ‘inspirerend’, vooral omdat hij ‘dicht bij zichzelf blijft’. “Hij kiest niet de gebaande paden, maar alleen wat bij hem past. Hij is zo goed, omdat hij 100 procent gelooft in wat hij doet.
“Daarbij staat hij voor alles open. Klassieke musici kunnen soms wat snobistisch zijn, maar hij is geïnteresseerd in pop, jazz, musical, alle kunst, zolang die maar goed en mooi is. Hij zet gerust een elektrische gitaar in zijn Jazzvioolconcert in. En waarom ook niet? De muziek heeft mensen met zo’n open blik nodig. Van de buitenkant zie je een knappe man in een mooi driedelig pak. Maar Thomas is ook gekkigheid en theater.”
Ze heeft van dichtbij meegemaakt wat het hem kost, dit leven voor de kunst. “Nee, het komt hem niet aanwaaien. Hij is geboren met bizar veel talent. Dat realiseert hij zich en daarom werkt hij heel hard. Ik heb hem zien worstelen als de inspiratie niet komt. Dat kun je niet afdwingen, dat komt soms pas diep in de nacht. Niemand moet hem dan tegen houden.”
Irene Cusell herkent dit. Ze noemt haar zoon creatief en empathisch. “Hij verbindt zich emotioneel met zijn onderwerp en wordt er dan zo goed als volledig door opgeslorpt. Hij is dan tamelijk onbenaderbaar. Hij moet elke keer zelf inspiratie vinden om iets te doen. Hij doet niet iets, omdat iemand dat wil. Toen hij als kleine jongen moest leren fietsen, zei hij: ’ik doe het wel als ik het kan’. Dat deed hij ook.”
Cursus ‘nee’ zeggen
Zo’n breed werkterrein heeft nadelen. Hij heeft echt een deadline nodig, weet Hermus. Viersen: “Hij komt niet altijd op tijd en is niet altijd goed voorbereid voor een repetitie, al weet ik dat het altijd op tijd goed komt. En hij zou een korte cursus nee-zeggen kunnen gebruiken. Hij weet dat allemaal, hoor. Dat maakt hem zo’n sympathiek, mooi mens.”
Er wordt hem veel vergeven door de mensen die met hem werken. Lastiger is dat zijn veelzijdigheid hem een onduidelijk profiel geeft. Ook voor de jury van de Nederlandse Muziekprijs was dat in het begin een punt van zorg. Is hij nou pianist of toch schrijver? Het is de belangrijkste reden dat zijn carrière als pianist nog geen vleugels heeft gekregen.
Hermus: “Had hij alleen piano gespeeld, dan had hij allang in Carnegie Hall gespeeld. Ik heb hem gedirigeerd toen hij het Derde pianoconcert van Bartók speelde. Dat was fenomenaal. In het tweede deel ontstond iets in die verstilling: onbeschrijflijk. Thomas is het waard om internationaal meer in the picture te komen als pianist. Maar heeft hij daar behoefte aan? Dat is de vraag.”
‘Ik gun hem dat hij nooit hoeft te kiezen’
Viersen: “Als je op één paard wedt - pianospelen - is dat beter voor je herkenbaarheid. Maar een internationale carrière als pianist vraagt veel. Een topcarrière wordt tot in de puntjes geregisseerd. Dat moet je willen. Ik gun hem dat hij nooit hoeft te kiezen tussen zijn interesses.”
Gerards: “Natuurlijk had hij allang in Carnegie Hall kunnen staan. Maar alleen pianospelen had hem niet gelukkig gemaakt. Nee, het is niet zonde van zijn talent. Wat heb je aan roem?”
Toen Beijer was uitgenodigd voor de beroemde serie Meesterpianisten - door corona en faillissement van de serie is dat nooit doorgegaan - voelde dat als een belangrijke mijlpaal, vertelt Van Woerkum. “Die internationale pianocarrière ambieert hij heus wel. Maar wel op zijn eigen voorwaarden. Hij wil niet inwisselbaar zijn.
“Zelf verwacht ik dat hij grote dingen in de filmwereld gaat doen. Hij houdt van film, omdat daar alles wat hij doet in samenkomt en omdat je er een groot publiek mee kunt bereiken. Hij heeft eigenlijk de ambitie de ‘president van de kunst’ te worden. Dan gaan we in L.A. wonen, zeggen we wel eens tegen elkaar.”
En pianospelen dan? Van Woerkum: “Ik vroeg hem laatst of hij bij de uitreiking van de Nederlandse Muziekprijs niet zou moeten zeggen: ‘Dames en heren, dit was mijn laatste concert’. ‘Nee’, zei hij, ‘want ik vind piano spelen gewoon heel leuk.’”
Concertgebouw
Thomas Beijer is volgend seizoen de Spotlight-artiest van het Concertgebouw. Hij geeft dan concerten in de Kleine Zaal én in de serie Grote Pianisten in de Grote Zaal.
Lees ook:
Met onderkoelde humor maken Thomas Beijer en Laetitia Gerards optimaal contact met hun publiek
In de kleine ruimte van de Muziekhaven in Zaandam ontstond als vanzelf contact tussen een dertigtal bezoekers en sopraan Laetitia Gerards en pianist Thomas Beijer.
Alleskunner Thomas Beijer (33) programmeert nu ook concerten
De Muziekhaven in Zaandam werd vorige zomer onverwacht een heuse concertlocatie. Het succes was groot, en daarom is er deze zomer weer een tiental concerten te bezoeken. Thomas Beijer programmeerde ze.