Muziek van de weekklassiek
De New Yorkse live-opnamen van Renée Fleming zijn grandioos
Muziekredacteur Peter van der Lint tipt hét belangrijkste album van de week – en nog drie platen die u niet mag missen.
Renée Fleming
Greatest Moments at the Met
★★★★★
Tien dagen geleden was Renée Fleming nog in het Concertgebouw voor een recital met pianist Jevgeni Kissin. Daar is in de Nederlandse pers niet over geschreven. Ook niet door mij, omdat ik op diezelfde dag in Arnhem was voor een recital van Véronique Gens. Hoog tijd om wat in te halen hier.
De Amerikaanse diva viert dit jaar haar dertigjarige jubileum aan de Metropolitan Opera (MET) in New York. Ter gelegenheid daarvan bracht Decca een dubbelalbum uit met New Yorkse live-opnamen die de periode 1994-2015 beslaan.
En wat hebben de New Yorkers zich kunnen laven aan Flemings fantastische stem, die ooit door dirigent Georg Solti werd omschreven als ‘romig in het kwadraat’. Dat is goed hoorbaar in de scènes uit Mozarts Le nozze di Figaro.
Fleming debuteerde in 1991 aan de MET in de rol van gravin Almaviva, toen ze als understudy inviel voor een grieperige Felicity Lott. De fragmenten waarmee het dubbelalbum opent, stammen uit 1998. De grote aria Porgi amor is een wonderbaarlijk schoolvoorbeeld van legato-zang, en ook het duet met de Susanna van Cecilia Bartoli is top.
De stem krijgt ruimte en vleugels
Eigenlijk val je op deze dubbel-cd van de ene verbazing in de andere. Natuurlijk ken je het repertoire al, omdat Fleming het meeste ook commercieel in de studio kon opnemen. Maar live, in die goede akoestiek van de MET, krijgt de stem ruimte en vleugels.
Luister maar eens naar de aria Depuis le jour uit Charpentiers opera Louise. Fleming zong die tijdens het gala voor het 25-jarig jubileum van dirigent James Levine (1996) en hierin is alles te horen wat Fleming zo groots maakt. Opbouw, dynamiek, legato, climax-werking – alles klopt. Het publiek ontploft na de laatste noot.
Flemings carrière materialiseerde in de periode van nu gecancelde dirigenten als Levine en Gergjev. Het is goed dat Decca die niet heeft weggemoffeld. Want dan hadden we de slotscène uit Tsjaikovski’s Jevgeni Onjegin gemist, waarin Fleming en Dmitri Hvorostovsky zich door Gergjev opwindend en groots laten opzwepen.
Er staat zoveel moois op dit overzicht. Grote scènes uit Verdi’s Otello, Brittens Peter Grimes, Massenets Thaïs, Händels Rodelinda, Dvoráks Rusalka en Strauss’ Der Rosenkavalier. Al die titels geven de veelzijdigheid aan van Fleming. En nog steeds breidt de geschiedenis die Fleming met de MET heeft zich uit. Onlangs nog opende ze met groot succes het seizoen met Kevin Puts’ nieuwe opera The Hours. Materiaal voor een later compendium.
Ook beluisterd
Holland Baroque – Bachs Königin
Judith en Tineke Steenbrink van Holland Baroque hebben orgelmuziek van Bach getranscribeerd voor orkest. Het orgel was de koningin onder de instrumenten, zeker voor Bach. Het is vaker gedaan, door Stokowski, Elgar en Respighi bijvoorbeeld, maar nooit eerder voor een barokorkest. Het resultaat mag er zijn.
Matthias Goerne – Schubert Revisited
De liederen van Schubert zijn eerder georkestreerd. Door Brahms, Reger en Berlioz bijvoorbeeld. Matthias Goerne zingt hier echter geheel nieuwe orkestraties, gemaakt door pianist Alexander Schmalcz, al meer dan twintig jaar een van Goerne’s vaste liedbegeleiders. Orkestraties van iemand dus die als pianist geleefd heeft met deze liederen. Een fascinerend en overrompelend album, waarop geweldenaar Goerne begeleid wordt door de Deutsche Kammerphilharmonie Bremen.
Jean-Guihen Queyras en Alexandre Tharaud – Marais
De muziek van Marin Marais voor viola da gamba behoort tot het allerschoonste op deze aardbol. Pianist Tharaud vertaalde al eerder Franse klavecimbelmuziek naar zijn moderne concertvleugel. Voor deze Marais-bewerkingen heeft hij de hulp ingeroepen van cellist Queyras. Of het werkt, daarover zullen de meningen verdeeld zijn, maar gewaagd is het zeker.